Koen Vergeer
Sophia De Wolf
Non-fictie
  • 195 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

6 april 2025 Heelal van papier - Een ode aan het lezen
Boeken bespreken, het is een tijdrovende bezigheid. Alweer betrap ik me erop dat ik een uitgave aan het herlezen ben en alweer moet ik vaststellen dat ik er meer uithaal bij de tweede lezing. Dat is allesbehalve erg, boeken mogen mijn tijd roven en dit boek bulkt van de mooie bespiegelingen. Koen Vergeer voegde een mooie bijdrage toe aan een al overvloedig heelal van papier.
In zijn voorwoord houdt de poëziecriticus en auteur van boeken over auto’s een pleidooi voor het échte boek, het boek op papier. Niet de digitale versie dus. Na zijn voorwoord vindt de lezer tien brieven geadresseerd aan personen die Vergeer met zich meedraagt. Die loftuitingen omvatten zijn streven om het leven en werk van de aangeschreven dode kunstenaars te bewaren op papier.
En een boek is bij uitstek hét instrument om ons in te verdiepen. De auteur neemt het op voor het langzame lezen en doet dat door de tien oeuvres, de tien levens met zijn eigen leven te verweven. “Ze zijn er niet meer, maar voor mij zijn ze er nog steeds.” Heelal van papier is een rijke ode aan het boek, aan taal, en aan de hele wereld. En natuurlijk aan de tien hoofdrolspelers.
Acht ervan waren me bekend, twee dus niet. Al beken ik ook meteen dat ik van de door mij bekende zes schrijvers nog niets heb gelezen, behalve van Joost Zwagerman dan. Harry Mulisch, Rainer Maria Rilke, Friedrich Hölderlin, Stéphane Mallarmé en Lucebert, zij hebben nog recht op mijn leestijd. Van filmmaker Andrej Tarkovski had ik nog nooit gehoord. En ook Clare Lenaert was me onbekend. De roman Huisjes van kaarten van de laatstgenoemde zal ik zeker op mijn lijst zetten. Ook omdat die heruitgegeven werd met een nawoord van de hand van Vergeer, maar ik ben er zeker van dat het niet daarom is dat hij hier veel lof tentoonspreidt over haar. Haar roman werd door het ‘intellectuele establishment als een ‘damesroman’ beschouwd, het maakte Vergeer wat ‘bozig’. Ongetwijfeld was dat de reden waarom ze een plaats verdiende in deze uitgave, maar vast en zeker ook omdat ze beiden de totaliteit van het leven voel(d)en kloppen.
De twee die ik nog niet noemde zijn Gustav Mahler en Paul Cézanne. Van de laatste ben ik de schilderijen eens wat aandachtiger gaan bekijken, zijn aanwezigheid in dit boek heeft hem in ere hersteld, bij mij was hij immers slechts een herinnering aan goedkope, meestal omwille van steun aangeboden, kalenders. En van Mahler zal ik minstens zijn vierde symfonie met wat meer aandacht beluisteren.

Aandacht, dat is toch wel het codewoord in deze uitgave. Net als de oproep van de auteur om te kijken. Niemand kijkt nog, schrijft hij. Doorheen het hele boek zit zijn levensfilosofie verstopt. Verstopt is niet het juiste woord, het ligt er dik op, en het ligt me. Al moet ik wel bekennen dat de microbe van de poëzie me nog steeds niet te pakken heeft, ik heb - zoals steeds, en dus ook hier - de neiging om gedichten over te slaan. Maar het gebeurt af en toe dat een gedicht me bij mijn nekvel pakt, en dat was het geval met één van de gedichten uit deze uitgave. Het staat in de brief gericht aan Andrej Tarkovski, ik heb het meerdere keren gelezen.

Ik geloof niet in voortekenen noch vrees ik
Voorgevoelens. Ik vlucht niet voor laster
Noch voor vergif. De dood bestaat niet.
Iedereen is onsterfelijk. Alles is onsterfelijk.
Het heeft geen zin de dood te vrezen op je zeventiende.
Ook niet op je zeventigste. Er is slechts hier en nu, en licht.
Noch de dood, noch de duisternis bestaat.
We staan al aan de kust
Ik werp mijn netten uit
Wanneer een school onsterfelijkheid voorbijzwemt.

Heelal van papier is een oproep om het leven hartstochtelijk te omhelzen, om niet aan de oppervlakte van het leven te blijven, vooral de belangrijkste zaken niet te vergeten, de waarde van de wereld te zien en niet slordig om te gaan met wie en wat ons dierbaar is. “De wereld inniger zien is het doel van de kunst”. Wat betreft dat laatste is Vergeer daar voor mijn part glansrijk in geslaagd. Ik wil eveneens naar ‘Jardin du Luxembourg’- een plek die zoon Vergeer altijd zal blijven associëren met zijn vader. Ik zou eveneens zoveel als mogelijk en wenselijk willen wegblijven “uit dat brein dat liefst alles weer in tijd en logica of desnoods geloof wil onderbrengen”. En naar bomen kijken, dat was al lang een geliefd tijdverdrijf, maar ik zal nog beter kijken. En daarbij denken aan Cézanne die met bomen praatte. En misschien moet ik toch niet naar Parijs, maar naar Tübingen waar de toren staat waar Friedrich Hölderlin jarenlang verbleef. Of in gedachten samen met Rainer Maria Rilke naar de bergen kijken. Rilke kende ik door veel over Lou Salomé te lezen, hier vind ik zijn eigen verhaal en zijn ode aan de aarde.
Koen Vergeer kent de kunst van het schrijven. Goede vondst is dat er cross-over is, de protagonisten duiken op in de brieven gericht aan de anderen. Het is onzin de brieven te rangschikken in een top tien. Objectief kan je dat bovendien niet noemen en het is ook niet wenselijk, al kan ik het niet laten mee te delen dat ik de brief aan Mallarmé op de laatste plaats zou rangschikken wegens de soms ondoorgrondelijke zweem van zweverigheid en postmodernistisch taalgebruik. Maar dit terzijde, de uitgave is vooral een oproep om - ik herhaal - het leven hartstochtelijk te omhelzen, er de lichte kant van te zien, ook in moeilijke tijden of in de onvermijdelijke momenten waarin het leven mokerslagen uitdeelt. Om de wereld echt te zien en de goddelijke waarde ervan te ervaren, maar dan zonder God. Het boek is werkelijk “een plek om in te landen”. Het is zowel een ode aan de zee als aan de bomen in een bos. En aan muziek waarvan je de tranen in de ogen krijgt. Een appel om je bevoorrecht te voelen dat je dat kan en mag zien en horen. Het is een boek voor wie van poëzie houdt, maar ook en misschien eerder voor degenen die een wat positievere instelling kunnen gebruiken. Of troost nodig hebben.
“Lezen is een actie met een waaier aan gevolgen.” Herlezen nog meer. Het is goed toeven in Koen Vergeer’s begrensd heelal van papier. Dit boek kan je dichtslaan, wat de auteur een voordeel vindt aan boeken, ik voeg eraan toe dat je het ook altijd weer kan openslaan mocht dat nodig zijn.

Sophia De Wolf
Koen Vergeer
Sophia De Wolf
Non-fictie
Recensent
_Sophia De Wolf Vrijwilliger bij het Huis van de Mens Zottegem
Meer van Sophia De Wolf

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies