Simon Schama
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 1871 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

22 april 2020 De ruwe oversteek. Groot-Brittannië, de slavernij en de Amerikaanse Revolutie.
De woorden oversteek - slavernij - Groot-Brittannië zetten natuurlijk in ons historisch geheugen de klik in gang naar de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, de eis van de kolonies van niet enkel belastingen te willen betalen maar ook vertegenwoordigers te willen in het parlement (“no taxation without representation”). Of dat feit deze kolonies zeker niet akkoord gaan met het feit dat alles wat ze produceren eerst naar Engeland moet, waar het dan met winst verder wordt verhandeld… Vandaar de fameuze “Boston Tea Party” waarbij ze uit protest kisten met thee overboord kiepten. De Engelsen kwamen de opstand onderdrukken, maar ze verloren die oorlog…
Het boek van Simon Schama speelt zich af in die welbepaalde periode, maar brengt het verhaal vanuit een ongebruikelijke invalshoek. Schama gaat kijken wat er in die tijd gebeurde met de zwarte slaven. Toen zijn er immers voor de eerste keer dingen “gedacht en gedaan” die de lange saga van de ontvoogding van de zwarten in de zich nog vormende Verenigde Staten in gang gezet hebben.

The vierde Earl of Dunmore verklaarde in het Britse Parlement in november 1775 dat iedere slaaf die de “opstandige plantages“ zou verlaten, zijn of haar vrijheid zou krijgen. Want de “lucht van Engeland was te puur om door slaven ingeademd te worden”. Alles wat de opstandige Amerikanen zou verzwakken, was in de ogen van de Engelsen een pluspunt en het Engelse leger kon soldaten gebruiken.
”Naar schatting 80.000 tot 100.000 slaven gaven gehoor aan die oproep-met-belofte-van-vrijheid en namen de benen.” (zelfs George Washington moest ervaren dat sommige van zijn slaven er vandoor gingen) Ze geloofden zozeer in de “Britse Vrijheid” dat ze door de hel gingen om toch maar “tot onder die Britse vlag” te geraken. Velen van hen werden terug gevangengenomen, stierven onderweg van ontbering en van ziekte (zoals de gevreesde pokken), anderen geraakten inderdaad tot in “Brits New York.” Daar werden ze ondergebracht - en vochten in wat “Het Ethiopische regiment” werd genoemd en droegen een badge waarop “Vrijheid voor slaven” geschreven stond.
Ongelukkiglijk kozen zij de verliezende kant en de liquidatie van Brits Amerika begon. Eens de Engelsen weg kwamen de vorige slaafeigenaars hun eigendom terug pakken in de straten van New York. Vele zwarten scheepten in naar wat er nog van vrij Engeland overschoot: Nova Scotia. Daar kwamen ze, helaas, al evenmin in een paradijs terecht. Ze werden er min of meer weer als slaven behandeld door blanken die er niet aan gewoon waren een zwarte als een gelijke te zien en die wilden profiteren van goedkope werkkrachten.
Dan deed plots een gerucht de ronde: ze konden naar Afrika (terug), naar een land dat er voor hen was, waar ze een huis en een stuk grond zouden krijgen en waar ze over zichzelf konden regeren. Dat land heette Sierra Leone en de plek waar ze naartoe gingen “Freetown”. De Britse regering zou betalen voor de reis en de kolonisatie... Diegenen die besloten het voorstel te aanvaarden kregen zelfs een document dat verklaarde dat ze vrije mensen waren. Te mooi om waar te zijn, maar toch waar.
In 1791 komt een jonge blanke Engelsman die John Clarckson heet, in Nova Scotia “zijn slaven” ronselen. Hij moet er ervaren hoe deze mensen behandeld werden door hun nieuwe christelijke meesters (ze werden geslagen, gegeseld, hun huizen werden in brand gestoken etc.). Zij vinden troost in de bijbel en het verhaal van de Joodse slaven die bevrijd worden uit de slavernij in Egypte. Zij geloven Clarckson: ze hebben hun Mozes gevonden. In Halifax staat een kleine “ Freedom Fleet” van 15 schepen op hen te wachten en 1192 zwarten schepen zich in. John staat op het punt met een lieve bankiersdochter te trouwen, maar onder invloed van zijn oudere broer Thomas, die een fervent Abolishionist is, trekt hij zich gewetensvol het lot aan van deze ex-slaven en kan niet anders dan ook de organisatie van de hele expeditie op zich nemen. Er is blijkbaar nog altijd een blanke nodig… Het is een hele onderneming, met die 15 schepen die moeten uitgerust worden als passagiersschepen, zodat de opvarenden zeker niet moeten denken aan de onmenselijke omstandigheden die ze ondergingen toen ze als slaven van Afrika naar Amerika verscheept werden.
Als zoiets vandaag zou gebeuren, zou dat groot nieuws zijn. Maar deze gebeurtenis raakt verloren in de annalen van de geschiedenis. Gelukkig echter houdt Clarckson een dagboek bij. De hele onderneming loopt niet van een leien dakje en dat levert Schama een prachtige, dramatische raamvertelling op…
Zo is er onder de zwarten een man, Thomas Peters, geboren in Afrika, sergeant bij de Britse Zwarte Pioniers - een ontwikkeld, geletterd man die de wetten kent en beschikkend over leiderscapaciteiten. Hij is een zwarte met ervaring en maakt Clarckson het leven niet gemakkelijk.

Er steken twee heftige stormen op waarbij het er uitziet alsof er schepen zullen ten onder gaan. Enkele schepen verliezen contact met de vloot maar komen weer opdagen. Clarckson zélf wordt ernstig ziek en staat op het punt in zee begraven te worden als een van de aanwezigen beweging in het dode lichaam meent op te merken. Clarckson wordt naar zijn cabine gebracht en herleeft. De volgende dagen, tijdens zijn herstel, breekt een tweede storm los. Clarckson wordt in zijn cabine rondgegooid als een pop. Men vindt hem terug, besmeurd met bloed en met ernstige verwondingen: Maar hij herstelt…
Als ze na deze epische, zeer moeilijke reis in het “beloofde land” aankomen, moeten ze ervaren dat de blanken die er wonen niets gedaan hebben om de “settlers” onderdak te verlenen. Je kan toch niet verwachten dat blanken zoiets zouden doen voor zwarten… Die slaven moeten maar zélf de boel klaren….

Het regenseizoen begint. John overwint met bewonderenswaardige moed en volharding, anderhalf jaar lang alle kleine en grote obstakels. Wat hij verwezenlijkt is niet min: een vrije Afrikaans-Amerikaanse gemeenschap met eigen verkiezingen, waaraan iedereen mag deelnemen en een stem uitbrengen. Ook vrouwen mogen stemmen, wat een “first” is in de wereld. Het is een echt “land”, met eigen politie, administratie en rechtssysteem, waarin zwarten volkomen gelijk zijn aan blanken. Er wordt zelfs een blanke veroordeeld en gegeseld….
Schama toont met deze uitgave opnieuw wat een meester-verteller hij is. Hij heeft het soort elegantie van stijl en woordgebruik die je enkel nog bij oudere Britse schrijvers terugvindt. Hij gebruikt zeer handig de personages en hoe deze denken, handelen en voelen, en beschrijft prachtig de situaties waarin ze verkeren. Hij duikt ook dankbaar in de archieven die nu gelukkig veelvuldig op internet beschikbaar zijn (“De bevrijding van de archieven”). Hij haalt daaruit zoveel stukjes kleine inlichtingen, brieven, verslagen, krantenknipsels, berichten, levensverhalen, mededelingen en alle mogelijke snippers die hij elders nog opdiept, om dit stuk van de geschiedenis te stofferen, levend te maken en een plaats te geven in de grote Geschiedenis.

Hij zal ook nu wel het verwijt krijgen dat dit geen academische, ernstige geschiedschrijving is… Alsof men niet zowel gepassioneerd kan schrijven als degelijke geschiedenis neerpoten…
Nota’s duiden op een ongelooflijke berg “bronnen” die hij raadpleegde en het is zijn grootste gave dat hij uit die massa zowel de grote gang van het gebeuren als de kleine, alledaagse feiten en figuren kan inzetten om het echte leven weer te geven in een episch, meeslepend verhaal. Zo lezen we niet alleen over “Saints” zoals William Wilberforce, Cuffe en Henry Taunton, maar ook over de verschillende materialen waaruit doodskisten konden vervaardigd worden, en over de gewone man en vrouw die aan het verkeerde eind van de geschiedenis terechtgekomen zijn.
Schama is een belangrijke vertegenwoordiger van de beste Westerse geschiedschrijving met haar onwankelbare kritische eerlijkheid, waarmee de lezer wordt geconfronteerd met een soort denk-na verhaal: ”Wat zou jij gedaan hebben?” Hij toont bovenal ook wat het inhoudt om slaaf te zijn en hoe het verdere bestaan van slavernij het hele mooie ideaal van de Amerikaanse democratie vergiftigde.
We krijgen ook nog het verdere, droeve verhaal van “Freetown”, dat na het vertrek van Clarckson een “town of slavery” wordt mee, met opstanden die bloedig worden onderdrukt, een kort en een lang chronologisch overzicht, pagina’s noten en verwijzingen en als je nog méér wil weten genoeg suggesties om leesstof te hebben voor jaren…

Lezen!
Simon Schama
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies