Els van Diggele
Guido-Jules Kindt
Non-fictie
  • 1807 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

28 juli 2020 Het raadsel van Femma – Prooi van een mensenredder
Nadat de Duitsers in 1940 Nederland waren binnengevallen en de regeringsleiders met het koningshuis naar Engeland waren gevlucht, stuurde koningin Wilhelmina via de radio een boodschap naar haar landgenoten: “Blijf op je post en werk samen met de bezetter.”
Was dit een oproep tot collaboratie? Of een poging om de bevolking te beschermen?

In het pas verschenen boek ‘Het Raadsel van Femma’ wijst auteur Els van Diggele onomwonden naar de slaafsheid van een groot deel van de Nederlandse administratie, die door haar ruime medewerking aan het transport van Joden naar de vernietigingskampen, in feite de dood van duizenden Nederlandse Joden op hun geweten hebben.
Via het geval ‘Femma’, een meisje van vijftien dat zonder degelijke bewijzen als joods werd bestempeld, wijst de auteur op de verregaande gevoeligheid voor gezag bij de Nederlanders. ‘Het zijn geen monsters of beulen, maar jaknikkers die, zelfs als er mensenlevens mee gemoeid zijn, in de pas lopen en liever profiteren dan zich te verzetten.’ De volgzaamheid van een samenleving verleende medewerking aan een misdadige ideologie. Daardoor zijn in Nederland ruim 75 procent (meer dan 100.000) van alle Joden die er leefden naar vernietigingskampen gestuurd.
Het boek van van Diggele bestaat uit drie belangrijke onderdelen. Eerst het geval Femma en hoe dit doodgewone meisje, dochter van een Nederlandse ruitenwasser, op een dag werd meegenomen om anderhalf jaar in helse omstandigheden voort te leven. Een tweede deel gaat over de zogeheten ‘goede nazi’, Hans-Georg Calmeyer, die de lijsten opstelde van hen die moesten worden vermoord of niet. In het derde en laatste deel laat de auteur een aantal personen aan het woord die een rol hebben gespeeld in Femma’s leven. Een ultiem fragment is de uiteenzetting van een psychiater, dat aantoont hoe verschrikkelijk dit gebeuren is geweest voor iemand die uiteindelijk aan een gewisse dood ontsnapte. Tot haar negentig jaar sleurde Femma de littekens van haar traumatische ervaring mee en ze kon er maar over vertellen nadat ze met kinderen en kleinkinderen een bezoek had gebracht aan Auschwitz in 2019.
Al in 1937 zijn er in Amsterdam nazi-gezinden die een vlag van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) uithangen op de verjaardag van Hitler en krijgen Israëlitische vrouwen verwijten te horen als: ‘Dat Jodengebroedsel moet allemaal uitgeroeid worden.’ Wanneer de Duitsers in mei 1940 Amsterdam binnen trekken als bezetters, worden ze door een aantal toeschouwers op applaus en bloemen onthaald. De radiozender in Hilversum toont loyaliteit voor de Nieuwe Orde en in de studio’s staan ze klaar met bloemen.
Korte tijd na de bezetting worden al lijsten opgesteld van Joodse mensen en krijgen de Duitsers geestdriftige medewerking van bevolkingsambtenaren. Werk samen met de bezetter bleef het wachtwoord. Jodensterren en vervolging zijn schering en inslag.

In september 1942 zijn al zesduizend stadsgenoten uit hun huizen gehaald en op transport gezet naar kampen. Het gaat duidelijk niet om mensen die zullen worden tewerkgesteld, zoals het heette. Er zijn oude en zieke Joden bij en een groot aantal kinderen.
De man die zich vrijwillig heeft aangemeld om de lijsten met wegvoeringen op te stellen, is Calmeyer, een advocaat uit Osnabrück. Als militair bij de Wehrmacht had hij naar het Oostfront moeten trekken, maar hij slaagt erin zich administratief belangrijk te maken in het comfortabele milieu in Den Haag. Hij maakt zich onder meer verdienstelijk door informatie over kenmerken en afstamming op te stellen. Daarmee kunnen Joden worden opgespoord.
Dat precies deze man, die duizenden Joden heeft geselecteerd voor de moordkampen, na de oorlog erin slaagt om zich voor te doen als ‘jodenredder’ is hallucinant. Omdat de Duitse bevelhebbers aandrongen om voldoende Joden te ‘leveren’ voor transport, stuurde hij zonder pardon - en vaak zonder de dossiers te hebben bekeken - mensen de dood in. Ook bij Femma trekt hij een rode streep door haar argumenten om als niet-Joods te worden bestempeld.
Calmeyers geboortestad Osnabrück was van plan een museum aan hem te wijden, maar dit project wordt nu erg in vraag gesteld. Historici menen dat hij gewoon administratief oordeelde of iemand Jood was of niet, en nooit inspanningen leverde om mensen te redden. Vast staat dat hij zeker 1.500 aanvragen verwierp om niet op transport gezet te worden. En velen zijn van mening dat hij nooit uit eigen beweging mensen redde.
Volgens auteur Els van Diggele was Calmeyer enkel bekommerd om het veiligstellen van zijn eigen positie in het knusse Den Haag.

Toch heeft hij tijdens een diepgaand interview met de Nederlandse historicus Ben Sijes in 1967 toegegeven: “Jede Nacht bin ich verzweifelt. Ich bin mir vorgekommen wie ein Mörder.” Calmeyer overleed op 3 September 1972.

Femma Fleijsman leeft nog en is 92 jaar.
Els van Diggele
Guido-Jules Kindt
Non-fictie
recensent
_Guido-Jules Kindt recensent
Meer van Guido-Jules Kindt

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies