Patricia Popelier
Alain Surkol
Non-fictie
  • 94 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

22 april 2025 Een grondwet voor ons allemaal – verhalen van democratie en rechtsstaat
De grondwet is er voor iedereen. Maar wie toont er enige interesse voor? Het is dus een gedurfde onderneming om er een boek over te schrijven. En het is een gedurfde uitdaging om het op een toegankelijke manier, als een pageturner, te verwoorden. Ik kan je evenwel verzekeren dat het een succesverhaal is, of beter een succesvolle aaneenschakeling van verhalen.
De verhalende wijze waarop de auteur het ontstaan en de evolutie van onze grondwet beschrijft, grijpt naar het hart, verstand en deze pen. Als rechtsleer, geschiedenis en maatschappijleer in het onderwijs vanuit een dergelijk perspectief zouden worden benaderd, denk ik dat er velen met plezier aan de schoolbanken zouden aanschuiven.
Een grondwet voor ons allemaal. Dit boek is geschreven voor ons allemaal.
Verder dan een vermelding van artikel 1 van onze grondwet gaat de auteur in dit boek niet. Vanaf dat moment neemt het levende verhaal het over van de droge verwoordingen. En dat past ook, want de grondwet is niet meer dan een samenvoeging van letters als middel om het verhaal te vertellen dat de wetgever wenst te ondersteunen. Het verhaal dat heden wordt geschreven, geeft dan vorm aan het analoog verhaal dat zich in de toekomst zal afspelen.
Maar zoals dat elk verhaal past, kan eenzelfde verhaal - denk maar aan het kolonialisme en de migratie - vanuit verschillende perspectieven worden waargenomen en in een welbepaald tijdskader ook anders worden geïnterpreteerd. De grondwet vraagt dus telkens om een lezing én herlezing. Waarna het verhaal en de wet kan worden aangevuld, telkens met de bedoeling om rechtszekerheid, houvast, bescherming tegen willekeur, gelijkheid, geborgenheid en verbondenheid te waarborgen.
Alle verhalen in dit boek komen samen in 3 overkoepelende ‘vertelsels’: over democratie of de toewijzing van macht, over de rechtstaat of het toezicht op die macht en, tot slot, over het federalisme of de legoblokjes waaruit het huis ‘België’ is opgebouwd.
Het boek verhaalt ook over de oneindige zoektocht naar onszelf, naar de invulling van hoe wij onszelf zien én voelen en elkaar aanspreken. De bevolking kan vandaag beschouwd worden als een kleurboek dat zich laat opdelen volgens afkomst, taal, cultuur, leeftijd, welstand, e.d. De problemen, die zich dan kunnen stellen, overstijgen soms de grenzen en het kader van onze grondwet, wat bij velen dan het idee aanwakkert om met de grondwet tabula rasa te maken en met iets nieuws te beginnen.
Oorspronkelijk was onze grondwet immers kort en krachtig, met veel dadendrang. Vrijheid én gelijkheid, voor enkelen althans. Vandaag is de grondwet omslachtiger en kan hij diverse richtingen opgaan, voor allen dit keer. En toch stellen we vast dat, hoe inclusiever het verhaal en hoe democratischer de grondwet wordt, hoe meer sommigen zich buitengesloten voelen en er zich niet meer in herkennen. In die zin ontstaat een wij-zij perspectief dat niet altijd samenvalt. Wij en Zij: Vlaming en Waal, Nederlandstalig en Franstalig, hetero en homo, alleenstaand en gehuwd, stedeling en dorpsbewoner, rijk en arm, tewerkgesteld en werkzoekend, progressief en conservatief, enz. Wij en Zij delen misschien dezelfde waarden, maar zeker niet altijd dezelfde belangen.

“De grondwet is datgene wat ons bindt, niet datgene wat ons onderscheidt”
In die zin willen we dus allemaal wel wijze wetten, maar vinden we ze niet altijd wijs als ze niet onze kant uitkomen. Langzamerhand krijgt dan het verhaal van de autoritaire leider, die wel met ons meedenkt, de wind in de zeilen. Wat volgt, kondigt zich dan aan als democratie, gebruikt de termen van democratie, maar is er geen.  
Daarom wordt in dit boek ook uitdrukkelijk de nadruk gelegd op zogenaamde weerhaken, die als ‘agenten’ handelen en beschermen wat is opgebouwd, in vraag stellen wat niet goed loopt, maar ook de boel ophouden of vertragen als men dat nodig acht. Denk maar aan de institutionele werking van regering, parlement en gerecht. Denk ook aan de Europese regelgevingen, de mensenrechten, de media en de onafhankelijkheid van rechters.
De auteur roept op om het vertrouwen in onze grondwet te behouden evenals ‘de democratische droom’ verder te koesteren. In een democratie is het belangrijk om stap voor stap de weg te bewandelen, geduld uit te oefenen en het evenwicht te bewaren. Iedereen wordt dan ook uitgenodigd om de pen te hanteren om het verhaal verder in te vullen en vorm te geven.
De auteur besluit met de volgende zin: “Het verhaal stopt maar als er niemand overblijft om te vertellen.” Vertel het dus verder. Want stelt zij ook eerder: “Het sterkste verhaal is het verhaal dat het vaakst verteld wordt”.  

Alain Surkol
Patricia Popelier
Alain Surkol
Non-fictie
Gewezen voorzitter Humanistisch Verbond Mechelen, voorzitter oudleerlingenbond Atheneum Pitzemburg Mechelen, Change manager bij Bpost. Verdiept zich in de menselijke impact van veranderingstrajecten op de werkvloer. Geeft lezingen en opleidingen over het belang van een positieve bedrijfscultuur.
_Alain Surkol - Recensent
Meer van Alain Surkol

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies