31 juli 2019
Zorg voor elkaar
Voormalig CD&V-voorzitter Jo Vandeurzen nam na de verkiezingen van 26 mei 2019 afscheid van de politiek. Zijn laatste mandaat was die van Vlaams minister van Welzijn en daar schreef hij nu een boek over. Geen memoires maar een uitgebreid relaas over het beleid dat de afgelopen tien jaar werd gevoerd en over de uitdagingen die de zorgsector nog wacht.
Wie vreest dat dit een saai boek is geworden waarin de politicus zijn beleid in een gunstig daglicht stelt, krijgt slechts gedeeltelijk gelijk. De hervormingen in de zorgsector die de man doorvoerde, hebben er niet toe geleid dat de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg zijn weggewerkt. Integendeel. Ze zijn amper geslonken en in een aantal sectoren blijven heel wat zorgvragen onbeantwoord ondanks de extra budgetten die de sector kreeg toegewezen.
Voor een grote groep kwetsbare mensen blijft de toegankelijkheid van het onderwijs, huisvesting en vooral de arbeidsmarkt een blijkbaar onoverkomelijke barrière. In die zin neemt de mandataris geen afscheid in euforie, maar eerder met een zekere frustratie, en met het wrange gevoel dat er in onze goed uitgebouwde welvaartsstaat nog steeds te veel hulpbehoevende medeburgers in de kou blijven staan.
Voor een grote groep kwetsbare mensen blijft de toegankelijkheid van het onderwijs, huisvesting en vooral de arbeidsmarkt een blijkbaar onoverkomelijke barrière. In die zin neemt de mandataris geen afscheid in euforie, maar eerder met een zekere frustratie, en met het wrange gevoel dat er in onze goed uitgebouwde welvaartsstaat nog steeds te veel hulpbehoevende medeburgers in de kou blijven staan.
De toekomst van de sector ziet er volgens de auteur niet rooskleurig uit - zelfs als de budgetten nog méér zouden stijgen. Een onderschatte oorzaak ligt volgens de auteur paradoxaal genoeg voor een deel aan de vooruitgang die de medische sector boekt en waardoor de mensen ouder worden. Oud worden “doet het lichaam ook pijn” zodat de groep die zorg nodig heeft steeds groter wordt.
Er is bovendien volgens Vandeurzen een gevaarlijke evolutie gaande die ervoor zorgt dat de vereenzaming toeneemt, ook op het platteland, omdat de collectieve sociale controle op medeburgers steeds meer dreigt te verdwijnen. Zo komt het dat men regelmatig overleden mensen vindt die weken, soms maanden, dood in hun woning liggen - zonder dat er blijkbaar iemand naar hen heeft omgekeken. We leven dus in een tijdperk waarin de solidariteit tussen burgers verontrustend afneemt, zodat de overheid steeds vaker mensen moet ondersteunen die door hun familie niet worden opgevangen zoals dat vroeger wél het geval was.
Wie trouwens denkt dat de medische vooruitgang ertoe heeft geleid dat er minder hulpbehoevenden worden geboren, vergist zich. In bepaalde regio’s zijn er zelfs méér hulpbehoevenden. Omwille hiervan moet de overheid instellingen bijbouwen omdat zij in hun thuishaven op weinig hulp van hun families kunnen rekenen.
_Ik-tijdperk
We leven duidelijk in een ik-tijdperk. Het is ieder voor zich en de welvaartsstaat “moet maar voor die mensen zorgen”.
De overheid doet haar best, met gigantische financiële middelen, om al die mensen toch maar een voldoende kwaliteitsvol bestaan te bieden. Maar diezelfde overheid komt daardoor in nauwe schoentjes te zitten en bouwt een begrotingstekort op.
“We moet terug leren voor mekaar te zorgen”, schrijft de beleidsman in zijn boek, “zodat de overheid wat van zorg wordt ontlast. Dat is toch niet teveel gevraagd?”
Verder is dit boek vooral interessant voor welzijnswerkers die beleidsverantwoordelijkheid dragen. Ze kunnen er zeer zeker wat van opsteken.
Meer van Leo De Ley
De overheid doet haar best, met gigantische financiële middelen, om al die mensen toch maar een voldoende kwaliteitsvol bestaan te bieden. Maar diezelfde overheid komt daardoor in nauwe schoentjes te zitten en bouwt een begrotingstekort op.
“We moet terug leren voor mekaar te zorgen”, schrijft de beleidsman in zijn boek, “zodat de overheid wat van zorg wordt ontlast. Dat is toch niet teveel gevraagd?”
Verder is dit boek vooral interessant voor welzijnswerkers die beleidsverantwoordelijkheid dragen. Ze kunnen er zeer zeker wat van opsteken.