David J. Temple
Alain Surkol
Non-fictie
  • 82 keer bekeken
  • 4 minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

27 mei 2025 Homo Amor Manifesto
Van Homo Sapiens naar Homo Amor. De mens transformeert zichzelf tot iemand die zich liefdevol toont t.o.v. zichzelf, zijn medemens, de natuur, onze planeet en het universum. Alleen deze zelftransformatie kan de mensheid redden. Dit is in een notendop zowat de boodschap van dit boek. Of beter, de eerder spirituele leer die uitgaat van deze beweging, die zichzelf het ‘CosmoErotic Humanism’ noemt.
Aanvankelijk werd mijn aandacht voor dit Engelstalig boek getrokken door de vermelding dat Wouter Torfs – je weet wel, de voormalige CEO van Schoenen Torfs, die meermaals als beste werkgever van het land werd gekozen – het voorwoord ervan had meegeschreven. In het boek ontdek ik inderdaad dat de zaden van ‘deze filosofische leer’ in zijn geest werden geplant en vermoedelijk ook nadien op de één of andere wijze in zijn organisatie zijn doorgedrongen. Want, wat geldt voor een individu, geldt evenzeer voor een verzameling van individuen die, met een specifiek doel voor ogen, onderling samenwerken.
Waar gaat het boek nu over? Blijkbaar komt de leer oorspronkelijk uit de internationale denktank ‘Center of World Philosophy and Religion’. Het boek werd geschreven door een samenwerking tussen drie auteurs: Dr. Zak Stein, Ken Wilber en Dr. Marc Gafni. Het blijkt deze laatste te zijn, die Wouter Torfs de hierin gestelde wijsheid heeft aangereikt.
Het boek is hoegenaamd geen gemakkelijke lectuur. “It is not a light read.” stelt men in de inleiding. Ik ervaar die uitspraak echt wel als een eufemisme. Hoewel ikzelf regelmatig zowel schriftelijk als mondeling in het Engels communiceer, vergen taalgebruik en woordkeuzes voor een goed begrip toch af en toe een tweede lezing.
Kort geschetst. Het ‘CosmoErotic Humanism’ kondigt zich in het boek aan als een waarden-gedreven manifest dat een veertigtal opvattingen omvat, die samen een antwoord kunnen bieden op de meta-crisis waarin de wereld zich bevindt. Aangedreven door het kapitalisme, de materiële hebzucht van het individu, de polarisatie, de klimaatproblematiek, de vrijwel uitgeputte (fossiele) energiebronnen en de technologische versnelling stelt men dat enkel een ‘liefdevolle’ kentering de mensheid kan redden. Het boek (en dus de leer) heeft dan ook – zo wordt gesteld - de ambitie om het verloop van de geschiedenis te veranderen en een betekenisvolle herinnering te vormen voor de toekomst (lees: een voorspelling).  
We duiken er eerst even dieper in. Het uitgangspunt is dat er altijd een drang geweest is naar intimiteit tussen alle delen van het universum. Atomen, cellen, organen, dieren, personen, ze zoeken elkaar steeds op, raken verbonden, maar behouden toch hun eigenheid. “Je leeft in het universum en het universum leeft in jou” is de stelling. Die eeuwige zoektocht naar onderlinge intimiteit wordt in het boek gedefinieerd als “de Architect van het universum”. In die zin spreekt de leer niet over ‘intelligent design’, maar over een ‘inherent design’, alsof het ingebakken is in alles wat we zijn, wat ons omringd, en wat we ooit kunnen betekenen. De evolutie doorheen de tijd, sinds de big bang, is dan ook een opeenvolging van liefdesverhalen in het universum. Daarom is de natuurlijke staat van de mens er geen van oorlog, maar één van liefde (Eros).
Het boek vestigt de aandacht op het feit dat de realiteit vandaag anders is. We leven niet in een open “Ik-Wij” verhaal, maar eerder in een gesloten “Ik-Het’ verhaal. Het hebben heeft voorrang op het zijn én het worden. We denken in termen van welvaart en niet welzijn, we hebben weinig oog voor de volgende generaties, we lopen verloren in de informatie die ons bereikt, onze aandacht wordt voortdurend afgeleid, we hebben weinig aandacht voor het leed van anderen, enz. Kortom, er is geen intimiteit en harmonie. Alles lijkt te worden aangedreven door rivaliteit en competitiviteit. Hierdoor wordt er eigenlijk een race naar de eindigheid van de mensheid ingezet. Noch (de eigen) religie, nog de louter op feiten gebaseerde wetenschap bieden hiertoe volgens de leer een afdoende oplossing.
Hoog tijd dus, wordt gesteld, om de overstap te maken naar een nieuwe, spirituele invulling van het menszijn. In het boek gaat men hiertoe op zoek naar een universele woordenschat, een waardenkader en een verbindend verhaal dat de mensheid weer kan samenbrengen achter eenzelfde ideaal om aldus de toekomst van diezelfde mensheid te kunnen verzekeren. De weg naar een nieuwe culturele, door liefde gedreven Verlichting ligt open, van Homo Sapiens naar Homo Amor.  
Vanuit enige zin voor de realiteit, kan ik me niet van de bedenking ontdoen, dat deze beweging toch ietwat naïef aandoet. In dit boek staan weliswaar waardevolle uitspraken en opvattingen, maar naarmate het boek vordert lijken de geschetste idealen – in de huidige tijdsgeest waarin overal vijandbeelden worden opgeroepen en vele politieke leiders het slechte voorbeeld geven - toch verder van ons weg te liggen dan ooit tevoren. Hier denk ik ook even aan een uitspraak van een andere auteur, nl. Sven Biscop, die in een analyse van de geopolitieke context iets schreef als: “Als waarden en belangen tegenover elkaar in de weegschaal worden gelegd, winnen de belangen het altijd.” Het streven naar waarden wordt dus maar al te snel, al te dikwijls, opzijgeschoven als de eigen belangen – vaak geopolitiek, economisch – op het spel staan.
Bovendien maak ik een aantal evolutionaire bedenkingen. Uitgaan van het ‘oneindige intieme’ ligt misschien voor de hand voor wie bovenaan de voedselketen staat. Het ligt minder voor de hand voor wie moet overleven. In dat geval gaat men immers beter uit van de vlucht- of vechtmodus. Het lijkt me eerder deze reflex te zijn die in ieder van ons is ‘ingebakken’. Ook uit studies blijkt dat dat de aantrekkingskracht, die eencelligen destijds bij elkaar bracht tot meercellige organismen, louter ingegeven werd vanuit een overlevingsdrang. “Samen staan we sterker!” lijkt me dan ook de leuze te zijn die het verdere leven heeft gekenmerkt.
Tot slot nog een opmerking over de soms religieus-spiritueel aandoende verwoordingen die in het boek worden gebruikt. Een sprekend voorbeeld hiertoe is het antwoord op de vraag: “Waarom is er lijden in de wereld?”. Hier stelt de leer dat er geen sprake zou zijn van lijden in een wereld die onverschillig is, in een wereld zonder intentie, intimiteit en intrinsieke waarden. We zouden het zelfs geen lijden noemen, omdat we in een dergelijke wereld geen onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad. Het is enkel het bestaan van de eeuwige liefde die begrippen als goed en kwaad kan doen ontstaan. Zo lijkt het natuurlijk dat met liefde alles verklaarbaar is.
Maar laat bovenstaande kritische analyse vooral geen beletsel zijn om de cultuur van eeuwige liefde zelf te verkennen, zonder vooroordelen én zonder voorkennis. Op je eigen lezing van de leer komt het aan! De meerwaarde van dit boek schuilt in de eigen reflectie en in de liefde- en respectvolle discussie die hierna op gang kan komen tussen twee of meer schakels van de mensenketting die erg op elkaar gelijken, maar toch een eigenheid behouden.   

Alain Surkol
David J. Temple
Alain Surkol
Non-fictie
Gewezen voorzitter Humanistisch Verbond Mechelen, voorzitter oudleerlingenbond Atheneum Pitzemburg Mechelen, Change manager bij Bpost. Verdiept zich in de menselijke impact van veranderingstrajecten op de werkvloer. Geeft lezingen en opleidingen over het belang van een positieve bedrijfscultuur.
_Alain Surkol - Recensent
Meer van Alain Surkol

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies