Christine Cayol
Paul Van Aelst
Non-fictie
  • 3013 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

28 november 2018 Waarom de Chinezen de tijd mee hebben
Christine Cayol is Franse, ondernemer, filosofe en literatuurwetenschapster. In Parijs richtte ze in 1994 een consultancybureau ‘Synthesis’ op dat managers coacht volgens een methode waarbij de nadruk ligt op creativiteit en emotionele intelligentie. Ze woont en werkt al sinds 2004 in Peking. Daar leerde ze Mandarijn en startte een cultureel centrum ‘Yishu 8’ waar kansarmen uit oost en west samen wonen en werken.
Daarnaast schreef Cayol verschillende boeken over kunst. Ze is tevens ‘Administrateur du Musée Rodin’ te Parijs en ontving de onderscheiding ‘Chevalier de la légion d’honneur’ voor haar bijdrage aan de culturele uitwisseling tussen Frankrijk en China.
Gezien al deze activiteiten is het niet verwonderlijk dat Cayol ook wel eens tijd tekort komt.
In dit boek tracht ze aan te tonen dat wij in het westen er belang bij hebben om te kijken hoe de Chinezen zich tot tijd verhouden. Volgens hen is de tijd geen horizontale lijn met een start en een finish die we hoe dan ook moeten halen, zoals we in het westen denken.
Dit (westers) idee levert ons bovendien een permanente angst voor een tekort aan tijd op.
Wat kunnen we leren van de Chinezen?
De Chinese traditie laat ruimte voor een ‘verticale’ beleving van de tijd waarin men zich verbonden voelt met een zekere oneindigheid. Ook hechten de Chinezen meer waarde aan ‘zaaien’ dan aan ‘oogsten’. Ze nemen graag veel tijd voor het opbouwen van goede relaties aan het begin van een samenwerking.
De Chinezen beseffen heel goed dat het weinig zin heeft om de tijd te proberen te beheersen: je kan er best lenig mee omgaan. Je hebt de tijd mee, aldus Cayol, als je de zekerheid hebt dat de tijd kan worden beleefd als een diepe, golvende zee en je mee beweegt met de seizoenen. Ze beweert dat de Chinezen op die wijze meer genieten van de tijd, die hen ook meer aanwezig maakt en minder doet verdwalen dan het geval is bij de haastige westerlingen.
Door ervaringen uit de praktijk onderbouwt Cayol haar zienswijze. Wie al zo lang in China woont zal uiteindelijk het Chinese tijdsgebruik wel vatten.
Er schemert in haar uiteenzetting echter voortdurend een redelijk trendy westerse neiging door om de hoogste vorm van levenswijsheid in het oosten te zoeken. Je kan je dan ook niet van de indruk ontdoen dat Cayol in haar boek vooral de intellectueel beter ontwikkelde en bovendien financieel onafhankelijke Chinees voor ogen heeft. Hij/zij die voor zichzelf kan beslissen hoe hij met zijn tijd zal omgaan.
Haar verhaal over hoe de Chinezen flexibel omgaan met planning en wars zijn van afspraken, kan onmogelijk van toepassing zijn op de grote massa aan werkende Chinezen. Het is mooi om te schrijven dat we de tijd dienen te beschouwen als een smeulend wierookstokje, helaas brandt dat na verloop van tijd ook helemaal op…
In het derde deel van het boek, ‘Tijd voor verdieping’, komt de schrijfster zelfs ijl over. Ze begeeft zich op glad ijs als ze overgaat naar haar beschrijving van het westerse wereldbeeld. Als je haar beweringen op het omslag bekijkt - ‘Waarom de Chinezen de tijd mee hebben’ en ‘Hoe tijd je beste vriend kan worden’ vertrekt – zie je hoe ze vanuit haar managementpositie vertrekt, terwijl ze in dit deel van haar boek veel meer neigt naar het filosofische. Op die manier valt ze echter tussen twee stoelen.
Het beste komt het boek over als je het leest als een persoonlijk essay van iemand die in of tussen twee culturen leeft. Het werk is vlot geschreven, persoonlijk en kan soms ontroeren. Daartegenover staat echter wel dat ze soms erg in het zweverige schrijft en probeert te stichtelijk te zijn.
Christine Cayol
Paul Van Aelst
Non-fictie
-
_Paul Van Aelst - Recensent
Meer van Paul Van Aelst

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies