Francesco Petrarca, vertaler Chris Tazelaar
Benny Madalijns
Non-fictie
  • 325 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

24 februari 2025 Brieven van een bejaard man
Francesco Petrarca (1304-1374) wordt vandaag de dag graag de vader van het humanisme genoemd. Hij was dan ook een van de eersten, zo niet dé eerste Renaissancehumanist. Petrarca wilde in de eerste plaats terugkeren naar de schoonheid en het licht van de Grieks-Romeinse cultuur. De bekende uitdrukking ‘donkere Middeleeuwen’ is van hem afkomstig. Hij schrijft inzonderheid over de liefde, de natuur en het lichaam, over persoonlijke ervaringen, emoties en zelfovertreffing.
In de laatste jaren van zijn leven schreef hij tevens bijzonder veel brieven en stelde daaruit zelf een collectie samen: de Epystole Seniles.
De mooiste en relevantste daaruit zijn in deze Damon-uitgave verzameld en vertaald als Brieven van een bejaard man. Ze geven een veelzijdig beeld van het politieke, godsdienstige, literaire en sociale leven in Noord-Italië, van de geschiedenis van steden als Venetië en Padua en van de geschiedenis van de Kerk, die in die jaren zetelde in Avignon.
In diverse brieven vertelt hij over zijn levensloop en persoonlijke omstandigheden.
Al lezend in de brieven ziet men Petrarca geleidelijk ouder, zwakker en ziekelijker worden, een man die moeizaam lopend, mantelzorg behoevend met het gezin van zijn dochter teruggetrokken leeft, maar geestelijk tot zijn laatste dag actief is gebleven.
Na de laatste brief van de collectie plaatste hij zijn nooit afgesloten autobiografische brief Ad posteritatem, aan het nageslacht.
Aan het nageslacht:
(…) Ik heb erg weinig interesse in rijkdom, niet omdat ik niet rijk wil zijn maar omdat ik een hekel heb aan de problemen en de zorgen die er onverbrekelijk samen mee gaan. Ik had niet de middelen om copieuze diners aan te richten, zodat ik die zorg dan ook nooit gehad heb; wel kon ik altijd met sober voedsel en simpele maaltijden een prettiger leven leiden dan alle navolgers van Apicus met hun exquize schotels bij elkaar. Van zogenaamde banketten heb ik altijd een afkeer gehad, omdat het schransfestijnen zijn die een aanslag zijn op de matigheid en het fatsoen. Ik heb het altijd zinloos gevonden om anderen met dat doel uit te nodigen, en door anderen daarvoor uitgenodigd te worden vond ik net zo onprettig.
(Epistole Seniles, XVIII, 1 – Ad posteritatem, p. 520)
Met bakken monnikengeduld heeft classicus-vertaler Tazelaar deze reeks brieven ontsloten, zodat nu ook niet-latinisten tenvolle kunnen genieten.
Petrarca’s christelijke inspiratie is in de brieven overduidelijk aanwezig, al is dat het klimaat van het christelijk humanisme zoals dat later bij Erasmus naar voren komt. Er is met name bovenal sprake van harmonie tussen streven naar deugdvorming op eigen kracht (mensen van goede wil) én geloof in één God.
Bovendien heeft de vertaler het brievenboek voorzien van een overzichtelijke en scherpzinnige inleiding betreffende de tijdspanne van de geschriften: 1361 – 1374.
De brieven uit die periode richtte Petrarca ondermeer aan Francesco Bruni (de secretaris van de pausen Urbanus V, Gregorius IX en Urbanus VI). Hij schreef hem over de ervaring als moeder van alle kunsten, de overdreven lof van een vriend en een waarheidsgetrouwe beschrijving van zijn eigen onbelangrijkheid.
Aan Giovanni da Certaldo (Boccaccio, de schrijver van Decamerone) stuurde hij brieven over de recente pestuitbraak en de onzin van astrologen, de beschrijving van de steden Genua en Pavia, het obsessief streven naar de eerste plaats en ontevredenheid met de tweede plaats, over de verwaande onwetendheid van tijdgenoten, de onterecht slechte naam van het drieënzestigste levensjaar, het zogeheten kritieke levensjaar en over de brutaliteit en gewichtigdoenerij van artsen.
(…)  Wat anders zouden wij kunnen beschouwen als de oorzaak van hun brutalitiet dan de overbekende onpeilbare domheid van de massa? Ze gaan zonder meer daarvan uit en zijn ook in staat om overal het meelijwekkende volk te bespelen: dat heeft toch gemaakt dat ze die triomfmantels hebben omgehangen, pronkend met het overmeesterd onbenul, beladen met hun buit en trots op hun slachtingen? Wat ontbreekt hun eigenlijk nog, behalve witte paarden met gouden versiersels, en die zegewagens zullen eerstdaags ook wel verschijnen. (V.3, p. 123)
En ook over het feit dat leeftijd geen reden mag zijn om met studeren op te houden, over Griselda, de voorbeeldige volgzaamheid en trouw van een echtgenote, om te zeggen wat nog te zeggen is over een vorige brief, en om voor altijd een punt te zetten achter het schrijven van brieven.
Hij schreef aan de letterkundige Pietro da Bologna, betreffende de overwinning van de Venetianen en de naar aanleiding daarvan in Venetië gehouden ceremoniën en spelen.
Aan Paus Urbanus, aangaande de reeds te lang uitgestelde en geen langer uitstel meer gedogende terugkeer van de Kerk vanuit Avignon naar haar zetel te Rome.
Aan taalkundige Donato Albanzani (Apenninigena), zond hij woorden van troost en vermaning naar aanleiding van de vroegtijdige dood van zijn zoon en van zijn eigen kleinzoon.
Aan de eerder vermeldde Francesco Bruni, de secretaris van de paus, stuurde hij niet veel later een aanbevelingsbrief voor Giovanni Malpaghini, een leergierige jonge man en enkele persoonlijke ontboezemingen:
Ik heb u, mijn vriend, nooit met eigen ogen gezien, maar vreemd genoeg ken ik u beter dan velen van degenen, met wie ik vele jaren heb omgegaan. De verklaring daarvan is duidelijk: ik heb de ogen waarmee we scherper zien (Petrarca bedoelt de ogen van de geest) nadrukkelijk op u gericht.
(…) Ik weet uit lectuur en ervaring dat begeerte niet van grenzen weet als de rede haar niet aan banden legt. Men kan zien dat ik dat al sinds lang doe; en als ik dat al in de bloei van mijn jaren heb gedaan, wat denkt u dan dan ik nu doe? Begeerte bij ouderen is dwaas, en als dat dagelijks gedrag is maaktv die de dwaasheid niet kleiner, integendeel, hoe algemener hoe onzinniger. Wat kan dwazer zijn dan wanneer je nog maar kort te gaan hebt voor meer leeftocht te willen zorgen, en wanneer je veilig een lange weg hebt afgelegd in het zicht van de herberg bang te worden? (XIII, 14, p. 381)
Aan Giovanni Dondi, befaamd arts en natuurfilosoof te Padua, stuurde hij een aantal brieven naar aanleiding van enkele medische adviezen.
Aan Matteo Longo, uit Bergamo, aartsdiaken van Luik laat hij een schrijven geworden met betrekking tot hun beider omstandigheden:
(…) Lichamelijk ben ik lang gezond geweest, maar sinds twee jaar ben ik er minder goed aan toe. Vaak ben ik voor dood gehouden, maar ik leef nog steeds en ben in mijn kleinheid als altijd de jouwe. In vrijwel alle andere opzichten gaat het me nog net zoals toen je me voor de laatste keer zag: dat is, als ik goed tel, vierentwintig jaar geleden, wat een tamelijke lange periode van leven is om maar niet te zeggen van afwezigheid. Ik had hoger kunnen opklimmen maar heb dat niet gewild: iedere hoogte is voor mij verdacht. Ik ben dan ook op mijn nederige plaats gebleven omdat ik dat zinniger en prettiger vond. Kortom, ik ben aan vrijwel niets rijker geworden, behalve aan vele jaren en enkele boekwerkjes - al was ik liever rijker geworden aan kennis en deugd – en aan niets armer behalve gezondheid en vrienden, van wie de onverbiddelijke dood zeer velen in weinige jaren heeft weggenomen, waarmee hij mijn verdraagzaamheid hevig op de proef stelde. (XIII,8, p. 371)
Aan de edele Francesco I da Carrara, heer van Padua berichtte hij over de onontbeerlijke eigenschappen van een bestuurder van een staat.
Aan zijn broer Gherardo, een kartuizer monnik, stuurde hij berichten over zijn omstandigheden, gelardeerd met mijmeringen over de ouderdom
Aan Karl IV, Keizer van het Heilige Roomse Rijk zond hij een belangrijk bericht met betrekking tot de echtheid van het zogeheten “Privilegium Maius”.
Even verduidelijken. In maart 1361 kreeg Petrarca vanuit Praag het verzoek van keizer Karl IV om zijn visie te geven op de betekenis en waarde van een historisch document, dat hem in 1359 door Rudolf IV van Habsburg, de hertog van Oostenrijk, was voorgelegd en waaruit zou blijken dat de soevereine heerschappij over Oostenrijk bij de hertog zou berusten en niet bij de keizer. Daarnaast vroeg de keizer Petrarca om hem in Praag te komen bezoeken. Petrarca liet de keizer weten dat hij het document als vals beschouwde.
Omdat het een vertrouwelijk verzoek van de keizer en een vertrouwelijk antwoord van Petrarca betrof, nam hij zijn antwoordbrief pas jaren later in zijn collectie Epystole Seniles op:
(…) Een leugen gaat altijd mank, laat zich niet makkelijk doorzien en kan amper ontgaan aan het oordeel van een scherpe en snelle geest. Er is mij een document voorgelegd, een handgeschreven bombastisch stuk zonder waarde of waarheid, opgesteld door een mij onbekend iemand, die zonder twijfel geen geletterde man of geleerde is, maar eerder een kladschrijvertje zonder veel kennis dat dol is op falsificaties, maar de kunst van het debiteren van onwaarheden niet beheerst. (XVI, 5, p.p. 469 - 476).
Met zijn brief over het document stuurde Petrarca een begeleidend schrijven mee, waarin hij de keizer liet weten dat hij op diens verzoek om naar Praag te komen zou ingaan, maar vooral hem wees op zijn morele plicht om als keizer van het Romeinse Rijk naar Rome te gaan en daar te verblijven. Petrarca had zich er steeds boos over gemaakt dat Karl IV in 1355 met paus Innocentius VI had afgesproken dat hij zich in Milaan met de ijzeren kroon van Lombardije zou laten kronen en daarna in Rome tot keizer van het Romeinse Rijk (dat was ook gebeurd: op 1e Paasdag, 5 april 1355, was Karl namens de paus door Pierre de Colombiers, de bisschop van Ostia en Velletri, met het keizerschap bekleed), maar dat hij daarna meteen weer uit Rome zou vertrekken; Rome was kerkelijk gebied en een wereldlijk heerser had daar geen plaats. Vandaar.
Aan Dom Jean Birel, prior van de Grande Chartreuse stuurde hij daarop een verzoek om hem in zijn gebeden te gedenken en daarna de verontschuldiging dat hij hem tijdens zijn leven heeft geprezen.
Nu ja, het kan verkeren.
Ook zijn er enkele bijzondere lezenswaardige bijlagen in dit boek (van maar liefst 688 bladzijden) opgenomen. Zo las ik ondermeer met plezier het testament van Francesco Petrarca, de levensloop en persoonlijkheid van de Florentijn Francesco Petrarca, opgetekend door Giovanni da Certaldo (Boccaccio) en een brief van deze befaamde Florentijnse schrijver met woorden van droefheid en achting naar aanleiding van het overlijden van Francesco Petrarca, gezien dichter, aan diens schoonzoon Francesco da Brossano en de Laudatio funebris Francisci Petrarce van Coluccio Salutati.
Verder is er nog een uitgebreid namenregister en een opsomming van de door de vertaler geraadpleegde literatuur.
Tot slot nog dit.
Goede literaire brieven zijn meerlagig; ze brengen verschillende perspectieven samen en geven geen eenduidige antwoorden. Ze vormen mijns inziens dan ook het ideale krachtvoer in tijden van fake news en artificiële intelligentie. Om de informatie in historische brieven, kritisch te kunnen beoordelen, moet je je inspannen, moet je goed begrijpend kunnen lezen en fouten in een redenering of argumentatie kunnen opsporen.
Als je deze latere brieven van Petrarca leest, krijg je niet alleen inzicht in een interessant tijdscharnier, maar krijg je ook toegang tot de meerlagigheid van het denken van de culturele elite uit die dagen.
Geen excuses dus, om dit fenomenale brievenboek nog langer links te laten liggen.
Lezen die turf! En volop genieten van Tazelaars sierlijke vertaling van de schrijverij van zowat (volgens zijn tijdgenoten althans) de geleerdste man van zijn eeuw, de enig echte opvolger van Vergilius. Doen, gewoon doen!

Benny Madalijns
Francesco Petrarca, vertaler Chris Tazelaar
Benny Madalijns
Non-fictie
Madalijns is van opleiding Leraar Beeldende Kunsten en doctor in de Archeologie & Kunstwetenschappen. Hij is schrijver van amper te publiceren verhalen over denken & doen, zoals het boek 'Ondanks alles / Malgré tout' (ASP). En schilder & collagist van zo maar wat bedenkingen van geest & gemoed. (Foto: Jean Cosyn - VUB)
_Benny Madalijns -
Meer van Benny Madalijns

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies