11 september 2024
De schepping na Darwin. Over modern creationisme en intelligent design
Dit qua afmetingen kleine boekje is althans figuurlijk geen lichtgewicht. Het verscheen al in 2017, maar wordt nu door Borgerhoff & Lamberigts terecht weer onder de aandacht gebracht na hun overname van ASP. Zeven jaar later blijkt dat creationisme en intelligent design nog steeds erg aanwezig zijn, en dat de evolutietheorie niet tot de elementaire kennis behoort en nog steeds aangevochten wordt.
Ik blijf er stellig van overtuigd dat er geen enkel inzicht is dat belangrijker is voor een goed begrip van het leven op aarde dan de evolutietheorie. Die overtuiging wordt evenwel niet gedeeld door de meerderheid van de bevolking. In het onderwijs wordt aan dat fundamentele gegeven nauwelijks aandacht besteed, en bijgevolg is vrijwel niemand in staat om het in twee minuten uit te leggen, wat nochtans perfect mogelijk is.
De auteur verdedigt vanzelfsprekend het idee van de evolutie, zowel zoals het door Darwin bedacht en geformuleerd is, als in zijn huidige vorm, met alle verworvenheden van de moderne wetenschap, maar hij concentreert zich op de tegenstanders ervan, die men vooral of eigenlijk uitsluitend moet zoeken bij gelovigen, en meer bepaald bij fundamentalistische en dus strijdbare gelovigen, een groep die nog altijd even prominent aanwezig is, en misschien zelfs recentelijk nog aan belang gewonnen heeft; het volstaat te luisteren naar wat de voormalige en misschien wel volgende president van de VS openlijk verklaart, om nog te zwijgen van wat gemeengoed is in de islamitische wereld.
De analyses van Stefaan Blancke zijn grondig en degelijk, en voor iedereen – behalve natuurlijk zijn tegenstanders – verstaanbaar en overtuigend. Wat hij echter zegt over falsifieerbaarheid (blz. 67) is wat men ‘kort door de bocht’ noemt. Een theorie wordt vanzelfsprekend niet wetenschappelijk indien die falsifieerbaar is, want dan zouden alle foute theorieën wetenschappelijk zijn, quod non. Om wetenschappelijk te zijn moet een theorie falsifieerbaar zijn, en dat is een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde. Wat Popper bedoelde, was dat niet-falsifieerbare theorieën niet wetenschappelijk zijn, niet dat falsifieerbare noodzakelijkerwijs ipso facto wetenschappelijk zijn. Ik heb ook wat aarzelingen over zijn interpretatie van de blijvende en algemene aantrekkingskracht van creationisme en alle teleologisch denken (blz. 79 vv.) en het zogenaamd psychologisch essentialisme. Naar mijn aanvoelen overleven foute gedachten hoofdzakelijk door machtspropaganda vanuit gezagsstructuren, die ze gewetenloos gebruiken in hun eigen voordeel, zonder zich te bekommeren om hun waarheidsgehalte.
Het is in feite jammer dat we het hier en nu nog moeten zeggen, maar een boekje zoals dit is nog heel hard nodig. Of het ook het publiek zal bereiken dat er het meest behoefte aan heeft, namelijk enerzijds de westerse modale burger die grotendeels onverschillig staat tegenover alles wat te maken heeft met fundamentele inzichten van welke aard ook, en anderzijds de aanhangers van traditionele of alternatieve geloofsovertuigingen, is zeer de vraag. Zoals de auteur aangeeft, zijn die laatstgenoemden heel wat handiger en meer succesrijk in het verspreiden van hun nefaste waanideeën dan redelijke mensen in het overtuigen van hun medemensen van de zin van de rede en de onzin van de irrationaliteit.
Karel D’huyvetters
Karel D’huyvetters
Stefaan Blancke is wetenschapsfilosoof aan de Tilburg University.
Meer van Karel D'huyvetters