23 juli 2020
De kleine geschiedenis van de moderne kunst
Dit boek(je) is een pocketformaat gids die bedoeld is als introductie tot de grote (Westerse) kunstrichtingen.
Het is eenvoudig, klaar en duidelijk samengesteld rond het onderzoek van 50 sleutelwoorden en omvat de periode vanaf de grotschilderingen van Lascaux tot en met de installaties van Damien Hirst. Dit terwijl het ook nog verder systematiseert in aparte hoofdstukken met als thema’s kunstrichtingen (stromingen), thema’s en technieken.
De schrijfster heeft er duidelijk werk van gemaakt en zich door een massa kunstrichtingen gewerkt om er uiteindelijk 36 over te houden die de ideeën, overgangen, kruisbestuivingen en karakteristieken in de kunst illustreren.
De schrijfster heeft er duidelijk werk van gemaakt en zich door een massa kunstrichtingen gewerkt om er uiteindelijk 36 over te houden die de ideeën, overgangen, kruisbestuivingen en karakteristieken in de kunst illustreren.
Susie Hodge werkt voor de Royal Academy of Arts, het Tate Museum en het Victoria en Albert museum waarvoor ze boekjes verzorgt die bedoeld zijn voor bezoekers, leraars en studenten. Ze heeft er al een honderdtal geproduceerd. Wat duidelijk wordt met dit boekje, want ze schaatst moeiteloos doorheen het grote landschap van de kunst, weet vlot de toch wel massale en complexe materie betreffende “kunst” in kleinere onderdelen op te breken.
Zo weet ze alles te organiseren in een uitgave van toch “slechts” een 230-tal bladzijden. Dit is een hele krachttoer, want ze vervalt op geen enkel ogenblik in opsommingen, steriel benoemen of oppervlakkig beschrijven. Zo slaagt ze er bijvoorbeeld in bij de afdelingen Stromingen (40), Thema’s (27) en Technieken (24) te verwijzen naar andere belangrijke kunstenaars en belangrijke ontwikkelingen, terwijl de tekst zelf altijd informatief blijft, met rake anekdotes, quotes en weetjes zonder ooit van de essentie af te dwalen.
Dat doet ze even raak in de hoofdbrok van Werken waarin ze dat ene representatieve werk van een kunstenaar beschrijft, er over uitweidt, een korte levensschets geeft, naar andere belangrijke werken refereert en linken legt naar andere stromingen, genres of essentieel werk.
Een krachttoer in een boekje van dit formaat - dat eigenlijk een groter formaat verdient - is om dan ook nog nuchter, snedig, enthousiast én feitelijk te blijven. De (bedwongen) geestdrift en kennis van de schrijver vormen hierbij de tovermiddelen die zo aanstekelijk werken.
Alhoewel de meeste boekjes van dit genre en formaat zich gewoonlijk richten tot diegenen die een eerste of verdere kennismaking met de kunst voor ogen hebben, zullen ongetwijfeld ook meer “belegen” kunstkenners veel plezier beleven aan deze “kleine” geschiedenis.
Meer van Victor De Raeymaeker
Alhoewel de meeste boekjes van dit genre en formaat zich gewoonlijk richten tot diegenen die een eerste of verdere kennismaking met de kunst voor ogen hebben, zullen ongetwijfeld ook meer “belegen” kunstkenners veel plezier beleven aan deze “kleine” geschiedenis.