Eric Storm
Marc De Bock
Non-fictie
  • 150 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

24 september 2024 Nationalisme - Een wereldgeschiedenis
Het nationalisme is onmiskenbaar aan een opmars bezig. Dat maken recente verkiezingsoverwinningen van populistische politici over de hele wereld en ook in ons eigen land wel duidelijk. We leven blijkbaar toch niet in een grenzeloze wereld van virtuele connectiviteit.
Wanneer is het nationalisme ontstaan en hoe heeft het zich ontwikkeld? Waarom vormde de Franse revolutie het startpunt en zien we sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie een opleving? In Nationalisme - Een wereldgeschiedenis beschrijft Eric Storm de geschiedenis van dit verschijnsel en de vaak verstrekkende gevolgen ervan. Deze uitgave is de Nederlandse vertaling van de oorspronkelijke titel Nationalism - A World History.
Storm is universitair hoofddocent aan de Universiteit Leiden. Hij is Spanje-expert en doceert Europese geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw. Hij verricht onderzoek naar nationalisme en regionalisme vanuit een internationaal vergelijkend perspectief.
Het baart dan ook geen verwondering dat de penvoerder in zijn inleiding uitdrukkelijk stelt dat hij de opkomst en ontwikkeling van het nationalisme als een wereldwijd proces wil benaderen. Uit zijn onderzoek blijkt dat de opkomst van nieuwe natiestaten hoofdzakelijk bepaald werd door grote omwentelingen in de internationale context, dat de relatie tussen natiestaten en hun burgers zich grotendeels ontwikkelde volgens wereldwijde patronen en dat mondiale intellectuele trends de nationalisering van zowel de culturele sfeer als de fysieke omgeving hebben beïnvloed.
Het boek bezigt een chronologische opzet om te laten zien dat het nationalisme in de loop van de tijd grondig is veranderd en de ontwikkeling ervan verre van lineair is verlopen. Wat het geografisch bereik van het boek betreft, poneert Storm dat niet alle landen of culturele domeinen gedetailleerd kunnen besproken worden. Hier en daar benoemt hij wel enkele essentiële voorbeelden uit verschillende delen van de wereld om een meer algemene tendens te illustreren.
Binnen de acht hoofdstukken hanteert hij een thematische aanpak. In het eerste deel van elk hoofdstuk wordt de opkomst en verbreiding van de natiestaat behandeld. Het tweede deel, over burgerschap, toont hoe inwoners verbonden werden met de natiestaat. Maar hoe en wanneer werden ideeën en praktijken met betrekking tot de natie relevant voor grote geledingen van de bevolking? Dat is het onderwerp van het derde deel van elk hoofdstuk. Het vierde segment gaat over de nationalisering van het culturele domein en het fysieke milieu, die begonnen is tijdens de Romantiek, toen de eerste nationale musea en monumenten in Europese en Amerikaanse hoofdsteden verschenen, maar zich gaandeweg ook manifesteerde in de verspreiding van diverse nationale identiteiten, die allemaal kunnen geassocieerd worden met een specifieke natie, zoals typische gerechten en dranken, auto’s, meubelen, kleding, folklore, kenmerkend cultureel erfgoed, bijzondere landschappen, taal, sport, toerisme, enz. Aldus werd de nauwe band tussen nationale identiteit en nagenoeg alle aspecten van de hedendaagse maatschappij langzaam maar zeker geïnternaliseerd en tegenwoordig overal ter wereld als vanzelfsprekend aangenomen.
Het eerste hoofdstuk biedt een bondig overzicht van de ontwikkeling van nationale identiteiten van de Middeleeuwen tot het revolutionaire tijdperk, die echter (nog) niet uitmondde in een nauwe verwevenheid tussen naties, staten en culturen. Daarna volgen zeven hoofdstukken die elk een periode van zo’n dertig tot veertig jaar bestrijken en die van elkaar gescheiden zijn door belangrijke internationale keerpunten. Zo wordt in het tweede hoofdstuk gesteld dat de natiestaat is voortgekomen uit een wereldwijde imperiale crisis, in de hand gewerkt door de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog in 1775, maar toch vooral door de impact van de Franse revolutionaire en napoleontische oorlogen (1792-1815).
Het ideaal van de soevereiniteit van de natie, dat rechtsgelijkheid en politieke inspraak met zich meebracht, was echter vooral aantrekkelijk voor leden van de middenklasse wereldwijd. Het derde hoofdstuk belicht het tijdperk van het romantisch nationalisme. Dit nieuwe concept van de natie als een historisch gegroeide taalgemeenschap met een gedeelde cultuur, deemsterde in Europa grotendeels weg door de bepalingen van het Congres van Wenen (1815) en vooral vanwege de mislukte revoluties van 1848. In het vierde kapittel omschrijft Storm de vorming van natiestaten, niet via massamobilisaties, verkiezingen of revoluties, maar via oorlogen, slimme onderhandelingen en veroveringen. Als voorbeeld geldt de succesvolle eenwording van Italië en Duitsland, respectievelijk tot stand gekomen in 1870 en 1871, die ook elders als inspiratiebron fungeerde voor al dan niet geslaagde hervormingen in de bestaande politieke modellen.
Zo verwierf Japan een nieuwe status als “beschaafde” natiestaat maar bleven de moderniseringen in de Europese koloniale rijken toch ondergeschikt aan de economische belangen van het moederland. In talrijke landen werd op vele gebieden een sterk doorgedreven natievormingsbeleid gevoerd tot en met een “moderne interpretatie” van de geschiedschrijving en in de kunsten verruilden schilders, schrijvers en musici het romantisch realisme voor een meer directe, realistische kijk op de eigen leefwereld. Bovendien zette de standaardisering van nationale identiteiten zich door en moest elk land een vlag, een volkslied en een nationale feestdag hebben. Wereldtentoonstellingen speelden een cruciale rol en boden een ideaal platform om een uitzonderlijk en herkenbaar nationaal erfgoed te presenteren aan een internationaal publiek, waardoor nationale identiteiten paradoxaal genoeg steeds uniformer en homogener werden. 
In het vijfde deel sleept Storm de lezer mee naar een tijdvak van nationalistische radicalisering dat een verschuiving van optimisme naar pessimisme inluidde. Internationaal veroorzaakt door de Conferentie van Berlijn (1884-1855) waarmee vrijhandel en een sfeer van samenwerking - althans binnen de westerse wereld - steeds meer plaats maakte voor internationale concurrentie en rivaliteit. Op binnenlands vlak leek een sociale revolutie op til, gevoed door Karl Marx’ kritiek op de kapitalistische samenleving.
Een volgende klap was de intellectuele aanval op de fundamenten van de westerse filosofie en wetenschap, onder het gewicht van de ideeën van Friedrich Nietzsche. Daarenboven was er de groeiende reikwijdte van het biologisch denken: Charles Darwin introduceerde als eerste het idee dat evolutie en genetica een rol spelen in menselijk gedrag. Het nationalisme drong steeds verder het dagelijks leven binnen en vond eveneens ingang bij allerlei wetenschappelijke disciplines, maar verrassend genoeg kwamen ook andere nationale identiteiten - zowel van regio’s binnen een staat als van grotere natuurlijke, raciale of culturele gebieden - onder de aandacht van de onderzoekers.
Veel van deze factoren ondergroeven tot op zekere hoogte de vanzelfsprekende aard van de bestaande internationale orde en hielpen daarmee het pad te effenen voor de rampzalige wereldoorlogen van de daaropvolgende decennia. Die botsing tussen extremen in de periode van 1914 en 1945 wordt uitvoerig beschreven in het zesde hoofdstuk. Opmerkelijk daarbij is dat na de Eerste Wereldoorlog en in het Interbellum nog meer natiestaten ontstonden, maar dat het liberale natiestaatmodel steeds meer onder vuur kwam te liggen. Er werden alternatieve politieke modellen ontwikkeld en verwezenlijkt in de Sovjet-Unie, Italië en Duitsland in de gedaante van een dictatoriale eenpartijstaat, gepaard gaande met een expansionistisch buitenlandbeleid, terwijl het keizerlijke Japan evenmin haar territoriale uitbreidingsdrift in toom kon houden.
Uiterst gefundeerd en ongemeen boeiend beschrijft Storm in het voorlaatste hoofdstuk het einde van de Tweede Wereldoorlog en de woelige jaren na de nederlaag van nazi-Duitsland. Jaren waarin de dekolonisatie een aanvang nam, maar dat proces bleek in veel gevallen geen simpele overgang van kolonie naar onafhankelijke natiestaat. Vele imperiale en koloniale regimes zochten met wisselend succes een uitweg in de vorming van federaties of pan-bewegingen, fusies van territoria of regelrechte afscheidingen. Toch mocht vastgesteld worden dat de meeste nieuwe staten het model van de moderne natiestaat overnamen, zij het vaak met scherpe nationalistische kantjes.
Het laatste hoofdstuk belicht de intrede van het neoliberalisme dankzij de zege van Margaret Thatcher’s Conservatieve Partij bij de Britse verkiezingen in 1979 en van de identiteitspolitiek uitgedragen door (religieuze) behoudsgezinden. Frappant is evenwel dat beide fenomenen het nationalistisch gedachtegoed net zouden versterken. Het failliet van het communisme, geïnitieerd door de val van de Berlijnse Muur in 1989, ontmantelde de Sovjet-Unie en creëerde een opening om talrijke nieuwe staten op te richten. Helaas niet altijd op vreedzame wijze, zie de bloedige etnische conflicten in voormalig Joegoslavië.
Ook op andere plekken in de wereld stak vergelijkbaar geweld de kop op, met als dramatisch dieptepunt de Rwandese genocide in 1994. In Europa kozen sommige landen voor een pragmatische oplossing van interne communautaire spanningen: ze verleenden steeds meer autonomie aan gemeenschappen en gewesten - de staatshervormingen in België gelden hier als voorbeeld - vooral met het oog op het ontvangen van subsidies uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling. Storm toont ook aan dat identiteitskwesties handig werden en worden uitgespeeld door linkse en rechtse populisten.
In zijn conclusie zet de auteur zijn belangrijkste bevindingen over nationalisme nog eens op een rijtje en afsluitend reflecteert hij kort op wat de toekomst zou kunnen brengen.
Aan dit lijvig boek is ongetwijfeld heel wat diepgaande research voorafgegaan. Dat wordt bewezen door de talloze noten en de vele instellingen en personen op wiens expertise Storm beroep kon doen. Zo is het uitgegroeid tot een monumentaal, verfrissend, wervelend en uitstekend onderbouwd standaardwerk voor elke nationalist en internationalist die de huidige tijd wil begrijpen…

Marc De Bock 
Eric Storm
Marc De Bock
Non-fictie
-
_Marc De Bock - Recensent
Meer van Marc De Bock

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies