Ruud Bosman
Karel Van Dinter
Non-fictie
  • 256 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

5 april 2025 Waarheid en objectiviteit. Wetenschapsfilosofie – handelingstheorie – het bewustzijn – het brein en de computer
Waarheid? Objectiviteit? Met die begrippen bij de hand bespreekt Ruud Bosman in ‘Waarheid en Objectiviteit’ een aantal wetenschapsfilosofische onderwerpen uit de natuurwetenschappen en de sociale wetenschappen: “In de wetenschap hoort objectiviteit thuis in de natuurwetenschappen. In de sociale wetenschappen gaat het vrijwel uitsluitend om ‘intersubjectiviteit’; over het herkennen en begrijpen van overeengekomen betekenissen.” (p.12) Scherper kan de tweedeling niet zijn, maar ze is wel klassiek.
Het doet alvast nostalgisch terugdenken aan tijden van Methodenstreit, Wetenschappelijk Realisme, Instrumentalisme, Fallibilisme, Pragmatisme en andere filosofische polemieken: welke methodologie is vereist bij welk wetenschappelijk onderzoek? Wetenschapsfilosofische debatten die, indien al niet permanent gesteld, toch om de zoveel tijd aan de orde zijn. Onvermijdelijk… Wetenschapsfilosofie onderzoekt en taxeert immers de vooronderstellingen, methoden en bevindingen van wetenschappelijk onderzoek. Daarbij zou het gaan om het vinden van ‘objectieve waarheid’ in de natuurwetenschappen zowel als in de ‘andere’ wetenschappen. Zeg maar, de sociale wetenschappen, de psychologie, de economie, enz.
Waarheidscrisis N° X
Objectieve waarheid? Wat betekenen ‘wetenschappelijke’ concepten als causaliteit en theoriegeladenheid van de waarneming? En wat is een wetenschappelijke verklaring? Vragen die - denk ik dan - niet enkel van belang zijn bij het bedrijven van wetenschap, maar ook hun belang hebben voor élk menselijk zoeken naar waarheid en objectiviteit in ons dagelijks leven. Ze raken immers aan een menselijk streven naar vrijdenken, waarheidsvinding en humanisme. Levens- en wereldbeschouwelijke engagementen waarbij wetenschap (én filosofie) een fundamentele rol spelen. Ook al geen geringe zaak in tijden van waarheidscrisis, waarbij politici en media “het met de waarheid niet zo nauw nemen”. (p.11) Bosman mag dan wel aangeven dat hij daar slechts zijdelings zal op ingaan, toch zijn er morele en existentiële dimensies aan zijn zoektocht. Op vele manieren is wetenschappelijk onderzoek niet waardenvrij…
Traditie
Waarheid? Objectiviteit? Ruud Bosman is uiteraard niet de eerste en (hopelijk) ook niet de laatste die zich die vragen stelt. Hij plaatst zich daarmee meteen in een bepaalde traditie. Daar moet men zich sinds de claims van het postmodernisme en de bevindingen van de sociologie van de wetenschap goed bewust van zijn. Want een traditie die zich gaandeweg ontwikkelde uit een contextueel bepaald paradigma van wetenschappelijkheid. Ietwat vergeten door Bosman? Thomas Kuhn, Karl Popper, John Searle, e.a. relevante wetenschapsfilosofen worden terecht door hem opgevoerd, maar andere voorgangers zoals Eduard Jan Dijksterhuis, Charles Sanders Peirce of Karl Mannheim blijven in Waarheid en Objectiviteit opvallend afwezig. Toch geen onbelangrijke figuren vanuit een wetenschapsfilosofisch oogpunt...
Ratio
“Ik ben een uitgesproken rationalist”, biecht Bosmans meteen in de eerste bladzijden van Waarheid en Objectiviteit op. Een rationalist in de traditie van Kant en Habermas… Daarvan mag je iets verwachten. Want een veelzeggende weggever voor iemand die wil aantonen dat “het begrip objectiviteit niet op zijn plaats is in sociaalwetenschappelijke kwesties die alleen betrekking (kunnen) hebben op de waarneming van ‘dingen’.” Want, gaat het verder, “in de wetenschap hoort objectiviteit thuis in de natuurwetenschappen. In de sociale wetenschappen gaat het vrijwel uitsluitend om ‘intersubjectiviteit’; over het herkennen en begrijpen van overeengekomen betekenissen.”
Zodat Bosman al meteen een zekere partijdigheid introduceert, maskeert of te veel over het hoofd ziet… Hadden Immanuel Kant, en voor hem reeds David Hume, al niet gewezen op de vervormende bril die alles en iedereen op heeft bij het beschouwen van en handelen in de wereld? Bosman vat het graag samen als ‘sjablonen’ (p.119). Een selectieve bril… Die is er ook in de rationele pose. Graag dus meer besef en inzicht in de eigen Standortgebundenheit zoals Karl Mannheim die vaststelde bij de wetenschappelijke elite. En – nog volgens Mannheim - met de bereidheid om daar zelfkritisch op toe te zien. Voortschrijdend inzicht?
Pijnpunten
Een rationalist… Met die bekentenis bij de hand maakt Bosman een stand van zaken op van de pijnpunten van wetenschappelijke methodologie(ën). Hij herinnert ons daarbij aan de recurrente en erkende problematieken van inductie (Hume), deductie, falsificatie (Popper), causaliteit, afbeelding, naturalisme, reductionisme, idealisme, betekenis, paradigmata (Kuhn), enz. Herkenbare en obligate materie voor elke cursist wetenschapsfilosofie. Technische materie? Zeker. Met kennis van zaken gebracht? Dat ook. En ondanks ‘voor veel vakfilosofen gesneden koek’ zeker niet overbodig om even in herinnering te worden gebracht vooraleer ze toe te passen op de huidige praktijken in de exacte en de sociale wetenschappen. Dat levert dan wel een goede actualisering op van vroegere (historische) debatten en recente kritieken en zeker een degelijke academische cursus wetenschapsfilosofie.
Interessant wordt het wanneer die wetenschapsfilosofische inzichten en verworvenheden pragmatisch worden toegepast op de actuele methodologieën van de neuropsychologie, het onderzoek aan het bewustzijn en de problematiek van de artificiële intelligentie. In de sociale wetenschappen dient dan op een consistente manier een rigoureus onderscheid te worden gemaakt tussen ‘handelen’ en ‘gedrag’. En neem dan het onderzoek naar bewustzijn… Handelen zou daarbij kunnen verwijzen naar bedoelingen en intenties. Van oudsher een moeilijke om mee aan de slag te gaan en te onderzoeken... Gedrag daarentegen wordt veelal beschreven en verklaard in termen van stimulus-respons modellen, zoals die gebruikelijk zijn in, bijvoorbeeld, de onderzoeksmethoden van het ‘dogmatische behaviorisme’. (p.50)  
Gedrag versus handelen. Het is geen futiel of gekunsteld onderscheid, want verder in Waarheid en Objectiviteit relevant bij o.m. het onderzoek naar de aard van het bewustzijn. Menselijk zowel als niet-menselijk... Van belang ook met het oog op de (verhoopte) maakbaarheid van bewustzijnsonderdelen voor mens en computer. Of neem nog maar de verdere ontginning van artificiële intelligentie waarbij de debatten over welke Philosophy of Mind, braintalk-als-een-antropomorfe-hoax (p.200) of de (on)houdbaarheid van naturalisme en reductionisme fel kunnen oplaaien. Met uiteindelijk de vraag of het bewustzijn moet worden ontkend, als een illusie moet worden afgedaan, dan wel op misvattingen berust. Of, vraag ik mij af, misschien tóch een nieuwe emergerende entiteit is…
Heterofenomenologie
Bosman besteedt veel aandacht aan de mogelijkheid van de psychologie als een objectiverende wetenschap. Zelf meent hij van niet. Een overtuiging die hij niet altijd even ‘netjes’ beargumenteert. Zoals bij de tegenwerpingen op de heterofenomenologie van Daniel Dennett. Die omschreef zijn vinding om meer empirische objectiviteit te bereiken bij de (empirische) beschrijving van bewustzijnstoestanden als ‘het onderzoek naar eerstepersoonsfenomenen vanuit het objectiefwetenschappelijk gezichtspunt van een derde persoon.’ (Gereedschapskist van het denken DD p.366) In navolging van anderen beschouwt Bosman dat als ‘Dennetts dwaling’, maar portretteert hem daarna eerder laatdunkend als ‘pretentieus’ en iemand die ‘de problematiek niet echt begrijpt en onwetend is over een aantal tradities waarin deze problematiek uitvoerig aan de orde is’. (p.149) Dat lijkt eerder op een persoonlijke afrekening, ook al volgt er na die stemmingmakerij nog een inhoudelijke argumentatie contra de afgewezen dwaling. Debatvoering ad hominem in een boek over objectiviteit en waarheid laat echter te denken...
Communicatief handelen
Jürgen Habermas krijgt wel meer krediet van Bosman. De filosoof en socioloog Habermas ontvouwde een raamwerk voor een meer inclusieve en rationele vorm van (maatschappelijke) dialoog. Volgens hem ligt de kern van ons sociale leven in het vermogen tot communicatief handelen en een streven naar wederzijds begrip en overeenstemming. Vaardigheden voor het dagdagelijkse handelen zoals communicatie, confrontatie, overleggen en zoeken naar overeenstemming maken het sociale leven mogelijk en leefbaar. Ze kunnen echter ook toegepast worden in het onderzoek van de sociale wetenschappen. Indien in de sociale wetenschappen meer sprake is van intersubjectiviteit dan van objectiviteit is de theorie van het communicatief handelen het best geschikt om tot minimale objectiviteit te komen. Maar waar onderzoekers met het oog op meer wetenschappelijkheid en quasi-objectiviteit (p.228) toch terdege bewust moeten blijven van het ideologisch karakter van hun doelstellingen, vraagstelling, interpretaties, semantiek, enz. En waar volgens Bosman al gauw de morele dimensie binnensluipt.
“Ik zal het recht op vrije meningsuiting van Franse wetenschappers blijven verdedigen, waar ter wereld ze zich ook bevinden.” Philippe Baptiste
Reeds in de inleiding gaf Bosman mee dat objectiviteit een grote rol speelt in het maatschappelijk debat. En het is “de belangrijkste waarde in de serieuze journalistiek”. (p.12) Waarheid en Objectiviteit was niet bedoeld om een kritisch, laat staan moreel engagement op te nemen t.a.v. desinformatie, selectiviteit, opgefokte vijandbeelden, politieke demagogie of complot-denken. Wel om de staat van objectiviteit en waarheid in de wetenschappen na te trekken. Toch mocht je verwachten dat Bosman daarover ook iets zou vertellen…
Niet dus? Of, ja, toch wel. Want Ruud Bosman gaat dan wel ad hoc en gericht na waar we staan m.b.t. waarheid en objectiviteit in het licht van de laatste ontwikkelingen in de computer- en breinwetenschappen, zijdelings kunnen wij daar als consument, en dagdagelijks bezig met waarheidsvinding, ons voordeel mee doen. Denken we maar aan het bijsturen van ons argeloos vertrouwen in sociale en andere media. Misschien kunnen we dat praktische wetenschapsfilosofie noemen. Of noem het ook hier gerust voortschrijdend inzicht…
“Informatie is geen waarheid", is de boodschap van Yuval Noah Harari in Nexus. Meteen een goede samenvatting van waar het hém om te doen is: wie beheerst met welke bedoelingen de informatie(netwerken)? Gedeeltelijk gaat het Ruud Bosman ook daarom. Vandaag staan waarheid en objectiviteit kwetsbaar in de vuurlinie. Waakzaamheid en weerwerk zijn nodig. Niet enkel na de (al dan niet terechte) postmoderne kritiek, maar vooral met het oog op het vrijwaren van het vrij onderzoek tegen de ‘ideologie van alternatieve feiten’ en de commercialisering van de vrije mening. Wanneer bijvoorbeeld ‘een Franse wetenschapper de Verenigde Staten niet binnen mag wegens Trump-kritische berichten op zijn telefoon’ (VRTnws | 20 mrt 2025) of wanneer de besparingswoede van diezelfde Trump het wetenschappelijk onderzoek in de VS (en elders) treft, dienen niet enkel Philippe Baptiste (Franse minister voor Hoger Onderwijs en Onderzoek) en Franse wetenschappers zich zorgen te maken, maar gans de wetenschappelijke en vrijdenkende wereld. En dat is wél een morele kwestie.
En ja, dat kwam onlangs (andermaal) ter sprake op de vrijwilligersdag tijdens een van de verdiepende workshops van het Humanistisch Verbond over zijn beleidsplan: wetenschap als een van de sterkmakers van het humanisme en het vrije denken. Een blijvend aandachtspunt in de sociaal-culturele missie van het Humanistisch Verbond. En verder: dat daar nog meer op ingezet mag worden. Een werkpunt voor ieder van ons?

Karel Van Dinter
Ruud Bosman
Karel Van Dinter
Non-fictie
Moraalfilosoof
_Karel Van Dinter Moraalfilosoof
Meer van Karel Van Dinter

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies