Georgi Gospodinov
Victor De Raeymaeker
fictie
  • 2482 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

13 april 2022 Schuilplaats voor andere tijden
“Morgen was het 1 september.” Een aantal jaren eerder zal ik in een stad staan waar nooit een 1939 geweest is.” Als dat zinnen zijn uit een boek dat je gaat lezen, ga je toch even rechtop zitten. Wat je maar best doet, want “Schuilplaats voor andere tijden” is een boek waar je best je zinnen bij houdt. Ik vat samen wat Gospodinov daarover schrijft en zegt in een interview: “Een boek dat gaat over geheugenverlies”, zo kondigt hij “Schuilplaats voor andere tijden” aan. Wat natuurlijk zo is, maar het gaat in even grote mate over tijd en literatuur en wetenschap. “En over de manier waarop wij leven, de manier waarop wij denken” zegt hij nog.
Wij leven met broze dingen die gemakkelijk kunnen verdwijnen. Als de wereld plots verdwijnt, zullen we al die verhalen en romans nodig hebben zodat we na de apocalyptische wereld de echte wereld zouden kunnen reconstrueren, gebruik makend van vorige verhalen. Dat is wat literatuur doet: het vangt het niet duurzame. De grote monumenten zullen wel blijven bestaan, de piramiden, daar geef ik niet om. Het niet duurzame, de mens vooral, is waard om over te schrijven.
De roman is een survival kit, de Ark van Noé. Wetenschap is die andere hoogst belangrijke tak van de menselijke mogelijkheden. Literatuur en wetenschap kunnen we gelukkig samenweven, want ze maken allebei gebruik van woorden. Ze stelen zelfs dikwijls metaforen van elkaar. Literatuur kwam er voor de Wetenschap maar voor mij is het belangrijk dat ze samen werken en elkaar helpen.
Door de kwantum theorie weten we dat we helemaal geen moeite hebben met het bestaan op twee plaatsen tegelijkertijd en in de literatuur is dat helemaal geen probleem. Als lezer van een boek zijn we zowel aanwezig in wat het boek vertelt als in het werkelijke leven. Schrijvers kunnen direct praten met de lezer en dat kan zo vrij zijn als ze willen. Verhalen en romans zijn instrumenten tegen het verlies van tijd en wereld.
In dit boek komt de verteller van de roman, een Bulgaarse schrijver, toenemend in contact met "Augustine-Garibaldi” (vroege theologie en laat-revolutie in één naam) of gewoon Gaustin, als we hem leren kennen. Gaustin is een geriatrische psychiater en hij behandelt zijn patiënten die lijden aan dementie of Alzheimer door een speciale ruimte voor hen te creëren, een ruimte die voortkomt uit de periode in hun leven waarin ze gelukkig waren. Zijn “Kliniek van het verleden”, heeft kamers die minutieus ontworpen zijn en die ieder een bepaalde tijdspanne herscheppen: behangpapier, gordijnen, kranten, radio, kalenders, schrijfmachines. Het moet allemaal perfect een replica van “toen” zijn. De verteller begint hem te helpen met het verzamelen van de juiste voorwerpen om het veilige oord, “het beschermd verleden” van de patiënt te herscheppen.
Komt het ogenblik dat ook familieleden, of vrienden en kennissen van de patiënten graag uit het gure, echte leven zouden willen stappen en ook in de kliniek komen wonen, als “steun voor de zieke.” Vraag waar Gaustin op ingaat omdat dat inderdaad een steun kan zijn. Zo is er die spion van een vroeger socialistisch regime, die een bepaald iemand voortdurend in het oog moest houden. Hij is dus de aangewezen persoon om de gaten in het geheugen van die patiënt te vullen.
De idee om de toekomst uit te stellen en het verleden te recycleren neemt toe in populariteit en uiteindelijk zijn er hele Europese naties die “stemmen voor het verleden” en die er voor kiezen om terug te gaan naar de tijd dat zij hun “Grote Eeuw van Glorie” beleefden. Resultaat anarchie en chaos.
Eigenaardig genoeg begint net op dat ogenblik de verteller stukken van zijn geheugen te verliezen. Gaustin verdwijnt zodat de ik-persoon (en de lezer) zich toch wel moet afvragen of “Gaustin, die ik eerst uitvond en dan in levende lijve ontmoette… Of was het net andersom?” niet gewoon een verzinsel van de vertellers verbeelding was.
Gospodinov schrijft dit verhaal niet neer in de mooie chronologische orde waarin ik het gedaan heb. Verleden, heden, toekomst, gedachten, verbeelding, werkelijkheid(?), nu en dan twijfel en “zekerheid” geschiedenis en verzinsel… Het heeft allemaal blijkbaar geen belang van waar ze komen, wanneer, hoe geschreven en verteld. In de meeste moderne romans wordt het “verhaal” niet in chronologische orde meer geschreven. Om er interessant uit te zien moet je tenminste een reeks flash-back hoofdstukken hebben en - als het enigszins kan - moeten er voldoende raadsels in staan en obscure verwijzingen. Toch staan al die stukken van de puzzel blijkbaar in een intelligente, gewilde “orde”, want ze spelen op elkaar in, ze scheppen een meerwaarde, een extra dimensie.
Gospodinov schrijft met het ingehouden plezier van spel, met het tijdloze, grenzeloze fantaseren en goochelen met woorden waarvoor hij de toestemming krijgt van de lezer, door vooraf duidelijk te maken dat hij zich door geen enkele conventie of regel gebonden voelt.
Gelukkig heeft hij een enorme bagage aan historische kennis, tot en met de kleinste feiten en ‘faits divers’ en hij heeft hij het talent van een rasverteller die al schrijvend luistert naar zijn eigen uitvindsels en stem. Hij heeft dan ook nog die creatieve verbeelding die de dingen in knapperende juxtapositie stellen met waargebeurde grote en kleine historische feiten, de hedendaagse werkelijkheid en gevoeligheid, met de literatuurgeschiedenis en personages zonder naam. Alhoewel “meneer A” en “meneer N” en een zekere “dokter Go” toch ook verkapte namen zijn. En er is natuurlijk Gaustin die een naam heeft omdat hij misschien niet het hoofdpersonage van het boek is, maar wel een spilfiguur.
Gospodinov veronderstelt bij de lezer een zekere eruditie want hij speelt met geschiedenis en literatuur op zo een geestige en natuurlijke manier dat hij er zich duidelijk niet van bewust is dat niet iedereen zijn niveau haalt. Voorbeeld: “In deze stad verveelden zich Canetti, Joyce, Dürenmatt, Frish en zelfs Thomas Mann. De stad is een stad om oud in te worden. “Om te weten op welke stad dit betrekking heeft, moet je wel weten wie die personen zijn.
Nadenkend over het verlies van het geheugen, wordt hij een rasechte filosoof. “Als niemand zich iets herinnert, is alles mogelijk.” “Als niemand zich iets herinnert”, staat gelijk aan “Als er geen God is.”  “Als er geen God is,” zei Dostojewski, is alles mogelijk. Een God die vergeet, een God met Alzheimer zou ons bevrijden van al onze verplichtingen. Als er geen geheugen is - is er geen misdaad.
Iedere bladzijde puilt buit van verrassingen, van het onvoorspelbare. Je weet nooit waar de schrijver naartoe zal gaan - en ik heb het vermoeden dat hij dat dikwijls ook niet weet maar gewoon het spel speelt van de verbeelding, van de intuïtie en van de opzettelijkheid. Al dat spel neemt niet weg dat het boek ook diep ernstig is. Een ernst die duidelijk voortspruit uit een onrust, een willen doorgronden, begrijpen, “kennen” door tot op de bodem te gaan, het uiterste leegschrapen van “alles”.
Een boek dat bijblijft en een schrijver waar je nog meer wil van lezen.
Enkele louter toevallig gekozen fragmentjes om een beetje de smaak van het boek mee te geven:

- Als er ook maar iets zeker is, dan is dat het verleden. Vijftig jaar geleden is zekerder dan vijftig jaar vooruit.

- Voor iemand die al zo lang in het Bulgaars gezwegen had, sprak ze nog heel goed.

- Ik heb dit boek verslonden. “Neem deze boekrol en eet” zei de engel. 

- Volgens het scenario moet hij nu cyaankali inslikken maar in de plaats slikt hij zijn tong in.

- Zo waren tot op zekere hoogte de jaren 70: van marmer en oude mannen.

- De engel verkondigt niet het einde van de wereld maar het einde van de tijd.

- Alles wat leeft, voedt zich met tijd.

- Een paar politiepaarden gooien de ruiters van hun rug en vertrappelen een paar dames samen met hun hoeden.

- Ik sta bij het raam met een brief in mijn hand. Ik ben zowel de zender als de afzender.

- Mijn hele leven is samengesteld uit het leven van anderen.

- Een lange, historisch lange seconde hangt boven het centrum van Sarajevo.

- We betreden de eindeloze Elyseese Velden van het verleden.

- Dementie: de laatste tijd had ik het gevoel dat elke dag steeds meer namen en verhalen me verlieten, stilletjes wegglipten als wezels.

- Tijd: hij wilde het mechanisme van de tijd zelf binnendringen, aan een wieltje draaien om het te vertragen, om te proberen de wijzers van de klok terug te draaien. Het idee achter het experiment was om een beschermd verleden of “beschermde tijd” te creëren. Een schuilplaats voor andere tijden.


Victor De Raeymaeker
Georgi Gospodinov
Victor De Raeymaeker
fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies