25 november 2025
Passage Parijs. In het spoor van de schrijvers.
Veel indrukwekkender kan een boek naar uitvoering niet zijn. Ook de titel ‘Passage Parijs’, in vurig rode letters afgedrukt, is veelbelovend. De ondertitel maakt al dadelijk duidelijk wat je mag verwachten: ‘In het spoor van de schrijvers’.
Een zeer typerende zin uit het boek komt van Michel Houellebecq: “Een ware schrijver moet wandelen”. Schrijver van dit boek, Dirk Leyman, neemt dat zeer letterlijk en volgt zijn uitgekozen schrijvers op de voet langs al hun verblijfplaatsen in Parijs. De terrasjescultuur is in Parijs gelukkig zeer ingeburgerd zodat ruimte gecreëerd wordt om herhaaldelijk te verpozen. Passage Parijs is dan ook niet de zoveelste gids over de hoofdstad van Frankrijk. Leyman legt hier de link tussen de schrijver, diens oeuvre en de flamboyante grootstad.
Als prille twintiger trok Leyman voor het eerst door Parijs en droomde over de boeken die hij later zou schrijven. Zeven jaar geleden kwamen de eerste zinnen op papier van wat nu verschenen is over de schrijvers die in Parijs verbleven. Het resultaat is dit imposante werk geworden.
Leyman beperkt zich tot de schrijvers uit de twintigste eeuw met slechts enkele uitschieters zoals Baudelaire, Proust en Houellebecq. Na een eerste promenade door Parijs met Patrick Modiano, treden achtereenvolgens een plejade van schrijvers op die voor korte of langere tijd in de stad woonden. De meesten zijn Fransen, maar ook heel wat buitenlanders verbleven in Parijs met niet te vergeten de Belg Simenon.
Voor Leyman is de sfeer belangrijker dan de volledigheid. Hij schrijft erg vlot zodat dit toch wel zeer uitgebreide boek onweerstaanbaar wordt. Gelukkig zijn de hoofdstukken elk apart te lezen zodat je elke keer opnieuw wordt opgezogen in de literaire wereld van Parijs. Naast een ernstige neerslag over de schrijver verweeft Leyman de nodige anekdotes doorheen zijn tekst waardoor het niet louter een academische studie blijft. Hij zorgt ervoor dat de interessante aspecten uit het werk van de auteur belicht worden. Voor wie na het boeiende verslag de echte wereld van de schrijver wil gaan ontdekken, staat er telkens aan het einde van het hoofdstuk een “carnet d’adresses”. Dit is uiterst geschikt om te gebruiken bij je volgende uitstap naar Parijs. Naast de schrijvers last Leyman acht hoofdstukken in “Parcours Parijs”. Hierin vertrekt hij van gebouwen of plaatsen om de literaire atmosfeer van de stad te onthullen. Talloze literaire locaties worden onder de aandacht gebracht en tot leven gewekt.
Leymans parcours ontfutselt de stad haar geheimen en voert ons doorheen het 20e-eeuwse literaire Parijs. Hij is erin geslaagd een unieke kijk te creëren op de talloze locaties waarvan hij de geheimen onthult. Passage Parijs is een werk voor boekenliefhebbers geworden. Zij zullen het dan ook kunnen appreciëren dat er een achttien pagina’s lang overzicht wordt opgenomen van “Uitgelezen Parijse boekhandels – Notre coup de coeurs”.
Handig voor oriëntatie bij deze zwerftocht is ook het plan van de twintig Parijse arrondissementen. Uiteraard kan een bibliografie niet ontbreken. Leyman organiseerde deze per hoofdstuk, aangevuld met een algemene bibliografie. Het personenregister maakt het werk volledig.
In Passage Parijs is Leyman tegelijkertijd literaire journalist en begenadigd schrijver. Je voelt zijn fascinatie voor Parijs en hij weet dat in zijn teksten overtuigend mee te geven. Daarbij schrijft hij bijzonder vlot zonder gebruik te maken van voetnoten. De vele zwart-wit illustraties verluchtigen het boek. Franse stukjes tekst worden niet vertaald. Het meer dan 700 pagina’s tellende boek verveelt nooit. Leyman slaagt erin zijn passie voor literatuur en Parijs over te brengen. Zijn leidmotief maakt hij tastbaar: “Dromen was gratis, vooral in Parijs”. Passage Parijs is zo een droom die werkelijkheid is geworden.
Paul Van Aelst
Dit boek werd eveneens gerecenseerd door Gerda Sterk.