8 oktober 2019
The four horsemen. Het gesprek dat een atheïstische revolutie ontketende
De vier auteurs van ‘The four horsemen’ zijn over de hele wereld bekend als ‘de Nieuwe Atheïsten’. Het grootste en belangrijkste deel van dit boek wordt ingenomen door een verbatim-weergave van een (het enige!) gesprek dat ze alle vier samen gevoerd hebben ergens in 2007.
Daarbij gaat het om een gedachtewisseling over een aantal onderwerpen gerelateerd aan hun atheïstisch activisme. Het geeft de gedachtewisselingen weer tussen deze 4 mensen, die heel goed nagedacht hebben over hun mening en er al jaren over de hele wereld een felle strijd voor geleverd hebben. Toch zijn ze geestig gebleven en is hun gevoel voor humor en proporties intact gebleven.
Voorbeelden van de besproken thema’s in de uitgave zijn:
- Hoe de religies overal een aparte status hebben verworven en steeds buiten schot blijven. Je mag er geen formele, rationele kritiek op uiten, maar je mag het ook niet humoristisch benaderen. Ook wordt er gesuggereerd dat sommige zaken niet mogen/kunnen gezegd worden uit ‘beleefdheid (?)’
- Hoe gelovigen vaak ‘gechoqueerd’ zijn en ‘gekwetst” reageren op kritiek en commentaar op hun geloof en godsdienst, maar zelf adembenemend arrogant zijn in hun uitspraken over ongelovigen.
- Het fenomeen van predikanten en priesters die niet meer geloven, maar dit niet durven toegeven.
- De premisse dat het heel nobel is om te geloven zonder dat daar bewijs voor is.
- Hoe het komt dat een mening die verkondigd wordt door een prediker of priester plots als een gezagsargument geldt. Idem voor statements die uit de bijbel, koran,... gehaald worden.
- Voor de individuele mens stelt zich de vraag: Hoe kan er voor gezorgd worden dat mensen zelfstandig en sceptisch denken?
- Op lange termijn rijst de vraag naar het uiteindelijke doel van hun activisme: ‘Willen we echt wel een wereld zonder geloof?’
Waarom het boek in 2019 in het Nederlands wordt uitgegeven is wel een raadsel. Tussen 2007 (de datum van ‘Het gesprek’) en 2019 hebben elk van de vier ‘horsemen’ immers zeer consistente en diepgaande analyses gewijd aan allerlei facetten van het atheïsme. Dawkins (The God Delusion), Hitchins (God is niet groot), Karen Armstrong (A History of God), Daniel Dennett (Breaking the Spell: Religion as a Natural Phenomenon) en Sam Harris (The End of Faith) laten geen spaander heel van theïsme en daaraan gelinkte godsdiensten.
Het pas verschenen boek voegt daar niets fundamenteels aan toe. Wel worden er enkele themata besproken waarmee de auteurs tijdens debatten en media-optredens met de regelmaat van de klok geconfronteerd worden. Het gaat dan veelal over aanvallen (niet steeds argumenten) van tegenstanders allerhande die het atheïsme willen ontkrachten. Daarop wordt door de auteurs op verschillende manieren gereageerd. Soms met humor, soms met een zekere ergernis, en soms ook wordt een of andere opwerping voldoende ernstig genomen om er even aandacht aan te besteden. Dit helpt om meer inzicht te krijgen in hun debattechnieken of leidt ertoe dat feiten en distinguo’s scherper worden gesteld.
Het feit dat deze auteurs sinds vele jaren wereldwijd aanhoudend onder vuur liggen, is wel gekend, maar de manier waarop zij in de VS aangepakt en bejegend worden, is echt wel speciaal. Atheïsme stoot er steeds op een muur van onbegrip en wordt er aangevallen met argumenten die van een ongelofelijke onwetendheid en naïviteit getuigen. De auteurs blijven altijd moedig hun zaak toelichten, maar geven wél te verstaan dat ze niet veel hoop hebben om te lukken in hun opzet om de maatschappij ‘godsdienstvrij’ te maken.
De specifieke meerwaarde van deze uitgave is volgens mij beperkt. De grote analyses zijn reeds eerder gemaakt en de aanvullingen die dit boekje levert zijn niet meer dan beleefde gedachtewisselingen en beschouwingen die tussen pot en pint gedeeld worden onder collega’s die op sommige punten van mening kunnen verschillen, maar die het fundamenteel volledig met elkaar eens zijn.
Meer van Dirk De Schrijver