6 november 2021
Habibi. Het lief en leed van lgbt-moslims.
“Uit de kast komen in mijn conservatieve katholieke middelbare school? Ik denk er nog niet aan.” Schrijft Wim Peumans. Dan besef je hoe vlug ingesteldheid, ideeën en moraal kunnen veranderen, want dat is nu, 15 jaar later, helemaal anders. Hij is nu zelfs met zijn vriend getrouwd.
Na afloop van zijn masters wordt hem gevraagd om een doctoraatsonderzoek te doen over homoseksualiteit en islam. Niet vanzelfsprekend, want algemeen wordt aangenomen dat die twee niet samengaan en dat homo zijn, in de Arabische wereld heel moeilijk en bedreigend is.
Hij begint er meteen aan, al is zijn kennis van de islam erg klein, hij geen moslims kent en verwittigd wordt dat: “Homoseksualiteit en islam een explosieve en gevoelige combinatie is en niet te onderschatten.” Hij gaat dus met een grote portie naïviteit aan de slag. Wat eigenlijk ideaal is, als je aan een onderzoek begint.
Als belangrijkste onderdeel van zijn onderzoek, gaat hij natuurlijk met een reeks moslims praten en een wereld gaat voor hem open.
Hij begint er meteen aan, al is zijn kennis van de islam erg klein, hij geen moslims kent en verwittigd wordt dat: “Homoseksualiteit en islam een explosieve en gevoelige combinatie is en niet te onderschatten.” Hij gaat dus met een grote portie naïviteit aan de slag. Wat eigenlijk ideaal is, als je aan een onderzoek begint.
Als belangrijkste onderdeel van zijn onderzoek, gaat hij natuurlijk met een reeks moslims praten en een wereld gaat voor hem open.
Acht jaar later blijken sommige verhalen die hij toen te horen kreeg, inderdaad een diepe indruk op hem gemaakt te hebben: “…bleven aan me trekken. Kwamen terug aan de oppervlakte van mijn bewustzijn“. Zozeer dat hij uiteindelijk wil weten: “ Hoe zou het gaan met al die mensen die ik zoveel jaren geleden interviewde?”
Hij contacteert hen en tien lgbt moslims willen daar graag nog eens over praten. Deze tien interviews zijn het kernstuk van dit boek. Eén van hen is een Nederlandse, de overigen wonen zowat overal in België, leeftijd tussen 26 en 45 jaar oud, met als achtergrond vanwege hun ouders Suriname, Marokko, Turkije en Pakistan. Ze omschrijven hun geaardheid als “aangetrokken door mannen, panseksueel, biseksueel, lesbienne en homo.”
Hij contacteert hen en tien lgbt moslims willen daar graag nog eens over praten. Deze tien interviews zijn het kernstuk van dit boek. Eén van hen is een Nederlandse, de overigen wonen zowat overal in België, leeftijd tussen 26 en 45 jaar oud, met als achtergrond vanwege hun ouders Suriname, Marokko, Turkije en Pakistan. Ze omschrijven hun geaardheid als “aangetrokken door mannen, panseksueel, biseksueel, lesbienne en homo.”
Het is meteen duidelijk dat ook zij een grote verandering ondervinden en beleven, tenminste hier in België en gewoonlijk los van hun familie. Alle lgbt moslims die hij interviewde, realiseerden zich al gauw dat hun ”aparte” gevoelens en verlangens niet weg zouden gaan, maar deel uitmaakten van hun persoonlijkheid, van hun lichaam. Dit is zoals ze waren. Sommigen hadden te maken met een constant getrek tussen religie en religiositeit. Er is al veel meer coming out, meer van hen vinden ergens vrede tussen etnische afkomst, religie en geaardheid en lukken erin toch ergens overeenstemming en harmonie te scheppen, ieder van hen zo anders. De grootste moeilijkheid is natuurlijk het “uit de kast komen” zeker waar het hun familie betreft. Alhoewel het opvallend is dat ook in moslimmiddens er een zeker begrip aan het groeien lijkt te zijn en er meerdere manieren zijn om uit de kast te komen. Toch kan het nog tot een volledige breuk met vrienden en familie en zeer pijnlijke situaties leiden, zoals een vader die zijn zoon niet meer wil zien, alhoewel hij duidelijk zeer veel van hem houdt. Frequent komen ze tot de conclusie: “Als iemand homo is, zit het in zijn beenderen. Het is jouw fout niet, God maakte je homo.”
Heel opvallend is de regenboog van verscheidenheid in de manier waarop ze hun geloof als moslim beleven en hoe verschillend intens en frequent. Nochtans hebben ze allemaal één gemene deler: Zelfs diegenen die amper of niet meer naar de moskee gaan en hun geloof praktisch niet beleven met andere gelovige moslims, bevestigen toch dat ze moslim zijn. Voor de meesten blijven de Vijf Zuilen van de islam zeer belangrijk en ze willen de Ramadan niet missen want dat zijn de laatste elementen die hen verbinden met hun nationaliteit en hun roots. Zo kan je alleen wonen, single zijn, alcohol drinken, al of niet naar de moskee gaan maar meestal toch de ramadan vieren… Voor de rest kan het zijn dat ze aan online dating doen, naar de psychiater gaan en alles wat een Vlaamse jongeman of vrouw zou doen. Het is opvallend hoe België totaal van hen is, hoe dat hier hun land is en Antwerpen of Brussel uit hun mond even normaal klinkt als uit de mond van gelijk welke Vlaming.
Moet wel gezegd worden dat de tien geïnterviewden die Wim Peumans selecteerde allemaal moslims zijn die het hier “maakten” en waarschijnlijk niet representatief zijn voor de moslimjongeren in Vlaanderen: Werkzaam als juriste, administratief medewerker in de non-profit sector, werkzaam als psychologe, werkt als sociaal werker, werkt in de culturele sector, werkt als hotelreceptionist, werkt in de horeca…
De tien verhalen vormen samen een echt achtergrondschilderij van hoe jonge moslims in België leven. Hoe hun omgang is met andere moslims, de verhouding tot hun ouders en familie, hoe en waar ze werken, hoe ze België zien en wat ze hier wel of niet appreciëren, hoe de ontdekking van hun geaardheid verliep en het “coming out”, hun contacten met de toch opvallend veel centra en verenigingen. De som van hun leven in België blijft er toch eentje dat “apart” spelt, “grotendeels moslim” of ”Arabisch” of “allochtoon” en nog ver verwijderd van een echte integratie.
De tien verhalen vormen samen een echt achtergrondschilderij van hoe jonge moslims in België leven. Hoe hun omgang is met andere moslims, de verhouding tot hun ouders en familie, hoe en waar ze werken, hoe ze België zien en wat ze hier wel of niet appreciëren, hoe de ontdekking van hun geaardheid verliep en het “coming out”, hun contacten met de toch opvallend veel centra en verenigingen. De som van hun leven in België blijft er toch eentje dat “apart” spelt, “grotendeels moslim” of ”Arabisch” of “allochtoon” en nog ver verwijderd van een echte integratie.
Het boek leest vlot, gedeeltelijk omdat het toch antwoorden geeft op de vragen die je je als Belg stelt over hoe die “andere gemeenschap” het “bij ons” stelt. Hoe ze leven, in hoeverre ze het hier begrijpen, “gewoon” beginnen te vinden, hier echt “thuis” zijn of niet.
Wim Peumans heeft een bijzondere manier om de tien interviews neer te schrijven. Het is niet het klassieke vraag en antwoord geworden, maar hij schrijft gewoon wat hij te zeggen heeft tussen datgene wat de ge-interviewden te vertellen hebben. Dat doet eventjes vreemd aan, maar het blijkt daarna goed te werken en het geeft een bijzonder cachet aan het boek.
Interessant boek en het lezen waard.
Victor De Raeymaeker
Meer van Victor De Raeymaeker
Wim Peumans heeft een bijzondere manier om de tien interviews neer te schrijven. Het is niet het klassieke vraag en antwoord geworden, maar hij schrijft gewoon wat hij te zeggen heeft tussen datgene wat de ge-interviewden te vertellen hebben. Dat doet eventjes vreemd aan, maar het blijkt daarna goed te werken en het geeft een bijzonder cachet aan het boek.
Interessant boek en het lezen waard.
Victor De Raeymaeker