Kwintessens
Geschreven door Patrick Loobuyck
  • 882 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

13 mei 2024 Een wonder is geen wonder. Wie gelooft nog in mirakels? (deel 1)
Deel 1 – Wonder of natuurwet?
Naar aanleiding van zijn boek Wetenschap & Religie. Een spannend duo voert Patrick Loobuyck (UA/UGent) vaak gesprekken met gelovigen. De betekenis van wonderen is een onderwerp dat steevast ter sprake komt. Gelovigen blijken hierover onderling zeer uiteenlopende opvattingen te hebben.
In een discussie over wetenschap en religie zijn wonderen en mirakels een onvermijdelijk thema. Het geloof in wonderen maakt immers zowel deel uit van het volksgeloof als van de fundamenten van verschillende religieuze tradities. Het jodendom kent de wonderbaarlijke uittocht uit Egypte, het christendom bouwt voornamelijk verder op de verrijzenis van Jezus en de islam is gebaseerd op de Koran die op wonderbaarlijke wijze aan de profeet Mohammed is geopenbaard.
De manier waarop gelovigen met wonderen omgaan, verschilt onderling en evolueert doorheen de tijd. Tal van dingen die vroeger als een bovennatuurlijk gebeuren of als een teken van God werden beschouwd, worden nu door het wetenschappelijk onderzoek op een natuurlijke manier verklaard. Gelovigen die de wetenschap ernstig nemen, moeten op zoek naar een interpretie van het wonder die niet in tegenspraak is met wat we ondertussen over de wereld weten.
Het valt me op dat vele van de gelovigen met wie ik spreek niet langer geloven in 'echte' wonderen. Vooral in openbare discussies zijn gelovigen voorzichtig als het gaat om geloof en wetenschap. Weinigen zijn bereid om publiekelijk en ondubbelzinnig religieuze overtuigingen en dogma's boven wetenschappelijke kennis te stellen.
Op 20 april 2024 ging ik over geloof en wetenschap in gesprek met Johan De Tavernier, moraaltheoloog aan de KU Leuven. Het gesprek vond plaats in Hasselt, ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling Geloof het of niet?!, waarin de mirakels van Virga Jesse, een gotisch eikenhouten Mariabeeld, onder de loep worden genomen. Tijdens het debat verwierp De Tavernier openlijk en zonder aarzelen de letterlijke interpretatie van wonderen. Achteraf sprak iemand uit het publiek mij aan en vroeg wat er nog van het christendom overblijft als men elk geloof in wonderen verwerpt.
Gelovigen blijken echter uiteenlopende betekenissen te geven aan het concept 'wonder'. Ik bespreek in dit deel de letterlijke betekenis, in de volgende twee delen sta ik stil bij twee andere interpretaties.
_Natuurwetten
De eerste benadering is dus de letterlijke. Hiervoor wordt vaak verwezen naar de Schotse Verlichtingsfilosoof David Hume (1711-1776), die zich zeer sceptisch uitliet over de mogelijkheid van wonderen. Hij beschrijft mirakels als 'de overtreding van de wetten van de natuur'. Wonderen zijn gebeurtenissen die alleen kunnen worden verklaard door te verwijzen naar het ingrijpen van God, goden of een andere bovennatuurlijke kracht in de werkelijkheid. Denk aan iemand die tot leven wordt gewekt, een maagdelijke geboorte of een onmogelijke genezing. Ook het concept 'openbaring', denk met name ook aan de Koran, veronderstelt een miraculeus ingrijpen van God in deze werkelijkheid.
Sinds de 17de eeuw en de zogenaamde wetenschappelijke revolutie ligt deze opvatting onder vuur. Vooral de gedachte dat alles in de wereld, zonder uitzondering, moet plaatsvinden volgens natuurwetten, ondermijnt de mogelijkheid van een wonder. 'Wonder en is gheen wonder', was de lijfspreuk van de Brugse wetenschapper Simon Stevin (1548-1620). Een wonder was volgens hem een natuurverschijnsel dat we nog niet begrijpen, maar zodra we het hebben onderzocht en verklaard, is het geen wonder meer. Spinoza vat het in 1670 als volgt samen: 'Er gebeurt dus niets in de natuur dat in strijd is met haar eigen universele wetten. Maar ook niets dat daar niet mee in overeenstemming is of daar niet uit volgt'.
De vraag of de wereld door natuurwetten wordt bepaald en daardoor gedetermineerd is, leidde destijds al tot allerlei interessante discussies. Onder meer tussen Newton die de mogelijkheid open liet voor de tussenkomst van God en Leibniz die schreef dat een God die moet tussenkomen te veel lijkt op een gebrekkige ambachtsman die zijn uurwerk nog van tijd tot tijd moet opwinden.
De consensus groeide dat alle gebeurtenissen in principe verklaard moeten kunnen worden op een natuurlijke manier. In de zeventiende eeuw was dat een standpunt dat nog heel veel opschudding veroorzaakte, vandaag de dag is dat in een seculiere samenleving een algemeen gedeeld uitgangspunt. We gaan er niet meer van uit dat God, geesten of andere bovennatuurlijke krachten ons leven beheersen.
_Verrijzenisgeloof
Vandaag zijn er in onze contreien dan ook veel gelovigen die de letterlijke opvatting van mirakels verwerpen. Binnen de moslimgemeenschappen is er nog wel wat ruimte voor irrationele opvattingen, maar ook daar begint het hier en daar te dagen. Goed onderwijs is hier een belangrijke sleutel.
Vele katholieken echter geloven vooral symbolisch. Soms heb ik de indruk dat er buiten de immer ironische kerkjurist en opiniemaker Rik Torfs (KU Leuven), nauwelijks nog katholieken zijn die het echt over het hiernamaals, het leven na de dood en het wonder van de verrijzenis willen hebben.
Christophe Vekeman die sinds kort als gelovige uit de kast is gekomen en auteur is van Tot God (2024, Arbeiderspers), doet het wel. Op 27 april 2024 verklaart hij in De Morgen dat er 'talloze rationele argumenten' zijn om de verrijzenis van Jezus als een historisch feit te beschouwen. Een van de argumenten die hij naar voren brengt, is dat het ontstaan van het christendom nauwelijks te verklaren zou zijn zonder de verrijzenis. Hij heeft blijkbaar heel wat literatuur gemist die het succes van het christendom probeert te verklaren, zonder daarvoor een 'hemelhaak' te introduceren.
Vele gelovigen en in het bijzonder ook christelijke theologen stemmen al geruime tijd niet meer in met de letterlijke interpretatie van de verrijzenis- en andere wonderverhalen. Hoewel de opvatting dat Jezus Christus fysiek uit de dood is opgestaan nog steeds een centrale doctrine is binnen de katholieke leer, opteren heel wat terreinkatholieken voor een symbolische lezing. Er is immers geen enkele empirische evidentie voor de lichamelijke opstanding. Vanuit wetenschappelijk perspectief is het compleet onzinnig om hierin te geloven.
Net als de toehoorder in Hasselt heb ik ernstige grote vragen en bedenkingen over wat er overblijft van het christelijke geloof (en dat geldt voor elke religie) na de ontmythologisering ervan. Voor atheïsten lijkt dit misschien vreemd, maar het blijkt een kwestie te zijn waar vele moderne gelovigen zich nauwelijks zorgen over maken. Voor hen betekent niet letterlijk geloven ook geloven.
Lees hier deel 2 en hier deel 3 van dit essay.
_Literatuur
  • Devreese, J. & Vanden Berghe, G. (2003). Wonder en is gheen wonder: de geniale wereld van Simon Stevin 1548-1620. Davidsfonds.
  • Hume, D. (1748, 1975). Of Miracles. Section X uit An Enquiry Concerning Human Understanding. Clarendon Press.
  • Loobuyck, P. (2023). Wetenschap & Religie. Een spannend duo. Pelckmans.
  • Spinoza (1670, 1997). Theologisch-Politiek Traktaat. Wereldbibliotheek.
  • Vekeman, C. (2024). Tot God. De Arbeiderspers.
Kwintessens
-
_Patrick Loobuyck -
Meer van Patrick Loobuyck

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws