2 juli 2019
De vreemde orde der dingen. Het leven, het gevoel en het ontstaan van culturen.
Antonio Damaso (°1944, Lissabon) is een Portugees neuroloog. Hij studeerde geneeskunde en promoveerde aan de Universiteit van Lissabon. Van 1976 tot 2005 werkte hij aan het universitair ziekenhuis van de Universiteit van Iowa, waar hij hoogleraar en hoofd van de afdeling neurologie was. Nu is hij hoogleraar neuropsychologie, psychologie en filosofie aan de Universiteit van Zuid-Californië.
Damasio is vooral bekend geworden door zijn boek ‘Descartes’ Error: Emotion, Reason, and the Human Brain’. Hierin neemt hij de biologische basis van de werking van de hersenen onder de loep. In 2010 ontving hij een eredoctoraat aan de Universiteit Leiden en in 2013 kreeg hij een eredoctoraat aan de KU Leuven.
In ‘De vreemde orde der dingen’ beschrijft Damasio de drijfveer achter de menselijke cultuur. Hij rekent af met het – volgens hem – hardnekkige misverstand dat het brein het aansturend orgaan van alle levensfuncties is. Zijn beschrijving van de oorsprong van gevoelens laat zien hoe belangrijk deze zijn voor de menselijke cultuur. Gevoelens staan niet alleen aan de oorsprong van de menselijke natuur, maar zijn zelfs de motor erachter. Met cultuur bedoelt Damasio zowel kunsten, filosofie, morele systemen, religie, rechtspraak, regeringsvormen, economische systemen als techniek en wetenschap.
Damasio gaat 3,8 miljard jaar terug in de evolutie, naar de oudste levensvormen op aarde: de bacteriën. Deze hadden weliswaar geen hersenen, maar ontwikkelden al wel vernuftige technieken om zichzelf in leven te houden. Omdat bacteriën chemische stoffen kunnen waarnemen, beschikken deze eencelligen over oervormen van ‘voelen’. Doordat zij kunnen samenwerken, hebben zij ook een ‘cultuur’. Met het ontstaan van meercellige wezens, 600 miljoen jaar geleden, werd de onderlinge communicatie én samenwerking tussen cellen echt belangrijk. Dit gebeurde met chemische stoffen – de eerste hormonen en neurotransmitters.
Met de evolutie van ingewikkelder meercellig leven ontstond behoefte aan snellere communicatiekanalen: de eerste zenuwen of ‘neuronen’. Naast activiteiten zoals vluchten voor gevaar, een prooi aanvallen of een partner benaderen, bewaakten de tot in alle uithoeken van het lichaam reikende neuronen de goede werking van het inwendige, bijvoorbeeld het verteringsapparaat.
Met de evolutie van ingewikkelder meercellig leven ontstond behoefte aan snellere communicatiekanalen: de eerste zenuwen of ‘neuronen’. Naast activiteiten zoals vluchten voor gevaar, een prooi aanvallen of een partner benaderen, bewaakten de tot in alle uithoeken van het lichaam reikende neuronen de goede werking van het inwendige, bijvoorbeeld het verteringsapparaat.
Vanuit de overlevingsstrategie van de eencellige oervoorouders is er een rechte lijn in de evolutie die uitkomt bij ons huidige gedrag. Naarmate levensvormen complexer werden, ontstonden er ook zenuwstelsels, en uiteindelijk verschenen er organismen die dingen ervaren, die gevoelens hebben. Deze gevoelens zijn nu de drijfveren voor ons handelen.
Gevoelens zijn wat ons motiveert en gevoelens zijn ook de maatstaf waarmee wij de gegevens controleren die onze rede en onze creatieve intelligentie ons geven. Op deze wijze komt Damasio tot het kernbegrip – homeostase – waarrond het boek draait.
Volgens van Dale is homeostase het bestaan van onderling op elkaar afgestemde processen die voor het leven noodzakelijke toestanden constant houden: zelfregulering.
Bij Damasio valt onder homeostase alles dat gunstig is voor de overleving en het voortbestaan. Zijn werkhypothese luidt: ‘Gevoelens zijn als afgevaardigden van homeostase, de katalysatoren van de responsen die de aanvang vormden van menselijke culturen’. Zenuwstelsel en lichaam zijn voortdurend samen in touw om dat te bewaren. Naarmate dieren complexer werden, de hersenen ontwikkelden en steeds ingewikkeldere levenstaken hadden te dirigeren, ontstonden terugkoppelingsmechanismen van het lichaam naar de hersenen om de homeostatische toestand te controleren en zo nodig te corrigeren. Bij dieren met ingewikkelde sociale levens en de daarbij passende grotere breinen, was volgens Damasio de oplossing om in de hersenen de interne verbeeldingen te projecteren om zo de homeostatische stand van zaken weer te geven. Daarvoor zorgde de evolutie - met gevoelens zoals geluk, verdriet, woede, angst en walging. Het feit dat bij gevoelens ons hele lichaam betrokken is, is voor Damasio erg belangrijk. Het brengt hem ertoe te stellen dat bij subjectiviteit niet enkel onze hersenen van belang zijn, maar ons complete lijf. Het is voor hem de reden om aan te nemen dat subjectiviteit en bewustzijn niet enkel aan mensen voorbehouden zijn, maar ook in dieren en zelfs planten voor kunnen komen.
Bij Damasio valt onder homeostase alles dat gunstig is voor de overleving en het voortbestaan. Zijn werkhypothese luidt: ‘Gevoelens zijn als afgevaardigden van homeostase, de katalysatoren van de responsen die de aanvang vormden van menselijke culturen’. Zenuwstelsel en lichaam zijn voortdurend samen in touw om dat te bewaren. Naarmate dieren complexer werden, de hersenen ontwikkelden en steeds ingewikkeldere levenstaken hadden te dirigeren, ontstonden terugkoppelingsmechanismen van het lichaam naar de hersenen om de homeostatische toestand te controleren en zo nodig te corrigeren. Bij dieren met ingewikkelde sociale levens en de daarbij passende grotere breinen, was volgens Damasio de oplossing om in de hersenen de interne verbeeldingen te projecteren om zo de homeostatische stand van zaken weer te geven. Daarvoor zorgde de evolutie - met gevoelens zoals geluk, verdriet, woede, angst en walging. Het feit dat bij gevoelens ons hele lichaam betrokken is, is voor Damasio erg belangrijk. Het brengt hem ertoe te stellen dat bij subjectiviteit niet enkel onze hersenen van belang zijn, maar ons complete lijf. Het is voor hem de reden om aan te nemen dat subjectiviteit en bewustzijn niet enkel aan mensen voorbehouden zijn, maar ook in dieren en zelfs planten voor kunnen komen.
In de laatste hoofdstukken gaat Damasio de filosofische toer op. Hij heeft het dan over de maatschappij, over de toekomst en over de reikwijdte van menselijk lijden en menselijke vreugde. Hij verwijst naar ‘de tempel die de menselijke subjectiviteit heeft ontworpen en opgebouwd: ´het zelf’. Hier schrijft hij erg moraliserend, om zowaar te besluiten met ‘De taak van de mensheid is nooit af’. Dit maakt duidelijk dat Damasio waarschijnlijk een briljant neuropsycholoog is met een zeer verfrissende kijk op het eigen wetenschappelijke domein, maar geen filosoof.
In ‘De vreemde orde der dingen’ gaat Damasio uit van een mogelijk baanbrekende stelling. Hij geeft een bijzondere invulling aan de evolutiebiologie. Zijn beschrijving van de oorsprong van gevoelens laat zien hoe belangrijk deze zijn voor de menselijke cultuur. De inzichten die hij biedt zijn prikkelend en kunnen andere wetenschappers ertoe aanzetten om hierop verder te bouwen.
Damasio schrijft kundig en weet op zeer overtuigende wijze zijn ideeën te ontwikkelen. Hij vertrekt vanuit een schitterende gedachte – de homeostase – en slaagt er toch in dat zeer technisch gegeven begrijpelijk uit te werken. Soms vergeet hij echter dat dit boek niet enkel zal worden gelezen door neurowetenschappers, bijvoorbeeld wanneer hij te snel voorbijgaat aan ingewikkelde principes uit de biologie. Hij verklaart dan wel de gebruikte termen, maar dit geeft nog geen (volledige) duidelijkheid aan de leek.
Bij elk hoofdstuk publiceert Damasio een hele serie noten en vooral verwijzingen. Dit kan je als lezer als een geruststelling opvatten dat wát hij schrijft, wetenschappelijk onderbouwd is.
Dit is kortom een zeer degelijk en interessant wetenschappelijk boek dat psychologen en neurowetenschappers zeker zal aanspreken, maar dat de gewone lezer inhoudelijk overstijgt in de intens uitgewerkte problematiek ervan.
Paul Van Aelst
Meer van Paul Van Aelst