Kwintessens
Geschreven door Jef Asselbergh
  • 567 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

23 december 2024 Dat debat over levensbeschouwelijke vakken mag er komen maar zonder dictaat
Voor alle duidelijkheid vooraf: mijn bijdrage is persoonlijk, als ondervoorzitter van deMens.nu kan ik maar in het publiek vanuit die functie spreken als de conclusies van het debat of de debatten gekend zijn.
In zijn Kwintessens-bijdrage van 19 december 2024  pleit Patrick Loobuyck voor een ernstig debat over de levensbeschouwelijke vakken. Overtuigend is dat niet, want hij legt meteen al een antwoord vast, het zijne. Hij verwijt de vrijzinnigen op de rem te staan en spreekt de religieuze levensbeschouwingen niet aan.
De aanleiding is gekend: de visie van de Vlaamse regering over dat onderwerp, zoals die te lezen valt in haar septemberakkoord. Het debat dat Patrick Loobuyck bepleit, overstijgt de concrete voorstellen uit dat septemberakkoord, en dat is niet helemaal terecht. Die voorstellen volgen een vreemde logica, die hij niet ziet. De lessen levensbeschouwelijke vakken gaan over inhoud, verschillend naargelang de overtuiging. Het schrappen uit het curriculum, zoals het akkoord voorstelt, zou één probleem helemaal, een ander gedeeltelijk, oplossen: het vak schrappen verlost de scholen van de ingewikkelde opstelling van roosters, en men rekent op een besparing. Met andere woorden, twee organisatorische problemen worden opgelost met het opofferen van pedagogische inhoud. Dat zegt veel over hoe de politiek staat tegenover inhoud, vooral inhoud die niet op economisch meteen inzetbare kennis gericht is. Ogenschijnlijk staat dat idee haaks op een verlangen de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, een verbetering die naar uitspraken van politici geassocieerd wordt met meer kennis, minder pret. De werkelijkheid is anders en gaat terug tot 1969: een werkgroep samengesteld op initiatief van president de Gaulle en geleid door Alain Peyrefitte legde de nieuwe doelstellingen voor het Franse onderwijs voor. (Voor jongere lezers, dat zijn geen namen van mei 68-ers, het gaat om degelijke burgerlijk-conservatieve politici.) In die voorstellen vallen de studies Latijn en Franse literatuur van hun voetstuk en wordt gesteld dat de studie gericht moet zijn op het beroepsleven. De studie van de (Franse) moedertaal gaat niet langer over grammatica of letterkunde maar over 'de vaardigheid zich vlot en precies uit te drukken’. Ondertussen heeft die visie zich over Europa verspreid en heeft u in de voorbije vijftig jaar die mantra al in verschillende versies gehoord. Daarachter zit een mensbeeld, een mensbeeld dat zegt dat omwille van de praktische moeilijkheden en van geld inhoudelijke vorming mag worden opgeofferd. Mag die achtergrond – gaat het om mensen, burgers, of productiemiddelen – mee in het debat?
De auteur legt al een aantal lijnen vast van dat debat: in de eerste plaats wordt het oordeel dat jongeren via die vakken hun levensbeschouwing uitdiepen weggezet met 'niets is minder waar’. Het argument is dan dat de secularisering zich heeft doorgezet ondanks het feit dat 80% van de leerlingen rooms-katholieke godsdienst volgde. Conclusie, geheel voor zijn rekening: dat vak rooms-katholieke levensbeschouwing dient tot niets. Als je dan doordenkt betekent die vaststelling dat meer dan duizend jaar katholicisme evenzeer weggezet werd. Alsof de 'Vlaamse secularisering’ niet doordrongen is van de katholiciteit. Alsof die 80% niet doorgaat met de op niet gestaafde overtuiging dat katholiek onderwijs beter is; dat katholicisme tot onze traditie, tot onze identiteit, behoort; dat een geloof in een God, indien al niet nodig om de samenleving bijeen te houden, superieure morele waarborgen biedt. Patrick Loobuyck kan me niet overtuigen dat Vlaanderen plots de kritische motor van het vrije denken of de verdiensten van de laicité ontdekt heeft.
Een andere lijn suggereert dat het vrijzinnig humanisme op de rem staat, dus een debat bemoeilijkt. (Een debat vragen en meteen een mogelijke partner verdacht maken vind ik dan weer een beetje onhandig.)  Ik vermoed de reden te kennen: met die bovenvermelde 80% op zak hebben die katholieken geen zin in een debat. Omdat het stellen van die vraag nutteloos is, een antwoord krijg je niet, wordt ze maar niet gesteld. Wat Loobuyck, met het mes in de hand, vraagt is of het lam een afspraak wil maken met de slager.
Over de nood aan een debat over plaats en inhoud van de levensbeschouwelijke vakken, niet-confessionele zedenleer in het bijzonder, was ik nochtans al langer overtuigd. En evengoed over de idee van interreligeuze geletterdheid. Gelijkwaardigheid is daarbij een essentiële voorwaarde: het erkennen van het bestaan van een opperwezen en het toeschrijven daaraan van een leer, kan geen superioriteit verlenen op een levensbeschouwing zonder die hypotheses. Dat is niet vanzelfsprekend, in vele landen loopt iemand die niet in een god gelooft gevaar. Ook in ons land wordt verwacht dat de niet-gelovige in zijn hok blijft en bijvoorbeeld niet gromt bij Sint-, Kerst-,Paas- en ander christelijk woordgebruik en er zich bij neerlegt dat hij in door christelijke naastenliefde geïnspireerde ziekenhuizen, woon- en andere zorgcentra niet de dienstverlening kan krijgen die bij zijn levensbeschouwing past.
De vaststelling van het apatheïsme bij de jongeren, zoals de auteur die cultuur benoemt, toont juist aan dat meer levensbeschouwelijke diepgang nodig is, tenzij we vinden dat apathische consumenten zo belangrijk zijn dat de idee van bewuste burgers kan worden opgegeven. Paradoxaal genoeg lijkt me die noodzaak groter bij mensen zonder geloof dan bij gelovigen, die altijd op zoek kunnen gaan in de religieuze doe-het-zelf gereedschapskist van geloofsleer, gedragsleer, tradities en die gerustheid kopen met hun vertrouwen in een leven na de dood. Vrijzinnig humanisten hebben mensen nodig, altijd.
Is dat ook een afwijzing van een interreligieuze dialoog of van meer levensbeschouwelijke geletterdheid? Integendeel, ook dat idee mag mee in het debat, maar interlevensbeschouwelijke geletterdheid is een oplossing voor een ander probleem en voorstellen formuleren zonder het probleem te benoemen dat zij moeten oplossen, vertrouw ik niet. Zelf doe ik een poging. De groeiende diversiteit aan door een of ander geloof geïnspireerde overtuigingen, niet alleen van moslims, stelt vele mensen in de dienstensector, in de zorg en het onderwijs voor vervelende problemen. Omgaan met het geloof dat de wereld pas 6000 jaar geleden ontstaan is, schurende visies over seksualiteit, evolutie, vaccinatie, … vraagt inderdaad om extra bagage. Die dient dan wel aangereikt te worden op een ander en hoger niveau en dient bovendien redelijk concreet te zijn. In het lager en middelbaar onderwijs kan (moet?) dat, samen met het thema tolerantie, deel uitmaken van het levensbeschouwelijk onderwijs. Lijkt dat moeilijk, laten we dan de lesgevers ook maar betrekken in een opleiding naar een grotere geletterdheid.
Er is dus veel stof voor een debat, maar niet met een eenzijdige arbiter die de regels en de uitslag bepaalt.
(Zie ook nog de diverse andere bijdragen op de blog over de levensbeschouwelijke vakken, van Kurt Beckers, Zeno Roels, Manfred Ingelbrecht …)
Kwintessens
Jef Asselbergh (1940) heeft geen dokterstitel, studeerde financiële economie en diverse bestuurlijke en humane disciplines.
_Jef Asselbergh -
Meer van Jef Asselbergh

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws