30 september 2025
Met hangen en wurgen – Een korte wereldgeschiedenis van de doodstraf
Dit boek van de Nederlandse historicus A.J. van Loon is een fascinerende reis langs vierduizend jaar wereldgeschiedenis, toegespitst op de uitvoering van de doodstraf, van het oude Tweestromenland tot de terechtstelling van Saddam Houssein in 2006.
Van Loon rondde zijn studie Oude Geschiedenis aan de Universiteit Leiden cum laude af. Sindsdien werkt hij als freelance auteur, redacteur en vertaler. Dit boek is zijn indrukwekkende debuut.
In de inleiding verklaart hij waar zijn morbide interesse vandaan komt en hoe hij op het idee kwam een boek te schrijven over de manier waarop de doodstraf tijdens de menselijke geschiedenis op verschillende plekken van de wereld werd uitgevoerd. Maar tegelijkertijd mildert hij de verwachtingen van de lezer: hij beklemtoont dat de doodstaf voor de gehele duur van de geschiedenis een dusdanig veelvoorkomend en wijdverspreid fenomeen is geweest, dat het onderwerp niet in opperste volledigheid binnen de kaften van een enkel boek kan worden gevat. Zijn werk is dus geen uitputtende encyclopedie geworden maar een bloemlezing uit die grote en gevarieerde verzameling van wrede, gewelddadige en soms ronduit bizarre executiemethoden die ooit hebben bestaan en nog steeds bestaan.
Maar wat dit boek zo bijzonder en interessant maakt, is dat de auteur - naast de verhalen over verschillende weerzinwekkende strafmethoden en de ontstaansgeschiedenis ervan - zich vooral richt op de bredere historische referentiekaders waarin die methoden moeten worden gesitueerd. De uiteenlopende executiemethoden die in elk afzonderlijk hoofdstuk centraal staan, vormen telkens het beginpunt om meer te vertellen over de periode of de beschaving waarin een bepaalde doodstraf werd toegepast. Van Loon benadrukt ook dat hij ervoor gekozen heeft zich zoveel mogelijk te beperken tot de doodstraffen, waarbij hij de losse definitie hanteert dat “de doodstraf een executie is die, binnen een rechtssysteem, van staatswege of door een andere gevestigde autoriteit wordt opgelegd”. Hiermee wil hij vooral buitengerechtelijke executies uitsluiten, hoewel dit onderscheid niet altijd even duidelijk blijkt.
De dertien hoofdstukken vormen geen samenhangend geheel. Buiten het doodstrafthema is er weinig dat ze onderling verbindt. Van Loon heeft wel gekozen voor een indeling op basis van de vier klassieke natuurelementen: water, aarde, lucht en vuur. Iedere executiemethode die in dit boek wordt behandeld, kan duidelijk worden geassocieerd met een van die elementen. Aan deze indeling moet verder geen al te diepe betekenis worden toegekend; het doel is slechts om enige structuur aan te brengen in wat anders een zeer losse verzameling verhalen zou zijn.
In het boek wordt geen gebruik gemaakt van een uitgebreid academisch notenapparaat. De noten zijn voor het overgrote deel van verklarende aard. In enkele zeldzame gevallen, doorgaans wanneer het gaat om statistische gegevens, wordt de bron wel in een noot aangegeven. Ook de vertalingen die van Loon van anderen heeft overgenomen, zijn in de noten toegelicht. De bibliografie is evenmin een exhaustieve lijst van alle boeken en artikelen die hij in de loop van het onderzoek heeft geraadpleegd.
Het eerste deel, getiteld “Water”, omvat drie hoofdstukken waarin achtereenvolgend worden behandeld: de doodstraf in het oude Mesopotamië (water speelde een belangrijke rol in de Codex Hammurabi); de Perzische botenstraf (over de langdurige en pijnlijke executie waarvan de moordenaar van Cyrus de Jongere waarschijnlijk het slachtoffer werd op last van de Perzische koning Artaxerxes II); de “achterlating op een onbewoond eiland” (met het verbluffende verhaal van de Schotse zeeman Alexander Selkirk die vier jaar op een onbewoond eiland overleefde en gezien wordt als de inspiratiebron voor Daniel Defoes roman “Robinson Crusoe”).
Onder de noemer “Aarde” behoren eveneens drie hoofdstukken, successievelijk gewijd aan: de gruwelijke varianten waarmee terdoodveroordeelden in de Romeinse arena om het leven werden gebracht tot vermaak van hysterische massa’s; levend begraven, een van de vreselijkste vormen van de doodstraf die ooit aan het menselijk brein ontsproten is; het vierendelen, waarbij de veroordeelde in vier stukken werd gehouwen of door vier paarden uiteen getrokken (bekend voorbeeld uit Nederland: in 1584 werd Balthasar Gerards, de moordenaar van Willem van Oranje, in Delft gevierendeeld).
Onthoofden, spietsen, kruisigen, alsook ophangen en wurgen, zijn afschuwelijke en sadistische executiemethoden waaraan in het derde deel “Lucht” ieder in een apart hoofdstuk diepgaande aandacht wordt besteed. Befaamde figuren komen hier voorbij, onder meer de Parijse arts Joseph-Ignace Guillotin (1738-1814), pleitbezorger van de naar hem genoemde valbijl als de enige legale en “humane” executiemethode in Frankrijk; Vlad Dracula, de vijftiende-eeuwse heerser van Walachije, bijgenaamd Vlad de Spietser; Spartacus, leider van de beroemdste slavenopstand in de Romeinse Republiek (73 tot 71 v.Chr.); de Iraakse dictator Saddam Hoessein, opgehangen op 30 december 2006 in een gevangenis in Bagdad. Maar het relaas dat van Loon brengt over de ophanging aan een hijskraan van de vijf ton wegende “moordende circusolifant Mary” op 13 september 1916 in Erwin, Tennessee (VS), kan beschouwd worden als de meest afstotende en hartverscheurende van alle meedogenloze gruwelijkheden die in het boek aan bod komen.
De laatste drie hoofdstukken onder het thema “Vuur” focussen respectievelijk op niet minder barbaarse executiemethoden uit de geschiedenis: de brandstapel, De Koperen Stier en tenslotte het afschieten van een veroordeelde met een kanon. Zij werden vooral gebruikt ter bestraffing van hoogverraad, hekserij en ketterij.
De epiloog geeft stof tot nadenken. Van Loon stelt hierin onomwonden dat uit zijn boek bovenal is gebleken dat wrede, openbare doodstrafvoltrekkingen in de geschiedenis veel eerder de norm dan de uitzondering waren en dat ze pas sinds ongeveer anderhalve eeuw in steeds meer delen van de wereld zijn afgeschaft, maar tegelijkertijd ook nog steeds niet overal. Hij concludeert dat het daarom onverstandig zou zijn er blindelings op te vertrouwen dat ze voor altijd naar het verleden zijn verbannen: het zou zomaar kunnen, dat onder een dunne laag vernis van verlicht inzicht en beschaving, een uiterst hardnekkige menselijke natuur sluimert.
Met hangen en wurgen is een imposant en toegankelijk werk dat vierduizend jaar doodstraf belicht met oog voor detail en geschiedkundige context, voorzien van talrijke voorbeelden en een reeks illustraties. Van Loon is erin geslaagd om zowel te informeren als te prikkelen. Het is een boek dat je bijblijft, onafgebroken boeiend en verhelderend. De minutieuze beschrijving van de talrijke bloeddorstige executiemethoden is echter niet licht verteerbaar en maakt het om die reden minder geschikt voor gevoelige lezers…
Marc De Bock