6 mei 2021
Het grote wereldtoneel. Over de kracht in van de verbeelding in crisistijd (2)
Sedert het verschijnen van ´Sapiens´ van Yuval Harari zijn we vertrouwd met het idee van “Het Grote Verhaal” dat de mens nodig heeft om te kunnen samenwerken.
Inderdaad: normaal gesproken kan de mens – net zoals andere diersoorten - enkel communiceren met een groep van een beperkt aantal soortgenoten. Voor de mens is dat een 150-tal, wat samenwerking enkel binnen een zeer beperkte kring mogelijk maakt. Ieder mens werkt nochtans duidelijk met een aantal kringen die veel groter zijn. De mens kan dat, want hij heeft een bijzonder talent: hij kan zich een bepaalde werkelijkheid voorstellen die er niet is, heeft “verbeelding”. Hij kan zich een bepaalde “groep” inbeelden waartoe hij behoort en waarbinnen iedereen samen in een gemeenschappelijk verhaal gelooft. Daardoor kan er bijvoorbeeld een hechte band ontstaan tussen duizenden supporters van een club, tussen “Vlamingen”, of “arbeiders”.
Dat talent gaat nog verder en kan zich ook totaal abstracte begrippen verhouden, zoals “Coca Cola“, “de Bank”, of zelfs “geld”. Dat laatste is een goed voorbeeld om de kracht van die verbeelding te illustreren, want “geld” bestaat maar enkel in zoverre iedereen gelooft dat die welbepaalde getallen, binnen die bepaalde structuur van markten, kopen, beurzen, banken, munten en biljetten ook “écht” die waarde hebben. Zonder dat geloof en die verbeelding is er gewoon niets…
Dat talent gaat nog verder en kan zich ook totaal abstracte begrippen verhouden, zoals “Coca Cola“, “de Bank”, of zelfs “geld”. Dat laatste is een goed voorbeeld om de kracht van die verbeelding te illustreren, want “geld” bestaat maar enkel in zoverre iedereen gelooft dat die welbepaalde getallen, binnen die bepaalde structuur van markten, kopen, beurzen, banken, munten en biljetten ook “écht” die waarde hebben. Zonder dat geloof en die verbeelding is er gewoon niets…
Philipp Blom duidt het huidige dominante verhaal waarin de mensheid gelooft/geloofde als dat van de Bijbel (“Ga en maak de aarde onderdanig”), de Verlichting, de Industriële Revolutie, het Kapitalisme. De mens “weet” met dat verhaal dat hij een superieur wezen is, dat in staat is de hem omgevende wereld te beheersen, te gebruiken, om te vormen, aan te passen. Hij weet dat zo pertinent dat hij met een bijzondere graad van naïviteit zich niet eens kon voorstellen welke enorme gevolgen dit wel kon hebben. De uitvinding en het gebruik van de stoommachine, bijvoorbeeld, was de eerste stap op de weg naar industrialisering, automatisering, de ontginning van steenkool, aardolie en andere fossiele brandstoffen die een toenemende en in wezen niet te stoppen keten van productie en consumptie zou in gang zetten. Zelfs toen duidelijk werd dat aanhoudende consumptie en eeuwige groei een onmogelijk iets was, was de eerste reactie het “There is no alternative” (TINA) van Thatcher. Men legde de nadruk op het feit dat dit nooit geziene voordelen meegebracht had (een nooit gekende bloei en groei, “nooit was er zo lang vrede”, “nog nooit waren we zo rijk”, “nooit was er zo weinig armoede”) en de wetenschap en nieuwe technologieën zouden de nadelen wel verhelpen…
Ondertussen neemt de olieconsumptie nog altijd toe, verdwijnen er 30 voetbalvelden regenwoud per minuut, is 70% van alle dieren en insecten uitgeroeid, smolt een miljoen liter ijs in Groenland, en is er een dreigend tekort aan water. We denken boven de natuur te staan terwijl we een primaatsoort zijn die er deel van uitmaakt. We nemen delen weg van de natuur terwijl de natuur één geheel uitmaakt en je er dus niet zomaar een deel van kan wegnemen zonder dat er dan elders wel iets moet bijkomen.
Onze soort is in de snelheidsval van de Industriële Revolutie terechtgekomen, we zitten op de krachtigste, grootste en misschien belangrijkste tak van onze boom en zijn bezig die in snel tempo door te zagen.
Ondertussen is het besef (meestal?) wel gegroeid dat dit soort van marketing van de natuur niet kàn en is het overduidelijk dat eeuwige vooruitgang en groei niet mogelijk zijn. De klimaatcrisis is van een dergelijk enorme en schrikwekkende omvang dat enkel een nieuw doel, een nieuw verhaal op het niveau van een wereldsamenwerking de gevolgen nog enigszins zou kunnen verzachten. We hopen dat we zullen leren van collectieve ervaringen, zoals voorheen al gebeurde na grote rampen in de geschiedenis, zoals met de Kleine Ijstijd. Die was de oorzaak van veel miserie, hongersnood en oorlogen, maar zette ook veel mensen aan om ànders te reageren en naar oplossingen te zoeken. Handel en een eerste kapitalistische maatschappij redde toen misschien de wereld. Zou dat nu nog eens kunnen, nu we met een wereldwijde ongewoon ernstige klimaatcrisis te maken hebben? Een mondiale wetenschappelijke stroming, bijvoorbeeld, de versnelling van sociale verbanden, nieuwe levensconcepten en mensbeelden.
Ondertussen is het besef (meestal?) wel gegroeid dat dit soort van marketing van de natuur niet kàn en is het overduidelijk dat eeuwige vooruitgang en groei niet mogelijk zijn. De klimaatcrisis is van een dergelijk enorme en schrikwekkende omvang dat enkel een nieuw doel, een nieuw verhaal op het niveau van een wereldsamenwerking de gevolgen nog enigszins zou kunnen verzachten. We hopen dat we zullen leren van collectieve ervaringen, zoals voorheen al gebeurde na grote rampen in de geschiedenis, zoals met de Kleine Ijstijd. Die was de oorzaak van veel miserie, hongersnood en oorlogen, maar zette ook veel mensen aan om ànders te reageren en naar oplossingen te zoeken. Handel en een eerste kapitalistische maatschappij redde toen misschien de wereld. Zou dat nu nog eens kunnen, nu we met een wereldwijde ongewoon ernstige klimaatcrisis te maken hebben? Een mondiale wetenschappelijke stroming, bijvoorbeeld, de versnelling van sociale verbanden, nieuwe levensconcepten en mensbeelden.
Maar… Net toen dit boekje “af” was, kwam de pandemie ons overvallen. Blom heeft daar nog een laatste hoofdstuk aan gewijd. Zijn conclusie werd niet bepaald optimistisch. Hij moest vaststellen dat zelfs deze wereldwijde pandemie enkel lokaal aangepakt werd en na amper anderhalf jaar wil “men” terug naar “voorheen”, naar hoe het was vóór de pandemie…
V De Raeymaeker
Men stelt zich niet de vraag ”Waar zullen we staan in de komende 5 of 20 jaar? Wat kunnen/moeten we doen?” Ondertussen worden de democratieën ondermijnd door de sociale media, en wist de wereldgemeenschap geen beter antwoord te vinden dan een klein meisje dat wanhopig en boos op de gevaarlijke toestand kwam wijzen, met de vinger beschuldigend.
Wat de auteur zich wél kan voorstellen? “Miljoenen mensen op de vlucht voor de primaire en secundaire gevolgen van de klimaatramp, gewelddadige conflicten, onvruchtbare landbouwgrond, gewapende conflicten om water, om draaglijke levensomstandigheden en een radicale verschuiving van machtsverhoudingen, van bevolkingen, handelsroutes en grondstofmonopolies, strategische bondgenootschappen en religieuze bewegingen, middenin de natuur die naar de vernieling gaat.”
Des te verontrustender is het dat niet alleen de realiteit, maar ook het ideaal van de mensenrechten (het mooiste verhaal dat de mens ooit verteld heeft), aangevallen wordt. Etnopluralisme, economische ongelijkheid, sociale uitsluiting, propaganda tegen zondebokken en het gerichte aanjagen van angst leiden er steeds meer toe dat de universele mensenrechten buitenspel gezet worden.
Des te verontrustender is het dat niet alleen de realiteit, maar ook het ideaal van de mensenrechten (het mooiste verhaal dat de mens ooit verteld heeft), aangevallen wordt. Etnopluralisme, economische ongelijkheid, sociale uitsluiting, propaganda tegen zondebokken en het gerichte aanjagen van angst leiden er steeds meer toe dat de universele mensenrechten buitenspel gezet worden.
Dat de Westerse mens zozeer vasthoudt aan de huidige toestand (en dat de rest van de wereld liefst óók dit kapitalistisch Westers model wil) is des te eigenaardiger als je het huidige soort bestaan onder de “Blom loupe” neemt. De moderne mens leeft volgens hem niet zozeer in een vrij jachtgebied dan wel in een dierentuin. “Omgeven door kunstmatige rotsen en zorgvuldig gekozen planten en omheind door hoge hekken leeft de homo sapiens occidentalis in zijn buitenverblijf, vet en verveeld. Hij weet dat hij voor telkens herhaalde en zinloze handelingen beloond wordt: hij krijgt regelmatig te vreten, is tegen agressie beschermd en wordt medisch verzorgd. Natuurlijke vijanden heeft hij niet, hij kan alleen gevaarlijk worden voor zichzelf. Het kost veel energie die dierentuin te onderhouden. Die leeft alleen nog op de pof, van middelen die hij afpakt van diegenen die nog niet geboren zijn en nog geen nee kunnen zeggen, van hen die te zwak zijn, die niet tellen. Hun voedsel wordt van ver gehaald en dat zitten ze dan te kauwen omdat er verder niet veel te doen is. Ze zijn onzeker geworden, leven in een omgeving waarop niets in hun evolutionaire ervaring ze heeft voorbereid, leiden zichzelf af met speelgoed dat de dierentuindirectie binnen hun omgeving heeft gelegd, ’s avonds met verlichting. Agressief worden ze alleen als iemand hun dagelijks rantsoen of hun speelgoed wil afpakken. Dan komt de gefrustreerde energie van een wezen dat nog primitiviteit in zich heeft, tot uitbarsting.” Het idee van de flexibiliteit van de mens is immers antropologisch noch neurologisch aantoonbaar.
In mijn recensie heb ik er bewust voor gekozen die delen, passages en strekkingen eruit te halen die – volgens mij - de werkelijk onderliggende grote bezorgdheid en het pessimisme van Blom weergeven. Dat is in dit essay niet altijd duidelijk, want Blom spreekt zachtjes, wil niet ongerust maken, wil liefst genuanceerd en voorzichtig meedelen en zeker geen sensatie opwekken.
Dit boekje is véél meer dan het op het eerste zicht misschien oogt.
Dit boekje is véél meer dan het op het eerste zicht misschien oogt.
Deze recensie van april 2021 publiceren we (uitzonderlijk) als aanvulling op een eerder verschenen recensie over hetzelfde boek, vanwege een andere recensent, in 2020
Meer van Victor De Raeymaeker