15 juli 2025
RomanReuzen. 50 grote Nederlandse schrijvers over hun dierbaarste boek van eigen én andermans hand
De journalist Frénk Van der Linden bezocht vijftig schrijvers, onder wie Arnon Grunberg, Manon Uphoff, Ronald Giphart, Leon de Winter, Bregje Hofstede, Maxim Februari, Rob van Essen en Adriaan van Dis. Telkens met dezelfde twee vragen: welk boek van een ander heeft op jou de meeste indruk gemaakt? En met welk boek van jezelf heb je de meeste affiniteit?
Een voorbeeld:
Ronald Giphart – Ik gaf vorm aan mijn eigen volstrekt oninteressante leven…
Favoriete boek: Winterlicht, Jeroen Brouwers
Eigen meest dierbare roman: Alle tijd
Ronald Giphart – Ik gaf vorm aan mijn eigen volstrekt oninteressante leven…
Favoriete boek: Winterlicht, Jeroen Brouwers
Eigen meest dierbare roman: Alle tijd
Romantisch kunnen romanschrijvers maar beter niet te werk gaan, heeft Ronald Giphart in de loop der jaren geleerd. Houd die neiging in toom, want ook lezers die aanvankelijk smelten door zulk proza krijgen er op een dag tabak van. Zelf is hij op die manier zijn grote voorbeeld Jeroen Brouwers ontrouw geworden.
Giphart had zich op de middelbare school ‘net tot schrijver gebombardeerd’ toen hij met zijn beste vriend en medeauteur Bert Natter een boek las dat grote invloed zou hebben op hun leven. ‘Wij voerden met z’n tweeën een strijd tegen de wereld, en de literatuur was ons wapen. Toen gold Jeroen Brouwers als een soort oppergod der letteren, die in zijn boek ‘Winterlicht’ liet zien hoe een echte auteur zich zou moeten gedragen. (…) Het principiële idee is dat een schrijver alles wat hij meemaakt in het teken van zijn schrijverschap behoort te stellen.’
Zo vond Giphart (‘jong, dom en naïef’) in zijn puberjaren ‘eindelijk alle antwoorden die ‘ik nodig had’. (…) In ‘Winterlicht’ gaat het over de nadagen van Jacob Voorlandt, niet alleen schrijver maar ook fotograaf van wolken. Tot een meesterwerk is hij nooit gekomen. Wat rest is de angst vergeten te worden. ‘Dat was natuurlijk Brouwers’ eigen angst,’ zegt Giphart. Terwijl voor ‘dat huilerige, dat larmoyante’ niet veel aanleiding leek: ‘Hij bevond zich toen, in 1983, op het hoogtepunt van zijn roem. Het was een beetje schmieren.
Inmiddels herlas Ronald ‘Winterlicht’ meermalen. Tot zijn schrik ervoer hij het dramatisch vertoon van Brouwers als ‘hilarisch lachwekkend en zelfs ergerniswekkend’. Het is ‘allemaal te veel, te veel, te veel’. ‘Ik heb mij er destijds door laten ringeloren. Ik noem het mijn zwart – serieuze periode’.
Giphart brak in 1992 door met ‘Ik ook van jou’, een verhaal over twee jonge schrijvers in wording (‘Wat is het toch heerlijk om te zijn zoals wij’), die per kano de Dordogne verkennen en in hun eigen woorden ‘een grote queeste naar literatuur en seks’ ondernemen. Door het gebral en de ongein heen schemert het verdriet over een fatale liefde …
(Pagina’s 19 – 20)
(Pagina’s 19 – 20)
Welke fantasmen Giphart allemaal bedenkt rond zijn queeste weet ik niet precies, want het gebeurt natuurlijk allemaal buiten dit boek. Vast staat dat Giphart nooit meer beste maatjes met Brouwers schrijverij is geworden, als de vriendschap eenmaal is afgezwakt is zulks dan ook moeilijk. Mannen worden niet zomaar opnieuw ‘ouwe – jongens – krentenbrood’. Dat vergt tijd. Voor je het weet is de één dood en de ander verleden tijd. Niet zo gezellig allemaal, achteraf gezien.
Ja ja, dacht ik, ’t zal wel zijn, vaneigens, zo’n vragen en de antwoorden daarop moet wel leiden tot openhartige interviews die je leeshonger aanscherpen, denk je dan. Om over de foto’s nog maar te zwijgen. In het boek staan inderdaad prachtige foto’s. Zoals een full body shot Abdelkader Benali in het woestijnachtige landschap van de Kennemerduinen, Ronald Giphart in een hoody, Jessica Durlacher met haar voeten pal in zee, Hanna Bervoets bij een dystopisch benzinestation en Bart Chabot ‘die de grote slachter onderuit wil schoffelen’ startensklaar in danspose onder een kristallen kroonluchter. Een oase van rust.
(…) in schril contrast met die andere Bart Chabot, de Formule 1 – bolide zonder rem, een flipperkast waar tien ballen in rond stuiteren, een verbale kermis en nog heel veel meer tegelijkertijd. Die kalme, bezonken, contemplatieve Bart Chabot bestaat écht. Sterker, hij wint terrein. Bijvoorbeeld vandaag, in zijn hoogsteigen Den Haag, als hij tijdens het RomanReuzen – interview herinneringen ophaalt aan de nachten die hij als middelbareschoolleerling ouderlijke verboden negeerde en in zijn slaapkamer met een zaklantaarn onder de dekens lag. Het boek dat hij las was ‘hysterisch leuk,’ mindblowing’, ‘echt om te huilen van het lachen.’
(Pagina 138)
(Pagina 138)
Het ‘geestverruimende’ boek dat Chabot toentertijd las, en nu nog steeds met stip aanduidt was ‘Fear and Loatingh in Las vegas and other American Stories’ van Hunter Thompson. Uit andere interviews blijkt dat de Bijbel veruit het populairste boek is onder schrijvers (Maarten ‘t Hart, Kader Abdolah, Franca Treur). Op de voet gevolgd door boeken van Gabriel García Márquez en Primo Levi…
Afijn. Het koffietafelboek slash leesbevorderingsproject 'Romanreuzen' dat ik zopas doorploegde, leverde me een lijst aan boekentips en literaire inspiratie op, en naar de plaatjes kan je eindeloos blijven kijken. Toch bleef ik op mijn honger zitten. Was dit het dan, dacht ik achteraf. De foto’s van Fjodor Buis maakten zoveel meer indruk dat de schrijversimpressies van meester Frénk. Bemerkingen die niet zelden om meer uitleg vragen blijven al te vaak onderbelicht. Een zin van Arnon Grunberg als "Wat me aansprak en nóg aanspreekt in de boeken van Marek Hlasko, is de woede in zijn stijl, en zijn bereidheid om te begrijpen dat het menselijk is om te willen afwijken", als hij het op pagina 12 heeft over zijn favoriete boek ‘De Israëlische trilogie’, wordt nergens geruggensteund door een standaardvoorbeeld of oppuntstelling.
Besluit. De journalist en de fotograaf hebben een op jongeren gerichte reeks verhaaltjes samengebracht die de leeshonger willen aanwakkeren en vervolgens stillen. Het project wil zo, naar eigen zeggen, een bijdrage leveren aan de strijd tegen de toenemende ontlezing in Nederland. Compleet met QR – codes van alle interviews in podcastvorm. Ambitieuze projecten beginnen inderdaad vaak klein.
Leuk om nog even mee te geven: de 50 auteursportretten werden van 24 juni tot en met 29 juni tentoongesteld in de Vishal Haarlem, als onderdeel van Het Literaire Festival Haarlem. In het najaar van 2025 volgt Eindhoven, in de Witte Dame.
Bovendien gaf PostNL op 22 april een speciaal postzegelvel uit n.a.v. de publicatie van het boek. Het bestaat uit 10 unieke postzegels, verzorgd door grafisch ontwerper Lex Reitsma. De postzegels tonen natuurlijk enkele van de fotoportretten van Fjodor Buis.
Lezen is denkbaar het beste wat je kunt doen om empathie voor de ander te krijgen, maar dit boek mocht mijns inziens toch net dat ietsje meer zijn, vandaar…
Benny Madalijns
Meer van Benny Madalijns
Benny Madalijns