Mieke Groeninck, Louise Carlier, Pascal Debruyne, Dirk Geldof, Giacomo Orsini, Roos-Marie van den Bogaard, Robin Vandevoordt (red.)
Mark Behets
Non-fictie
  • 38 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

17 juni 2025 Vluchtelingengezinnen na erkenning - Barrières en trajecten naar inclusie
Dit boek is het resultaat van een onderzoek door een groep van academici uit verschillende Belgische universiteiten en hogescholen, en uit verschillende disciplines. Zij wilden nagaan hoe vluchtelingengezinnen na erkenning de ‘integratie’ in de Belgische samenleving beleven: hoe vinden ze een woonst, werk, onderwijs… en leidt het beleid tot de integratie die het beweert na te streven? De antwoorden zijn verrassend en worden geïllustreerd met citaten uit tientallen interviews zowel met vluchtelingen als met professionele en vrijwillige hulpverleners. Een wetenschappelijk boek voor allen die direct of indirect met het beleid rond ‘onthaal en integratie’ te maken hebben of erin geïnteresseerd zijn.
Allereerst een belangrijke toelichting bij de term ‘inclusie’, die al voorkomt in de ondertitel van het boek en verder systematisch gebruikt wordt in de volledige tekst. De auteurs leggen uit waarom ze bewust deze term gebruiken en niet de meer gebruikelijke term ‘integratie’: deze laatste verwijst volgens hen naar een eenzijdig assimilatieproces, waarbij nieuwkomers de normen, waarden, en taal van de gevestigde samenleving volledig zouden moeten overnemen. Dit zien de auteurs noch als haalbaar, noch als wenselijk. Ik ben het daar mee eens, maar vind het wel spijtig dat – waarschijnlijk omwille van de typisch academische beperking tot de onderzoeksvraag, de motivering van deze stelling in het boek niet zeer diepgaand weergegeven wordt – men verwijst hiervoor naar andere publicaties.
De term ‘inclusie(traject)’ is dus geen synoniem voor ‘integratie’ maar wordt door de auteurs gedefinieerd als het proces waarbij vluchtelingengezinnen toegang krijgen tot cruciale levensdomeinen, zoals degelijke huisvesting, duurzame tewerkstelling, onderwijs, welzijn en sociale relaties.
Het boek is het resultaat van 4 jaar onderzoek door de auteurs. Zij gingen na hoe het beleid en vooral de (ontbrekende) begeleiding barrières vormen voor een efficiënt inclusietraject voor de vluchtelingengezinnen (uiteraard alleen erkende vluchtelingen, gezien de overheid geen inclusie nastreeft van de mensen zonder verblijfsvergunning). In het boek worden de zoektochten naar woonst, werk, onderwijs… in opeenvolgende hoofdstukken behandeld. Daarbij worden geen kwantitatieve maatstaven gebruikt (bijvoorbeeld hoelang duurt het alvorens een woonst gevonden wordt) maar louter kwalitatieve: men laat de vluchtelingen zelf aan het woord over hun ervaringen en neemt hun letterlijke citaten op in het boek. De auteurs maken dan de verbinding met beleid en begeleiding.
Bij wijze van voorbeeld ga ik hier wat dieper in op het hoofdstuk over het zoeken naar huisvesting.
De auteurs geven aan dat dit de grootste prioriteit is voor de vluchteling, want zonder woonst geraakt men niet aan de andere basisbehoeften: geen uitkering, geen werk, geen onderwijs… Maar merkwaardig is dat het beleid het vinden van huisvesting in de praktijk eerder bemoeilijkt dan faciliteert.
Na hun erkenning krijgen vluchtelingen slechts twee maanden (eventueel verlengbaar met één maand, tenzij in uitzonderlijke gevallen) om het opvangcentrum van Fedasil te verlaten. Zo’n korte periode is al heel onrealistisch voor gevestigde burgers om iets te vinden op de private huurmarkt, laat staan voor vluchtelingen die de taal niet (goed) spreken, de werking van de huurmarkt niet kennen, vaak met discriminatie geconfronteerd worden…
De begeleiding die de overheid in theorie voorziet, is meestal erg beperkt door de te hoge werkdruk bij het personeel. Gevolg daarvan is dat vluchtelingen meestal aangewezen zijn op ondersteuning van al gevestigde immigranten of vrijwilligers. Het boek is echter weinig enthousiast over deze rol van vrijwilligers. De auteurs schrijven dat hoewel ‘het verleidelijk is om dit te romantiseren’, de combinatie van overheid en vrijwilligers toch een ‘geïmproviseerde bricolage’ is.
Ik heb zelf ervaring als vrijwilliger, en wil er wel aan toevoegen dat de overheid ook weinig of niets doet om vrijwilligers te steunen. Anderzijds heeft de ervaring me geleerd dat een goede begeleiding van vluchtelingen heel arbeidsintensief is, en het lijkt me dus quasi onmogelijk om dit alleen aan professionelen over te laten. De oplossing kan m.i. gevonden worden in een beter georganiseerde samenwerking tussen overheid en vrijwilligers. De auteurs vermelden zelf dat het voorbeeld van de opvang van Oekraïners heeft aangetoond dat dit kan werken.
Het onderzoek waar dit boek over gaat, heeft ook een groot aantal concrete aanbevelingen opgeleverd om het beleid te verbeteren. Het is wat spijtig dat het boek alleen het webadres geeft waar die aanbevelingen kunnen geraadpleegd worden. De (volledige) tekst van de aanbevelingen staat niet in het boek.
Tenslotte: wat te denken van het ‘strengste migratiebeleid ooit’ dat de huidige regering van plan is uit te voeren? De auteurs stellen dat veel elementen van dit beleid de inclusie nog verder zal bemoeilijken, en dat dit in tegenspraak is met de politieke retoriek die zegt te streven naar snelle inclusie. Aan deze neutrale academische beoordeling, wil ik zelf nog toevoegen dat dit niet alleen nadelig is voor de migranten zelf, maar ook voor de samenleving als geheel. Deze (onproductieve) harde aanpak van nieuwkomers die men wil opnemen in de samenleving (erkende vluchtelingen), is nefast voor de samenhorigheid en de solidariteit, en creëert polarisatie. Als de regering met dit ‘strengste migratiebeleid’ beoogt te beantwoorden aan de democratische druk om migratie (tijdelijk?) af te remmen, dan is het een slechte keuze om dit te doen door het vluchtelingen, zelfs na erkenning, zo moeilijk mogelijk te maken deel te nemen aan de samenleving (in de hoop nieuwe vluchtelingen af te schrikken naar ons land te komen?).
Voor wie het boek wil lezen, geef ik nog mee dat het hier gaat om een academisch werkstuk. Dit impliceert dat het boek geschreven is in de gebruikelijke wetenschappelijke stijl: sterk gestructureerd, zorgvuldig en objectief verwoord, heel veel verwijzingen naar andere onderzoeken… Toch blijft het goed leesbaar en vind ik het een must voor allen die direct of indirect met het beleid rond ‘onthaal en integratie’ te maken hebben. Ik geef het boek 3 sterren omdat het slechts een relatief beperkt aspect van de vluchtelingenproblematiek behandelt, maar qua kwaliteit van het behandelde onderwerp verdient het zeker een hogere quotering.

Mark Behets
Mieke Groeninck, Louise Carlier, Pascal Debruyne, Dirk Geldof, Giacomo Orsini, Roos-Marie van den Bogaard, Robin Vandevoordt (red.)
Mark Behets
Non-fictie
Lid Humanistisch Verbond Haacht-Rotselaar. Favoriete onderwerpen Spinoza en fundamentele fysica.
_Mark Behets Recensent
Meer van Mark Behets

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies