30 oktober 2019
Ken jezelf. Inleiding in de filosofie
Met een voornaam zoals die van mij kon ik volgens twee goedlachse, sympathieke filosofen onmogelijk weigeren om dit boek te bespreken. Dit argument was niet eens nodig om me te overtuigen. De filosofie heeft me immers al langere tijd in haar zachte klauwen.
Ze greep me bij het nekvel op een kwetsbaar moment en ik onderging langzamerhand meer en meer haar innemende invloed. Als de wijsbegeerte eerst dienst deed als geneesmiddel zonder bijwerkingen, metamorfoseerde ze langzamerhand tot een ‘tuin van Eden’, een onuitputtelijke en fantastische wereld van kennis en inzichten, om uiteindelijk te resulteren in een inspiratiebron van wat het goede leven is of zou kunnen zijn.
En dat zijn meteen ook de drie doelstellingen van dit boek: kennis en inzicht verwerven om kritisch te kunnen zijn; inspiratie geven voor een kwaliteitsvol leven; en niet in het minst troost in moeilijke tijden bieden. Doelen die Yvan Houtteman - lector filosofie, ethiek en interculturele vaardigheden binnen de professionele bacheloropleidingen orthopedagogie en sociaal werk aan de Hogeschool Gent - aanreikt én boeiend bespreekt in dit handboek voor zijn studenten. Waarmee hij hen meteen zeer waardevolle bagage meegeeft. Bagage die zij, gezien de aard van hun toekomstig werk, vast en zeker meermaals zullen kunnen opdiepen - evengoed voor hen persoonlijk als voor professioneel gebruik.
Deze ‘inleiding in de filosofie’ bestaat uit twaalf hoofdstukken waarin telkens een filosoof of een groep van filosofen uit een bepaalde periode samen wordt gebracht en waarin zijn of hun belangrijkste concepten worden besproken. De auteur laat je hiermee een beknopte maar volledige reis maken doorheen 2500 jaar Westerse wijsbegeerte. Dat was ook het opzet van de uitgave: met name de cursus die Houtteman al vijftien jaar doceert, transformeren naar een handig en overzichtelijk instrument voor hogeschoolstudenten.
Het feit dat deze jarenlange ervaring nu dus beschikbaar is in boekvorm, is een troef. De auteur duidt chronologisch de verschillende stromingen, lijst de bekendste en bruikbaarste levenswijsheden op, stelt bij elk hoofdstuk enkele vragen die doen nadenken en reflecteren. Het is wel een studieboek, wat te merken is aan de systematische manier waarop de auteur de hoofdstukken - corresponderend met de twaalf weken van een semester - op steeds dezelfde wijze uitwerkt. Maar dit hoeft niet aanzien te worden als een nadeel. Integendeel, het werd daardoor een uitgave die de potentie heeft om veel ruimer verspreid te worden dan enkel naar de “hogeschoolbanken”. Het eindresultaat is immers een perfecte handleiding voor iedereen die kennis wenst te maken met al het fantastische dat filosofie te bieden heeft. Want filosofeert niet iedereen, bewust of onbewust? Een minimum aan kennis en inzicht in de materie kan dan alleen maar positief zijn, een versterkend effect hebben én verdere interesse opwekken.
Interesse voor Socrates, dé vragensteller bij uitstek, of voor Hannah Arendt die pluraliteit promootte. Of voor Nietzsche, de man met de hamer. En, niet te vergeten, voor Kant die ons zijn sublieme categorische imperatief naliet. En natuurlijk mogen ook Voltaire en Diderot, niet ontbreken als het over de Verlichting gaat. Evenmin ontbreken Olympe de Gouges en Mary Wollstonecraft - zij plaatsten vrouwenrechten op de agenda. Filosofie leert je met andere woorden evenzeer de geschiedenis kennen en je plaats erin. Ze maakt meteen ook duidelijk dat niets vanzelfsprekend was of is.
Yvan Houtteman bewijst dat filosofie geen saaie, dode materie is. Filosofie is springlevend. Ongetwijfeld schuilt er in de pen van de auteur nog een tweede boek. Daarvan getuigt deze uitgave. Hier zit méér in, en dat bedoel ik wel degelijk positief.
Maar dit méér verdient dan wel een wat minder schoolse layout. De manier waarop dit boek is uitgegeven, heft de rust op die wijsbegeerte brengt. Het is als het ware een beetje tegenstrijdig. De overvloedig aanwezige kleuren en de best knappe, maar soms overbodige tekeningen doen afbreuk aan de meer dan lezenswaardige inhoud, en bieden absoluut geen meerwaarde. De uitdrukking ‘less is more’ is hier echt wel op zijn plaats. Sommige teksten zijn bij avond- en kunstlicht moeilijk leesbaar door de kleur waarop ze gedrukt zijn en de reflectering van de bladzijden. Studenten voorkomen dus maar beter dat ze een nachtje moeten doordoen vlak voor het examen. Al vermoed ik dat de inhoud van het boek zodanig appelleert aan de vragen die ook de gemiddelde 18-jarige zich weleens stelt, dat de meesten wel degelijk interesse zullen hebben in deze ‘verplichte leerstof’. Het boek had bovendien niét ietwat saaie dames op respectabele leeftijd op het wijsgerige oog, maar jongeren die misschien net wél gecharmeerd zijn door de voor hen letterlijk en figuurlijk kleurrijke uitgave. Die jongeren zijn hiér in dit geval géén filosofiestudenten, maar hebben het slechts als bijkomend vak.
Het zou niettemin best kunnen dat deze ‘worp’ van Houtteman talrijke 18-jarigen prikkelt en over de streep trekt om wijsbegeerte voorgoed als persoonlijke “helpdesk” achter de hand te houden. Mijn metekind, die mij heel nauw aan het hart ligt en die bijna 18 is, weet bij deze meteen welk cadeau ze mag verwachten voor haar verjaardag…
Elk hoofdstuk wordt afgesloten met de rubriek ‘ken jezelf’, verwijzend naar de spreuk op de tempel van Apollo waar de Grieken het orakel van Delphi raadpleegden. Het is tevens de titel van de uitgave, die goed gekozen blijkt te zijn.
Dit boek levert een theoretisch overzicht, maar je kan er ook praktisch mee aan de slag. Het is dus tevens een werkboek, een - excusez le mot – ‘zelfhulpboek’, maar dan een van het betere soort. Menig lezer zal wellicht al eens blijven hangen bij een ‘ken jezelf’, of zal misschien zelfs op die momenten het boek even moeten wegleggen, uit pure noodzaak. Want de auteur stelt pertinente, af en toe confronterende vragen. Vragen die, net omdat ze confronteren, dienen gesteld te worden. Dit boek en haar inhoud helpen daarbij.
Dit boek levert een theoretisch overzicht, maar je kan er ook praktisch mee aan de slag. Het is dus tevens een werkboek, een - excusez le mot – ‘zelfhulpboek’, maar dan een van het betere soort. Menig lezer zal wellicht al eens blijven hangen bij een ‘ken jezelf’, of zal misschien zelfs op die momenten het boek even moeten wegleggen, uit pure noodzaak. Want de auteur stelt pertinente, af en toe confronterende vragen. Vragen die, net omdat ze confronteren, dienen gesteld te worden. Dit boek en haar inhoud helpen daarbij.
Wie na deze ‘inleiding’ onherroepelijk valt voor de ‘liefde voor de wijsheid’ kan haar verder exploreren door zelf op zoek te gaan - de voorraad is quasi eindeloos. De stoïcijn Epictetus vergeleek wijsbegeerte met het kauwen van voedsel om zo (mentaal) sterker te staan. Filosofie heeft ontegensprekelijk een helende, transformerende kracht én ze is bijna zo goed als gratis beschikbaar en bereikbaar voor iedereen. Wat wil je nog meer?
Meer van Sophia De Wolf