Jan Huijbrechts
Paul Van Aelst
Non-fictie
  • 719 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

4 januari 2023 De botten van Bach
In “De botten van Bach” wordt de wervelende en fascinerende geschiedenis verhaald van de mensheid aan de hand van schedel en botten.
Jan Huijbrechts (°1962) is master cultuurwetenschappen en schreef een twintigtal militair-historische studies en twee alternatieve Antwerpse stadsgidsen. Hij werkte mee aan Onsterfelijk in uw steen over soldatengraven uit WO I. Twee boeken over de complexe oorlogsgeschiedenis van de Stad Antwerpen in 14-18 en 40-45 staan op zijn naam.
De botten van Bach van Jan Huijbrechts is een interessant tijdsdocument omdat het aantoont hoezeer wetenschap en kennis ingebed zijn in het geheel van maatschappelijke processen. Hoezeer de burgers ontvankelijk zijn voor nieuwe ideeën die ontstaan in een veranderende samenleving. De mate van denkvrijheid speelt een rol en zeker ook de macht en positie van de kerk als instelling. Nog meer heeft de wetenschappelijke ontwikkeling in de loop der tijden hier haar stempel op gedrukt. En dit alles niet enkel in een ver verleden, maar ook nog in de nieuwste geschiedenis.
De aanleiding tot dit boek was het bezoek van Huijbrechts aan de reusachtige begraafplaats van Fleury-devant-Douaumont waar 16.000 Franse gesneuvelden uit WO I begraven liggen. Bij de schedels van Verdun ligt de oorsprong van De botten van Bach. Gelukkig hield de auteur er geen morbide of zelfs ziekelijke fascinatie voor de dood aan over. Het is zoals Oscar Wilde het ooit spitant samenvatte: “Alles valt tegenwoordig te overleven, behalve de dood…” Vanuit die idee is het boek tot stand gekomen. Samen met de Covid19-uitbraak waren dat de feiten die hem de afgelopen jaren met de neus op de dood drukten. Van hieruit naar de kenmerken van de sterfelijkheid is een kleine stap en de schedel is dan wel het symbool bij uitstek.
Bij wijze van inleiding start Huijbrechts zijn boek bij de vijfde scène van Hamlet. De Deense kroonprins wordt hier geconfronteerd met de net opgegraven schedel van de hofnar Yorick. “To be or not to be…” is dan ook waarschijnlijk de bekendste zinsnede uit de hele literatuur. De schedel die Hamlet vasthoudt is uniek en de laatste claim van iemands individualiteit.
Van hieruit vertrekt Huijbrechts met zijn verhaal over schedels en botten doorheen de geschiedenis van de mensheid. De verhalen staan grotendeels in chronologische volgorde, hoewel de onderwerpen soms heel divers zijn. In verscheidene stukken wordt de wetenschap belicht die niet los te koppelen valt van de dode lichamen. Moeiteloos krijg je zo in dit boek informatie over de eerste craniofaciale reconstructie, uitgevoerd bij Bach, de crimineel-antropologische school van Lombroso, de frenologie met hersen- en schedelonderzoek. Ook de kunsten komen uitgebreid aan bod, zowel schilder- als beeldhouwkunst spelen een prominente rol.
Een hele reeks beroemde doden hadden blijkbaar problemen om hoofd en lichaam na de dood bij elkaar te houden. Ook over bekende plaatsen zoals de beroemde Parijse catacomben krijg je spitante details.
In de laatste hoofdstukken vertoeft Huijbrechts in de 20e eeuw. Het laatste slachtoffer van koppensnellerij zou in november 1961 zijn gevallen. Terwijl de gruwelijke beelden van het onthoofden door extremistische moslims ons nog niet zo lang geleden opschrikten.
Tot slot stelt Huijbrechts dat schedels in bijna alle culturen een specifieke en centrale rol speelden bij aan het hiernamaals gerelateerde rituelen. Deze duistere fixatie voor schedels is trouwens van alle tijden en universeel. Schedels zijn de laatste claim van de mens op de eigen individualiteit. Elke schedel is uniek.
Als het onderwerp niet zo macaber was, zou je kunnen zeggen dat dit boek best wel vermakelijk is. Huijbrechts schrijft erg vlot en weet in korte hoofdstukken heel wat informatie te verstrekken. Het boek doorloopt de hele geschiedenis van schedel en botten, vanaf de prehistorie tot nu. Na zowat elk geschiedkundig relaas schrijft hij er een anekdote bij die het geheel de allure van een avonturenroman geeft.
In het middelste katern van het boek staat een reeks informatieve kleurenfoto’s. Hier is echter met de opeenvolgende nummering iets fout gelopen. Net zoals op enkele pagina’s de vermelding (zie XYZ) staat zonder verdere verwijzing. Over elke historische figuur die in het boek optreedt, en dat zijn er heel wat, wordt in voetnoot meer uitleg verschaft. Voor wie nog meer wil weten, staat er achteraan een uitgebreide lijst met te raadplegen werken.

Paul Van Aelst
Jan Huijbrechts
Paul Van Aelst
Non-fictie
-
_Paul Van Aelst - Recensent
Meer van Paul Van Aelst

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies