23 april 2025
Alles wordt anders... en beter
Af en toe komt er iets je richting uit dat je hoopvol stemt. Dat is het geval met “Alles wordt anders… en beter”!
Koen Schoors schets in dit boek een heldere visie op de toekomst. Hij kijkt daartoe vooreerst kort terug op de keuzes die we enkele decennia geleden als samenleving hebben gemaakt, om hierna voluit een andere richting uit te slaan. We veranderen de wereld! Hoe? Dat lees je in dit boek.
Aanvankelijk stelde ik me de vraag of dit boek eigenlijk nog wel actueel is. Je weet wel, sinds Donald Trump de nieuwe bewoner is van het Witte Huis worden klimaatambities, althans aan die zijde van de oceaan, meteen opgeborgen. In de VS worden sindsdien tussenschotten opgetrokken. En om de buren af te schrikken worden tariefmuren opgebouwd. Ook Poetin lijkt niet echt te wachten op nieuwe impulsen. Je wordt er zowaar moedeloos van. Hoe kan dit boek dan aansluiten bij een hoopvol idee over wat komen zal? En toch is dat zo!
De auteur kijkt in zijn verhaal immers meerdere generaties vooruit. En dat is geen toeval, want stelt de auteur: “gemiddeld om de 70 jaar verandert alles in de wereld”. En binnenkort is er naar zijn mening zo een nakend kantelpunt. De mogelijke kentering die de auteur aanreikt, wordt ingegeven door een aantal ideeën die starten vanuit een andere levenshouding. De meeste aardbewoners beseffen wel dat de wereld zo niet verder kan, maar er is blijkbaar altijd wel een reden om de (eigen) gedragsverandering nog een dag uit te stellen. En dus verandert er te weinig te traag. In die zin leidt ons voorspelbaar gedrag naar een onvoorspelbare toekomst.
We moeten de dingen dus omdraaien. Om onze toekomst op lange termijn te kunnen waarborgen moeten we overschakelen op een andere economie, namelijk de circulaire economie, waarbij de afval van de ene de grondstof van de andere wordt. Cruciaal is dat het een andere blik vergt op wat de juiste investeringen, de juiste leningen, de juiste grondstoffen, de juiste energievoorzieningen én vooral de juiste prijzen inhouden. Dat laatste blijkt determinerend. Want door de prijs te veranderen, kunnen we ander gedrag stimuleren. En pas als ons gedrag verandert, kan het de juiste kant uitgaan.
Maar alvorens te weten waar je naartoe gaat, moet je ook weten waar je vandaan komt. Dus grijpt de auteur ook regelmatig even terug naar het verleden om er op zoek te gaan naar verklaringen. Zo heeft de vrije markt overduidelijk de deur wagenwijd opengezet naar winstmaximalisatie via globalisatie. Hierdoor verschoven productieketens naar andere continenten waar de goederen goedkoper worden geproduceerd.
In dat kader voeg ik zelf de beeldspraak toe dat men weleens stelt dat de wereld een dorp geworden is. De globalisatie heeft er dan voor gezorgd dat er een betere spreiding van de welvaart binnen het dorp is gekomen, maar deze is dan vooral ten gunste geweest van de oostelijke kant van het dorp. Tegelijkertijd is er in de westelijk gelegen straten een grotere onderlinge ongelijkheid ontstaan. In die specifieke buurten en straten is het verschil tussen de allerhoogste en allerlaagste inkomensklassen groter geworden.
Een nieuw inzicht dat de auteur onrechtstreeks aanreikt is dat de prijs van een goed enkel bepaald door een samenspel twee economische actoren: verkoper/producent enerzijds en de klant anderzijds. Nooit wordt daarbij enig spel- en kostenelement in beschouwing genomen dat gerelateerd is aan de impact op milieu, dorp en gemeenschap. Ook de kostprijs van het vervoer van goederen speelt verhoudingsgewijs nauwelijks een rol. Daardoor kan je als consument goedkoop allerlei spullen bestellen bij winkels die gelegen zijn aan de andere kant van het dorp. Maar stilaan werden hierdoor de winkels in de eigen straat vergeten. Vandaag vind je die winkels zelfs nog nauwelijks in je buurt. Alles heeft zich verplaatst naar de andere kant van het dorp. De toenemende ongelijkheid en de ervaren vervreemding voeden dan de ontevredenheid van de bewoners in de straat. Men mort en wijst de hogere burgerij - die verderop in de straat woont – aan als de schuldige. Het is de vermeende fout van de elite. Het rechts-populisme is geboren.
Hoog tijd, stelt de auteur, om met een nieuwe blik naar de toekomst te kijken. Met vertrouwen in de overheid, in je buur en in jezelf. Onder het motto “beter een goede buur dan een verre dorpsgenoot” is het dan ook een te verwachten tendens dat de wereld zich zal ‘regionaliseren’ (ondertussen is het ‘protectionisme’ van de eigen markt of de onderling verbonden markten inderdaad terug), en worden er in onze eigen straat gezamenlijke initiatieven genomen die de lokale bewoners ten goede komen. We herdenken en hertekenen daartoe de beginselen van de manier waarop we als buren samenleven. Hiertoe wachten we op de zichtbare hand van onze overheid, die de juiste impulsen kan geven. Het idee van de ‘ontwikkelingsstaat’ doet in dit boek intrede.
En dat klinkt anders dan de ‘verzorgingsstaat’. Maar wat dan met de veroudering van de bewoners in onze straat zou je kunnen stellen? Geen erg. Meer zelfs, het probleem is tegelijkertijd de oplossing stelt de auteur. De inkrimping van het aantal werknemers zal overal leiden tot hogere lonen en dus minder ongelijkheid. En wat met AI? Als we de goede keuzes maken, kan een symbiose tussen mens & machine de eerstgenoemde echt wel vooruithelpen.
Het mooie aan dit boek is dat de economisch gefundeerde boodschappen berusten op een ethisch standpunt, ingegeven door hoop, vertrouwen, intentie, verbeelding en daadkracht. “Yes we can” lees ik vaak tussen de lijnen door. Dit boek slaagt er ook in om met een bijzondere helderheid economische, maatschappelijke en politieke gebeurtenissen van gisteren te duiden en met elkaar in verband te brengen. Hieruit ontstaat de hoopvolle visie op wat morgen zou kunnen zijn.
Dit boek is een plaatsje op je boekenplank en in je agenda meer dan waard.
Alain Surkol
Meer van Alain Surkol
Dit boek is een plaatsje op je boekenplank en in je agenda meer dan waard.
Alain Surkol