Julia Shaw
Sophia De Wolf
Non-fictie
  • 5126 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

30 september 2019 Het kwaad. De psychologie van onze duistere kant
Toegegeven, ik dacht aanvankelijk: dit boek gaat over het kwaad, dus over wat ‘monsters’ de gewone mens zoal aandoen, of over wat wangedrag van ‘anderen’ zoal kan teweegbrengen; over moordenaars, verkrachters en terroristen. Al heel vlug kwam ik echter tot de verrassende vaststelling dat het over mezelf gaat, over ons, over u en ik. Over het soort kwaad dat vaak over het hoofd wordt gezien. Over de ongemakkelijke waarheid dat we allemaal boter op het hoofd hebben.
Forensisch psycholoog Julia Shaw mocht al de internationale bestseller ‘De illusie van het geheugen’ op haar naam schrijven. In dit tweede boek, dat handelt over onze duistere kantjes, doet ze – aan de hand van acht verschillende onderwerpen in evenveel hoofdstukken - beroep op ons inlevingsvermogen. Ze doet daarbij appel op onze bereidheid om zaken zoals psychopathie, moord, technologie, pedofilie en seksueel afwijkend gedrag, tot zelfs groepsdenken, eens grondig anders te benaderen.
Julia Shaw dissecteert samen met ons het begrip ‘kwaad’ met een uiterste precisie en met behulp van de juiste wetenschappelijke instrumenten. Ze gaat tot op het bot en aarzelt niet om ons daarbij af en toe in een ongemakkelijke positie te duwen. Dit heeft het vruchtbare gevolg dat haar diepgravende denkpistes soms confronterend, maar bovenal alsmaar interessanter worden. Het boek boeit, zet aan tot nieuwsgierig verder lezen. En, we kunnen inderdaad niet anders dan tot het inzicht komen dat we allemáál op een of andere manier veroorzakers zijn van verschillende soorten kwaad. We zeggen het ene, maar doen het andere: we zijn allemaal een beetje ‘cognitief dissonant’, allemaal een beetje ethisch blind wanneer het ons beter uitkomt.
Doorheen het hele boek, maar vooral op het einde, roept de auteur op om steeds te nuanceren. Shaw stelt haar lezers rechtstreeks de vraag om water in onze vertrouwde wijn te doen, ze daagt ons uit om de grenzen van onze tolerantie op te zoeken.
Met haar radicale zienswijze deelt ze prikkels uit. Prikkels die ongetwijfeld voor sommigen zullen aanvoelen als mentale stroomstootjes, zeker als zij het over pedofilie en zoöfilie heeft. Zélf is de auteur opmerkelijk open en eventjes ook heel persoonlijk - iets wat ik meestal moeilijk apprecieer in boeken van wetenschappers. Maar ze komt ermee weg omdat het relevant is voor haar betoog en omdat ze discreet blijft.
Shaw vraagt met aandrang om je blik te veranderen en je mededogen boven te halen: een mens heeft in een vlaag van woede één moord gepleegd, kunnen we die dan zijn verdere leven een moordenaar blijven noemen? BDSM, seks met dieren: kunnen we dat niet langzaamaan als volstrekt normaal beschouwen? Ze gaat alvast geen enkel taboe uit de weg.
Let wel, de auteur banaliseert geenszins het kwaad, ze benadrukt dat ze géén morele relativist is. Opzettelijk pijn en lijden veroorzaken is onvergeeflijk, actie ondernemen bij het schenden van mensenrechten is absoluut een vereiste. Sophia De Wolf
Dit is dus zeker géén zoveelste uitgave over het slechte in de mens. En absoluut geen overbodige uitgave, want Shaw verlaat platgetreden paden. Nee: het is zelfs een positief boek, een boek dat - ook al zullen sommigen dit voor enkele van de onderwerpen betwisten - morele vooruitgang bepleit.
Julia Shaw ziet perspectieven en stimuleert ons om na te denken over dit thema - het kwaad - en de verschillende uitingsvormen ervan. Haar overtuiging zindert na. Of verruimt minstens je kennis. Want kennis is macht: omdat je je op die manier bewust wordt van je eigen gedrag, dat je bijgevolg kan aanpassen. De keerzijde is dat dit vrijblijvendheid uitschakelt: ben je dan immers niet moreel verplicht om gedrag dat anderen schaadt, te wijzigen?
Het wordt ook heel snel duidelijk dat vele soorten ‘kwaad’ zich in ‘the eye of the beholder’ bevinden. Wat de ene ergerlijk of aanstootgevend vindt, kan voor de andere heel erg aanvaardbaar zijn, en omgekeerd. De auteur citeert hierbij Nietzsche, die betoogde dat het kwaad een subjectieve ervaring is, niet iets wat inherent is aan een persoon, een voorwerp of een handeling. We moeten met andere woorden stoppen met anderen etiketten op te plakken. Want stel je voor dat iedereen jóu voortdurend zou beoordelen en veroordelen voor die ene blunder, die ene flater, die ene misstap of ja, zelfs die kleine abnormaliteit? Hoe zou dat voelen?
Globaal gezien veroorzaakt de auteur met haar betoog echter zelf óók enige dissonantie en verwardheid. Ze vraagt om begrip te hebben voor het kwaad omdat ze het een complex systeem van beslissingen, watervallen van invloeden en veelkantige sociale factoren vindt, maar langs de andere kant wast ze haar lezers de oren dat zij bewust of onbewust veroorzaker van datzelfde kwaad zijn omdat zij (wij allemaal dus) toelaten dat maatschappelijke gewoonten een sluier leggen over onze morele conflicten. Maar heeft de lezer dan niet evenééns recht op wat begrip?
Ook formuleert ze haar zinnen regelmatig wat ingewikkelder dan nodig. Doch, het enige échte jammere - én een beetje vloeken in de kerk voor boekenliefhebbers - zijn de redactionele slordigheidjes. Met een beetje aandacht hadden die foutjes vermeden kunnen worden. Maar, gezien dit boek gaat over mildheid en mededogen, bedekken we dit graag met de mantel der liefde…

En dan past het misschien ook om deze bespreking te eindigen met een van de citaten van Nietzsche waarmee dit boek wordt verlucht: “Het kwaad wordt pas gecreëerd op het moment dat we iets als zodanig zien. En even snel als we het kwaad kunnen creëren, kan het, als onze perceptie verschuift, weer verdwijnen.”
Julia Shaw
Sophia De Wolf
Non-fictie
Recensent
_Sophia De Wolf Vrijwilliger bij het Huis van de Mens Zottegem
Meer van Sophia De Wolf

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies