Lucas Catherine
Max Schneider
Non-fictie
  • 1908 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

8 juli 2020 Het dekoloniseringsparcours. Wandelen langs Kongolees erfgoed in België
Niet dat ik de brave man ervan verdenk, maar qua timing lijkt het alsof Lucas Catherine heeft afgesproken met de iconoclasten die overal te lande met de verfkwast tekeergaan tegen beeltenissen van de vorst die ons “de Kongo” geschonken heeft. Leopold II, de geniale soeverein die beschaving, onderwijs en nog een en ander naar zwart-Afrika bracht.
Althans volgens de schoolboekjes die de jeugd tot niet eens zo heel lang geleden te zien en te lezen kreeg. Dat het ‘een en ander’ nogal wat collateral damage veroorzaakt heeft, werd eerst ontkend en pas veel later schoorvoetend toegegeven. Hoe de defenestratie van de geliefde vorst verder verloopt zien we de volgende weken en maanden in de media. Of de komende jaren, want zo’n maatschappelijke kanteling kan even duren.
Die aarzeling om voluit te gaan voor schulderkenning, excuses en herstelbetaling heeft uiteraard iets met geld te maken, maar toch ook met ambivalentie. De oud-kolonialen die graag de scholen, ziekenhuizen, spoorwegen en infrastructuur in herinnering brengen, kun je nog verwijten dat al dat goeds er uit welbegrepen Belgisch eigenbelang gekomen is, maar wat zeg je tegen hedendaagse Congolezen die stellen dat ze vroeger weliswaar geslagen en vernederd werden, maar dat ze onder de Belgen driemaal per dag te eten hadden en dat die infrastructuur daadwerkelijk functioneerde, wat vandaag niet meer het geval schijnt te zijn? In verband met de leiders uit eigen rangen van na de onafhankelijkheid sprak kardinaal Ambongo Besungu, tijdens de herdenking van die onafhankelijkheid, niet mis te verstane woorden: “On (de zwarte leiders) accède au pouvoir pour jouir, non pas rendre service à ceux qui sont sous ma responsabilité mais pour jouir comme le Blanc. Alors que ce dernier, quand il était assis sur ce fauteuil, il ne faisait pas que jouir. Il travaillait. Il comprenait le sens de son travail.” Niet mijn woorden!
Net zoals dat bij de stichting van België gebeurd was, voerde men tijdens de kolonisatie een cultuurbeleid dat erop gericht was om uit het niets een eigen geschiedenis te creëren. Kunstenaars en vooral beeldhouwers kregen de opdracht heldhaftige monumenten in brons te gieten. Steden en gemeenten werd dringend verzocht straten en pleinen naar een koloniale ‘held’ te vernoemen.

Het boek komt enigszins traag op gang, maar laat u niet ontmoedigen door oplijstingen van adressen waar ooit iets koloniaals gevestigd was; behalve voor opstellers van quizvragen blijft dat immers droge kost. Maar, wees gerust, er volgen ruim voldoende sappige verhalen die de aandacht vasthouden. De auteur neemt je mee op een parcours langs gebouwen, straten en pleinen waar straatnamen, beeldhouwwerken of historische gebeurtenissen aanleiding vormen voor verhalen en duiding. Pittige anekdotes bijvoorbeeld over 1308 afgehakte handen of over Woeste, de figuur uit de priester Daens-film, die stelt dat dat soort daden normaal en noodzakelijk waren om die onbeschaafde inboorlingen toch een beetje arbeidsethos en discipline bij te brengen. Ja, als je een sneeuwvlokje bent of heel erg “woke”, kan je het boek misschien beter lezen met een maagtabletje bij de hand.
De verontwaardiging van politiek links is groot als commentatoren ter rechterzijde opmerken dat je dit soort toestanden in zijn historische context moet beoordelen. Benieuwd of dat tweesnijdend zwaard ook zal gebruikt worden tegen oppersocialist Emile Vandervelde die vond dat de Belgen massaal naar Kongo moesten trekken om de zwarten te emanciperen en de zionistische kolonisatie van Palestina was dan weer een uitstekend idee als een vorm van lokaal socialisme. En als u meer van het zwaardere werk houdt: de Société Générale leverde het Kongolese splijtstof voor Hiroshima en Nagasaki. U leert ook het verschil tussen Congo en Kongo, maar dat terzijde.

Het boek speelt zich af op een spectrum van beklijvende verhalen tot nauwelijks boeiende wetenswaardigheden. Het saldo daarvan is best positief, maar je moet er de mindere momenten voor overhebben. Een beetje zoals het leven kortom. Soms dacht ik: het ware handig geweest als er een plattegrond had bijgezeten. Maar door de, vooral in en rond Brussel, schier onoverzichtelijke oplijsting van namen en plaatsen, zou dat onbegonnen werk zijn. Diehards moeten zich maar met Google behelpen of ter plekke gaan kijken.

Ik verklap u de pointe niet van het verhaal achter het ‘Lippens en De Bruyne’-monument in Blankenberge, maar je leest het met een wrange grimlach - de geschiedenisvervalsing neemt daar toch wel een zeer hoge vlucht waarbij er helemaal niets meer overblijft van wat het verondersteld werd te zijn.
Verhalen achter de beelden kunnen zowel mooier als lelijker dan de monumenten an sich zijn, maar ze zijn alleszins verbijsterend als je ze door een hedendaagse bril bekijkt. Leopold II krijgt de verfkwast te verduren, maar na de wandeling langs dit herinneringsparcours wordt het duidelijk dat hij absoluut niet alleen was om zich aan het Afrikaans buffet te bedienen.
Iets dat apologeten van onze aanwezigheid in Afrika vaak ter verdediging aanhalen, is het terugdringen van de moslims die zowat de volledige inlandse slavenhandel onder controle hadden (waarbij ze hun ‘waar’ doorverkochten aan de blanke handelaars). Daarmee werd in een groot deel van Afrika het animisme verdrongen door het christendom in plaats van door de islam. Of dat een pluim is die ze op hun hoed mogen steken of niet, mag u zélf bepalen.

Hoe verder je vordert in het boek, hoe onvoorstelbaarder de verhalen worden, ware het niet dat er van alles bewijzen, documenten en overblijfselen bestaan, onder andere in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Het is hallucinant te lezen hoe men indertijd zonder de minste gêne in officiële brieven en documenten over de lokale bevolking sprak alsof ze het over schepselen hadden die zich evolutionair gezien ergens tussen dier en mens bevonden.
Het begrijpelijke en terechte antiracisme dat daaruit voortvloeit ontmoet nogal wat tegenwind van hedendaagse witte mensen die misschien wel akkoord gaan met spijtbetuigingen en excuses, maar geen zin hebben in verdere zelfkastijding. Het zou te gemakkelijk zijn die tegenkanting weg te zetten als een nieuwe vorm van racisme, want ‘Black Lives Matter’ moet voorkomen om op haar beurt aan geschiedenisvervalsing te doen door te suggereren dat de Afrikaanse bevolking voor de komst van Leopold II als ‘Le Bon Sauvage’ van Rousseau harmonieus in peis en vree leefde. Het waren absoluut niet de blanken die daar de slavernij hebben binnengebracht. Integendeel, die was vooral in handen van Swahili-sprekende zwarte moslims onder Arabische invloed (Swahili is Arabisch voor “van de kust”). De lokale potentaten werden door de Belgen omgekocht, bedrogen, vernederd, weggejaagd of vermoord, maar een lokale potentaat werd je pas nadat je zelf ook tekeer was gegaan tegen de andere, minder fortuinlijke stamhoofden.

Inderdaad, kolonialisme ontmoet tribalisme; het waren andere tijden. Kunnen we vandaag, vanuit onze huidige ethische aannames oordelen? Dat is geen standpunt, maar een vraag.
Lucas Catherine
Max Schneider
Non-fictie
Lid van de humanistische denktank Kwintessens
_Max Schneider -
Meer van Max Schneider

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies