22 juli 2019
Op safari naar Armoeland.
De jeugd van Darren McGarvey is allesbehalve “gewoon” te noemen. Hij groeide op in Pollok, het proletarische stadsdeel van Glasgow, waar hij leerde zich aan te passen aan de constante “bedreiging met geweld.“ Zijn moeder dronk, gebruikte drugs, trok zich weinig of niets aan van haar vier zoons, en pleegde uiteindelijk zelfmoord. Vader moest thuisblijven om voor zijn kinderen te zorgen. Er was dus weinig geld in huis, hij ondervond aan den lijve het vernietigend effect van armoede en “hoe moeilijk het is de erfenis ervan te overwinnen”.
Armoede is het drijfzand dat ons inslikt niettegenstaande onze grootste inspanningen om eraan te ontsnappen.”
McGarvey weet waarom mensen uit wat hij ‘deprived communities’ noemt, zich overal in Groot-Brittannië niet gehoord voelen en dus boos zijn. Dat heeft Darren natuurlijk getekend ,maar zelf was hij ook allesbehalve een “gewone” jongen. Zo haatte hij bijvoorbeeld lezen en heeft er zichzelf nooit toe gebracht ook maar één boek te lezen. Woorden daarentegen, vond hij een magisch iets - vooral toen hij ontdekte dat je met woorden wat kon “doen”.
McGarvey weet waarom mensen uit wat hij ‘deprived communities’ noemt, zich overal in Groot-Brittannië niet gehoord voelen en dus boos zijn. Dat heeft Darren natuurlijk getekend ,maar zelf was hij ook allesbehalve een “gewone” jongen. Zo haatte hij bijvoorbeeld lezen en heeft er zichzelf nooit toe gebracht ook maar één boek te lezen. Woorden daarentegen, vond hij een magisch iets - vooral toen hij ontdekte dat je met woorden wat kon “doen”.
Hij luisterde naar anderen, zag dat ze zinnen vormden, welk effect die zinnen konden hebben, welke structuur ze hadden, hoe ze argumenten en tegenargumenten in elkaar staken en bewijzen vormden. Hij was dus leergierig, en zijn gebrek aan lectuur belette hem niet gretig alles in zich op te nemen wat ook maar binnen zijn aandachtskring kwam.
Al vlug kon hij zeer vlot spreken, leerde hele redeneringen opzetten in een allesbehalve gewone of proletarische taal. Het effect daarvan werkte in twee richtingen. Hij botste (natuurlijk) met mensen uit de burgerklasse die ergens onrustig werden omdat iemand die duidelijk uit de onderste lagen van de bevolking kwam, zo meesterlijk hun taalgebruik hanteerde, een ongewoon rijke woordenschat had opgebouwd en ook de spraakkunst feilloos kon toepassen. En hij botste met zijn eigen klasse waar men wantrouwig stond tegenover welsprekendheid, wat eigenlijk als een kenmerk van de bevoorrechte klasse gold.
Aan de andere kant werd hij daardoor als snel opgemerkt - eerst in eigen kring - en ook aangesproken om overal en over alles zijn opinie te komen verwoorden. Ook voor de media en zelfs voor de BBC. Ondertussen bleef hij echter straatarm, gebruikte hij stevig drugs en niettegenstaande de afschrikkende “schaduw afgeworpen door mijn moeder”, dronk hij.
Onder de naam Loki werd hij bekend als rapper, hiphopper, als een soort stand-up redenaar en uiteindelijk ook als schrijver. Hij kon niet anders, hij moest gewoon kunnen meedelen en zeggen wat hij zo sterk “kende” en “wist” en “moest” dus een boek schrijven – iets wat kan tellen voor iemand die nooit las. Hij startte met dat doel een crowdfundingsactie op die voldoende succes kende om te kunnen resulteren in dit boek.
Het boek had een ongekend succes. In 2018 werd hem zelfs The Orwell Prize toegekend voor “the most rebellious read of the 21st Century”…
In 32 hoofdstukken - waarvan de helft titels meekrijgt van bekende romans, opnieuw een hele prestatie voor iemand die niet leest - pakt McGarvey evenveel onderwerpen aan; kwesties die scheef zitten, dingen die hij onrechtvaardig vindt of die moreel onverantwoord zijn, zaken kortom die aangepakt dienen te worden.
In 32 hoofdstukken - waarvan de helft titels meekrijgt van bekende romans, opnieuw een hele prestatie voor iemand die niet leest - pakt McGarvey evenveel onderwerpen aan; kwesties die scheef zitten, dingen die hij onrechtvaardig vindt of die moreel onverantwoord zijn, zaken kortom die aangepakt dienen te worden.
Om een beetje te duiden wat dit betekent, neem ik als voorbeeld een van die onderwerpen: de roemruchte brand van de Grenfell Towers in een achterstandswijk van Glasgow. Dit woonblok telde 24 verdiepingen, was oud en slecht onderhouden. De bewoners klaagden, maar daar werd geen rekening mee gehouden. Omdat de toren in het zicht stond van “betere” wijken werd besloten het gebouw toch wat op te fleuren. In 2013 stelde de Grenfell Action Group aan de kaak dat (wegens financiële overwegingen, waarschijnlijk) men gekozen had voor brandbare gevelplaten en brandbaar isolatiemateriaal (met de bouwaanvraag bijgevoegd als bewijsmateriaal.) En ze wezen op de fameuze instructie “Blijven waar je bent” in geval van brand…
Er breekt uiteindelijk een brand uit die zich verspreidt als een lopend vuur. Gevolg: 72 doden en nog méér gewonden…
Er breekt uiteindelijk een brand uit die zich verspreidt als een lopend vuur. Gevolg: 72 doden en nog méér gewonden…
Darren beschrijft het ongelooflijke, onwerkelijke gebeuren, de verbijsterde, geschokte en diepbedroefde bewoners, hun onmacht en woede, in een ongekend dramatisch-romantische taal die zowel literair is (en doet denken aan Victor Hugo of Charles Dickens) als objectief. Hij stelt onder andere vast hoe hedendaagse berichtgeving werkt: de meeste radioverslaggevers, TV-presentatoren en journalisten tonen grote belangstelling voor wat er gebeurt, maar komen alleen maar even langs. Een soort “safari” dus, waarbij er “vanop veilige afstand naar de inheemse bevolking wordt gekeken” - vandaar ook de titel van dit boek.
Dat McGarvey The Orwell Prize (een prestigieuze prijs voor politieke geschriften, nvdr) toegewezen kreeg is begrijpelijk, vermits de leuze van Orwell was: “To make political writing into an art”, net wat Darren McGarvey doet dus. Een meesterlijk versmelten van verslaggeving, autobiografie en literatuur. Zonder nog te spreken over zijn niets ontziende bezetenheid om te schrijven en zijn pakkende eerlijkheid. Zijn memoires zijn hierdoor eigenlijk zelfs de sterkste bladzijden uit het boek.
Viktor De Raeymaeker
McGarvey schrijft zoals hij praat: traag, zelfbewust, zoekend naar het juiste woord, naar zinnen die zich magisch vormen. Het geschrevene klinkt als een redevoering: gepassioneerd, welbespraakt, verontwaardigd, soms vol boosheid, maar ook vol ongewone wijsheid. Het moet gezegd zijn. Soms is hij echter moeilijk te volgen want hij spreekt zichzelf ook tegen, wordt gegrepen door de woorden en de structuur waarmee hij zijn boodschap wil vormgeven.
Die boodschap is veelvoudig, deelt hij mee in korte, gebalde hoofdstukken - over voedselconsumptie (“Waarom proberen gezond te zijn als je zelfs de basics niet kan veroorloven?”), over de oorzaken van armoede, tegen identiteitspolitiek, voor een eerlijke en zorgzame samenleving, over zijn gebrek aan geduld met politici en de vertegenwoordigers van de armoede-industrie (“ambtenaren die zich in hun eigen Verboden Stad terugtrekken”), en vooral over armoede. “Armoede zal enkel opgelost zijn als de kloof tussen de klassen overbrugd zal zijn.”
‘Op safari naar Armoeland’ is een ongewoon, merkwaardig boek, geschreven door een buitengewoon gedreven en eerlijk iemand die het talent heeft met de vinger te wijzen naar wat verkeerd zit in de maatschappij en die dat doet in een prachtige, bezwerend literaire taal.
Meer van Victor De Raeymaeker