Kwintessens
Geschreven door Hans Claus
  • 6800 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

5 juni 2020 Ochtendwandeling in coronatijd
Een vreemd, maar niet onaangenaam gevoel overviel me tijdens een ochtendwandeling in coronatijd. Ik voelde dat alles rond mij traag bewoog. Een enkele wagen schoof door de straat. Ik stapte voorzichtig opzij en ik had daar ruim de tijd voor, want ik had hem van ver horen komen. Veel ander geluid was er niet. Heel de straatbreedte had ik tot wandelpad omgedoopt, maar dit hield niet het minste gevaar in. De straat klonk, rook en voelde zoals toen ze klonk, rook en voelde wanneer ik een jaar of tien was. Lees zevenenveertig jaar geleden.
Ik had nog wat brood en toespijs nodig om de avond te halen. In het passeren checkte ik of de bakker al open was. Die had nog wel iets in de frigo, dacht ik. Ik kon hopen dat het cheddar was. Maar ook met camembert zou ik me tevreden stellen.
Ik weet het. Dit zijn uitzonderlijke tijden. Niet kunnen afspreken met familie of vrienden weegt zwaar. De onzekerheid over die zomerreis is voor velen een bittere pil. Die grote luchtbel waarin we op het einde van elk verstikkend werk- of schooljaar naar adem happen, is onzeker geworden.
Maar toen ik tien was, waren die reizen buiten het bereik van de meesten. Een goed boerende industrieel die aan de overkant van de straat in een herenhuis woonde, kon op skivakantie. Wij vonden dat decadent. Bekakt.
Toen ik mijn vader vroeg waarom wij in tegenstelling tot de anderen in onze straat geen auto hadden, antwoordde hij dat er nog ieder jaar betere modellen op de markt kwamen en dat hij wachtte op het laatste model.
Dat mijn ouders, mijn vier zussen en ik, een karavaan fietsen, een berg valiezen en een volle kattenmand vol jongen zich met de trein een weg baanden naar zee, herbeleef ik al mijmerend nog dikwijls als was het een avontuurlijke expeditie naar verre gewesten met op het einde de beloning van een eindeloos zicht over de oorverdovende golven.
Wat kon ons dat laatste model schelen. Zelfs als zou dat een Mercedes geweest zijn.
En nu is dat lage activiteitenniveau plots een probleem geworden. Stel dat de economie zich niet meer herstelt! Stilletjes, tegen het algemeen discours in, stel ik me de vraag waarvoor dat dan nodig zou moeten zijn. Ik weet het. Het is een gevaarlijke vraag. Maar mag ik ze stellen? Aangezien het leven vroeger ook gewoon zijn gang ging, zonder dat een dreigende klimaatopwarming ons collectief gemoed bezwaarde.
Ik hoef de keuzestress om naar de cinema dan wel naar toneel of naar het concert of naar het voetbal te gaan eigenlijk niet. Een van die dingen volstaat en ik doe het wel met wat de pot schaft. Is het vanavond niet, dan volgende week of een andere keer. Zoals toen ik kind was en ik enkel kon hopen op een gratis kaartje dat altijd wel ergens uit de lucht viel.
Ik hoef dat activiteitsniveau van vóór corona eigenlijk niet. Niet als ik er al die stress en die drukke straten weer bij moet nemen en dat deprimerende deuntje over die altijd opnieuw niet gehaalde klimaatdoelstellingen. Misschien wou ik wel graag dat we wat we overhouden beter onder elkaar verdelen.
Is dit een staaltje van misplaatste nostalgie naar een tijd waarin we zilverpapier spaarden voor de zwartjes in Afrika? Blijkbaar waren we zelfs toen, met al die lege straten, nog beter af dan onze broeders uit het zuiden – kan zijn. Maar ik mis de luxe om kinderen op straat te kunnen laten spelen. Ik heb die moeten prijsgeven in ruil voor een drukte waar ik zelf nooit naar gevraagd heb.
Kan iemand me zeggen waar we al die tijd eigenlijk mee bezig waren? Was het allemaal wel de moeite? Om een actueel woord te gebruiken: was het essentieel?
Of was het gewoon niet tegen te houden? Vooruitgaan om niet achter te blijven? Is het dat? Mogen we ons eigenlijk nog de vraag stellen wat ons echt gelukkig maakt – als u ons toestaat daar nog even de tijd voor te vinden?
Ik wil die tijd terug. Niet die gekte, als je het mij vraagt. En als ik even luister in mijn omgeving, dan ben ik niet alleen.
Dat de economie in een zak valt, kan me eigenlijk maar weinig schelen. Ook al voel ik mee met al die zelfstandigen die hun toekomstdroom voelen smelten als sneeuw voor de zon, of met alle werknemers die straks werkloos aan de kant zullen staan, toch voel ik die heropstart van de economie op zich als iets dat mij wordt opgedrongen.
Na enkele maanden lockdown weet ik niet meer waar al die economische activiteit eigenlijk voor nodig was. Al dat vroeg opstaan en in de file aanschuiven naar het werk waar altijd iemand klaarstond met weer nieuwe deadlines. Voor het heilige bbp? Om een topregio te zijn? Heen en weer te kunnen vliegen naar Thailand tijdens een snippervakantie? Voor de volledige tewerkstelling? Omwille van de competitiviteit? Zelfs al weet ik zo goed als ik hier sta, dat ik met al die dingen het milieu een verwoestende slag toedien en al weet ik dat ik nog vlug mijn negenbeurtenkaart voor de osteopaat of andere ontstresser moet zien te verlengen, eens ik mijn drukke leven hervat?
Of ik misschien terug wil naar de tijd van de cholera en de pest? Natuurlijk niet. Maar wat als ik vaststel dat ook armere, ja zelfs communistische landen alle geneeskundige voorsprong weten te omarmen zonder daarom een vloot aan jachten in hun havens te moeten dulden? Natuurlijk moet het gezondheidsniveau steeds op topniveau. Zou dat echt niet kunnen zonder rokende schoorstenen en verstikkende smog? Dat topniveau kon ons alvast geen wereldwijde pandemie besparen, voeg ik er nog even stout aan toe.
Als we het luttele wat we overhouden na corona delen, zijn we misschien al een heel eind op weg. Zou dat niet de wind zijn die alle losse blaren van de bomen waait en het bos weer ademruimte geeft? Een melkboer die zijn camionette leeghaalt om de karavaan van mijn kinderjaren naar zee te verhuizen omdat er spoorwerken aan de gang zijn en het voor ons kroostrijke gezin een gesukkel van jewelste zou geworden zijn? Zou dat geen nieuw maatschappijmodel zijn?
Nog enkele lockdowns. Please, zou ik bijna durven prevelen. Zolang tot we toegeven dat het met minder mag. Omdat het eigenlijk met minder moet.
Kwintessens
Hans Claus is gevangenisdirecteur te Oudenaarde en pleitbezorger van kleinschalige detentiehuizen met maximale aandacht voor maatschappelijke re-integratie. (Foto: © Lieven Nollet)
_Hans Claus Ambassadeur voor de vrede
Meer van Hans Claus

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws