Marcel Zantingh
Ignace Claessens
Non-fictie
  • 267 keer bekeken
  • 3 minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

5 mei 2025 Mensenjacht - Het optreden van de Sicherheitspolizei in Drenthe tijdens de Tweede Wereldoorlog
Marcel Zantingh studeerde Economische en Sociale Geschiedenis aan de Universiteit Groningen. Hij verdiepte zich in de oorlogsgeschiedenis van zijn geboortestreek Aalden, deel van de voormalige gemeente Zweeloo. In 2020 verscheen van hem ‘Gebogen, maar niet gebroken’ waarin hij het leven in Zweeloo beschrijft gedurende de oorlogsjaren. Eind 2024 verscheen dan ‘Mensenjacht’: een onderzoek rond het grote aantal slachtoffers van Duitse repressie in de provincie Drenthe.
In het midden van vorige eeuw was Drenthe een afgelegen, eerder dunbevolkte streek. Een gebied met heide, bossen en boerderijen, ideaal om onder te duiken, waar ook veel Joden en werkweigeraars gebruik van maakten. Het verzet was er zeer actief en erg ondernemend, op het roekeloze af. De verzetsacties waren soms slecht voorbereid en werden in het begin stuntelig uitgevoerd. Zij gaven aanleiding tot vergeldingsacties waarbij onschuldige burgers en later veroordeelde verzetsstrijders, de zogenaamde ‘Toteskandidaten’, geëxecuteerd werden.
Vanaf 1944 werd het duidelijk dat Duitsland de oorlog zou verliezen. Dit moedigde zowel het verzet aan alsook de Duitse bezetter, die intensief overging tot huiszoekingen, controles en arrestaties. De Oostenrijker Hanns Rauter, Generalkommisar für das Sicherheitswezen, was de hoogste SS-Officier in Nederland. Hij maakte in augustus 1944 elke Wehrmachtsangehörige of lid van de Sicherheitsdienst bevoegd om iedere persoon, verdacht van illegale acties, direct bij arrestatie dood te schieten, dit ter afschrikking van de bevolking. Hitler had immers kort voordien bevolen de niet-Duitse burgers in de bezette gebieden niet langer meer te berechten, wat leidde tot standrechtelijke executies.
In 1944 en 1945 was de jacht op verzetslui en onderduikers in Drenthe erg succesvol. Ingevolge de bevrijding van Frankrijk en België hadden veel Duitse agenten en hun collaborerende handlangers de wijk naar Nederland genomen. Zo versterkten zij gevoelig de mankracht van de Sicherheitsdiensten in het bezette deel van Nederland en veroorzaakten een golf van terreur in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe.
Door de harde ondervragingen bekenden vele arrestanten. Aan de hand van de op die manier bekomen inlichtingen werden ganse verzetsnetwerken opgerold. Vooral de Nederlandse agenten traden erg gewelddadig op zodat de arrestanten soms de ondervraging niet overleefden. Overigens waren het ook meestal de Nederlanders die hun eigen landgenoten beroofden en beslag legden op de weinige levensmiddelen in de hongerwinter van 1945.
Naarmate het einde van de oorlog naderde groeide ook de frustratie van de Duitse bezetter en zijn handlangers. In april 1945 rukten de Geallieerden bliksemsnel op. De gevangenissen zaten overvol en de gevangenen konden niet langer op transport gesteld worden naar de Duitse kampen. Om de gevangenissen te ontruimen werden de gevangenen massaal geëxecuteerd, ook zij die slechts lichte feiten begaan hadden.
Op 8 april 1945 werden in Norg 21 gevangenen terechtgesteld. Na een mislukte aanslag op Rauter werden er op de plaats van de aanslag 117 gevangenen doodgeschoten bij wijze van vergelding. In Diever kregen 11 gevangenen op 10 april de kogel en 18 gevangenen ondergingen in Spier hetzelfde lot. Op dezelfde dag volgden er nog 14 terechtstellingen in Assen en 10 in Anloo. Alle morele remmen waren losgeslagen.
De auteur heeft minutieus de talrijke moordpartijen onderzocht. Welke feiten hadden de gevangenen begaan en onder welke omstandigheden, door wie werden zij gearresteerd en hoe verliep hun aanhouding, wie ondervroeg en mishandelde hen en wat was hun uiteindelijke lot?
Geen gemakkelijke taak. Veel documenten werden vernield op het einde van de oorlog. Achteraf minimaliseerden de daders hun aandeel in de ten laste gelegde feiten. Zij hadden enkel bevelen opgevolgd. Meestal wisten zij ook niet meer wie nu precies het bevel tot de diverse moordpartijen gegeven had. In de laatste dagen van de oorlog waren ook een aantal van hen gesneuveld. Zij konden zonder tegenspraak van de zwaarste feiten beschuldigd worden.
Vele feiten zijn tachtig jaar later voor een groot deel vergeten. De overlevenden uit die tijd zijn zeldzaam geworden. Hier en daar kan men nog een monument aantreffen op de plaats van de slachtingen. De auteur heeft de verdienste deze feiten opnieuw te belichten en tevens een antwoord te geven op een aantal vragen, die tot op heden onbeantwoord waren gebleven.
Het is een omvangrijk boek. Het werk meet 29 op 23 cm, telt meer dan 400 pagina’s en weegt bijna 2 kg – zelden wordt nog een boek van dit formaat uitgegeven. Het is geïllustreerd met talrijke foto’s van slachtoffers, daders en van de plaatsen van de terechtstellingen. Het werk zal er zeker toe bijdragen de talrijke, onschuldige slachtoffers te gedenken. Dat het werk in eerste instantie de plaatselijke bevolking zal interesseren neemt niet weg dat het boek ook aan buitenstaanders aanbevolen kan worden.
De auteur heeft terecht voor dit boek de Drentse Geschiedenisprijs gekregen.

Ignace Claessens
Marcel Zantingh
Ignace Claessens
Non-fictie
recensent
_Ignace Claessens recensent
Meer van Ignace Claessens

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies