16 oktober 2025
Waarom drukken we niet gewoon geld bij? 101 slimme vragen over economie en financiën
De titel van dit boek verwijst naar een vaak gestelde, ogenschijnlijk eenvoudige en logische vraag die Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet, twee bekende Vlaamse financiële journalisten, gebruiken als startpunt voor het hele werk met als doelstelling om fundamentele principes uit de wereld van economie en financiën voor iedereen bevattelijk te verklaren.
“Waarom drukken we niet gewoon geld bij?”. Inderdaad, vele mensen denken dat een land zijn financiële problemen kan oplossen door simpelweg meer geld bij te drukken. De auteurs tonen echter aan dat dit niet strookt met de economische realiteit: geld heeft alleen waarde als er goederen, diensten, arbeid en productiviteit tegenover staan. Wanneer er te veel geld in omloop komt, zonder dat de productie van waarde meegroeit, ontstaat inflatie. Met als gevolg dat geld zijn koopkracht verliest, de prijzen stijgen en spaargeld minder waard wordt. Kortom, je kan wel geld bijdrukken, maar geen welvaart. De titel vat de kern van het boek samen: achter een schijnbaar makkelijke vraag verbergen zich dikwijls complexe economische en financiële procedés. Dat geldt dus ook voor de 100 andere vragen in het boek.
Alle vragen zijn gestoeld op een gezonde journalistieke nieuwsgierigheid en zijn ook concreet: het gaat stuk voor stuk om vragen over geld en economie waar de burger écht mee zit en waarop Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet heldere antwoorden formuleren, toegankelijk en wars van vakjargon. Hiermee maken zij duidelijk dat iedereen economie kan begrijpen, zolang je de juiste vragen durft te stellen.
De structuur van het boek is bewust thematisch opgebouwd zodat lezers stap voor stap inzicht krijgen in hoe economie en geld werken, zonder ooit in technische details te verdwalen. Het eerste deel vertrekt vanuit onze eigen portemonnee en beantwoordt vragen zoals “wat staat er op mijn loonbriefje?”, “kun je rijk worden door met de lotto te spelen?”, “waarom blijft het spaarboekje razend populair?”, “hoeveel schulden kun je hebben?” en “kost een kind echt een huis?”. Dit soort vragen raken ons allemaal persoonlijk. Maar economie stopt niet bij het individu. Bedrijven spelen ook een cruciale rol. Het tweede deel focust aldus op de onderneming en behandelt onder andere vragen als “wie is de baas in een bedrijf?”, “waarom zijn sommige bedrijven succesvoller dan andere?”, “wat doet een bedrijf met zijn winst?”, “verdwijnt de industrie in België?” en “wat zou er gebeuren zonder banken?”. Deze vragen demonstreren hoe de economie op een hoger niveau werkt. In het derde deel belanden we bij de functie van de overheid in de economische en financiële wereld, gepaard gaande met onder meer vragen als daar zijn: “waarom betalen we belastingen?”, “wat maakt een postbus in Panama zo populair?”, “zal er straks nog geld genoeg zijn om mijn pensioen te betalen?”, “hoe hoog mag de overheidsschuld zijn?”, “kan een land failliet gaan?”. Het vierde en laatste deel kijkt naar onze planeet als geheel en zelfs daarbuiten. “Wat doen het IMF en de Wereldbank?”, “waarom komen zoveel producten uit andere landen?”, “wat is een handelsoorlog?”, “waarom blijven sommige landen arm?”, “zijn economen het altijd eens met elkaar?” is een greep uit de vele vragen over wat zich financieel-economisch afspeelt op het wereldtoneel.
De structuur van het boek is bewust thematisch opgebouwd zodat lezers stap voor stap inzicht krijgen in hoe economie en geld werken, zonder ooit in technische details te verdwalen. Het eerste deel vertrekt vanuit onze eigen portemonnee en beantwoordt vragen zoals “wat staat er op mijn loonbriefje?”, “kun je rijk worden door met de lotto te spelen?”, “waarom blijft het spaarboekje razend populair?”, “hoeveel schulden kun je hebben?” en “kost een kind echt een huis?”. Dit soort vragen raken ons allemaal persoonlijk. Maar economie stopt niet bij het individu. Bedrijven spelen ook een cruciale rol. Het tweede deel focust aldus op de onderneming en behandelt onder andere vragen als “wie is de baas in een bedrijf?”, “waarom zijn sommige bedrijven succesvoller dan andere?”, “wat doet een bedrijf met zijn winst?”, “verdwijnt de industrie in België?” en “wat zou er gebeuren zonder banken?”. Deze vragen demonstreren hoe de economie op een hoger niveau werkt. In het derde deel belanden we bij de functie van de overheid in de economische en financiële wereld, gepaard gaande met onder meer vragen als daar zijn: “waarom betalen we belastingen?”, “wat maakt een postbus in Panama zo populair?”, “zal er straks nog geld genoeg zijn om mijn pensioen te betalen?”, “hoe hoog mag de overheidsschuld zijn?”, “kan een land failliet gaan?”. Het vierde en laatste deel kijkt naar onze planeet als geheel en zelfs daarbuiten. “Wat doen het IMF en de Wereldbank?”, “waarom komen zoveel producten uit andere landen?”, “wat is een handelsoorlog?”, “waarom blijven sommige landen arm?”, “zijn economen het altijd eens met elkaar?” is een greep uit de vele vragen over wat zich financieel-economisch afspeelt op het wereldtoneel.
Wat dit boek zo bijzonder maakt, is dat je het op verschillende manieren kan lezen. Op de klassieke manier: je leest van voren naar achteren. Dit is de traditionele aanpak, zonder poespas. Of op selectieve wijze: kies een vraag die jou nieuwsgierig maakt. In de inhoudstafel vind je alle 101 vragen met de bijhorende paginanummers. Zo lees je precies wat jou interesseert. Je kan ook kiezen om te hoppen: laat je leiden door de suggesties onder elk antwoord. Zo wordt bijvoorbeeld na het antwoord op de vraag 51 “waarom betalen we belastingen?” op pagina 148, doorverwezen naar vraag 8 “hoeveel van mijn loon geef ik aan belastingen?” op pagina 35, vraag 56 “waarom vervangen we niet alle belastingen door één belastingtarief” op pagina 160 en vraag 58 “waarom betalen we belastingen als we iets kopen?” op pagina 166. Aldus spring je van onderwerp naar onderwerp, afhankelijk van wat je aandacht wekt.
Tenslotte kan je ook de voorkeur geven aan de directe manier. Wil je snel weten wat een begrip zoals inflatie en begroting betekent? Ga dan naar de alfabetische index met trefwoorden achteraan in het boek, vanaf pagina 285. Die index bevat niet alleen belangrijke financieel-economische begrippen, maar ook de namen van invloedrijke economische denkers, zoals Adam Smith, John Maynard Keynes, Milton Friedman, Friedrich Hayek, Karl Marx en Daniel Kahneman, alsook van relevante toonaangevende bedrijven, ondernemers en instellingen. Zodoende ga je recht op je doel af.
Om het je nog gemakkelijker te maken, staan de voormelde begrippen en namen groen gedrukt wanneer ze worden uitgelegd of voor het eerst in de teksten voorkomen.
Met dit boek bewijzen Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet hun vermogen om ingewikkelde concepten omtrent geld en economie derwijze te benaderen dat ze verstaanbaar zijn voor de gewone lezer. De tactiek van korte vragen-en-antwoorden, zorgt ervoor dat hij of zij handzaam door het boek kan bladeren en fragmenten eruit kan halen zonder het van de eerste tot de laatste bladzijde te moeten doornemen. Er komt een brede waaier van onderwerpen aan bod en dat maakt de kans groot dat er iets staat wat voor iemand individueel nuttig of interessant is. Van macro-economische mechanismen tot alledaagse geldzaken. Je merkt dat de auteurs dicht bij de leefwereld van mensen blijven. Het is wel geen academisch boek, meer een gids, een handboek, een referentie voor vragen die je geregeld ontmoet in de media of in je eigen financiële situatie.
Het boek telt echter ook enkele beperkingen. Precies omwille van de nagestreefde toegankelijkheid, worden sommige vragen ietwat te oppervlakkig beantwoord, zeker voor wie al wat meer voorkennis heeft. Voor lezers die dieper willen graven - bijvoorbeeld in theoretische modellen, wiskundige analyses, historische data, beleidsdiscussies of wetenschappelijke bronnen - is dit geen compleet naslagwerk. Omdat elk antwoord maar enkele pagina’s krijgt, ontbreken daarenboven soms belangrijke nuances. Het risico bestaat dat lezers daardoor denken dat sommige vraagstukken minder gecompliceerd lijken dan ze in werkelijkheid zijn.
Niettemin zal Waarom drukken we niet gewoon geld bij? zeer hoog scoren voor wie wil begrijpen wat er schuilgaat achter financieel-economische termen die je dagelijks hoort of leest, waar je je soms bij afvraagt: wat betekenen zij echt voor mij?
Marc De Bock