Joris Luyendijk, Mark Geels, Tim van Opijnen
Arno Keppens
Non-fictie
  • 2080 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

14 oktober 2020 Hoop. 100 wetenschappers, kunstenaars en ondernemers vertellen wat hun hoop geeft
‘Hoop’ is het vijfde boek uit de serie “Nederland in ideeën” waarin (bijna) jaarlijks “rond de 100 toonaangevende Nederlandse denkers samen komen rondom 1 curator en 1 thema”.
Initiatiefnemers zijn de wetenschappers Mark Geels en Tim van Opijnen, die ook een eigen bijdrage schreven (en zichzelf dus meteen bij de toonaangevende denkers van Nederland rekenen). Curator van deze editie is journalist en antropoloog Joris Luyendijk. Deze laatste kan je kennen van zijn boek Dit kan niet waar zijn: Onder bankiers dat werd bekroond met de NS Publieksprijs van 2015. Het bracht verslag uit van de (wan)praktijken van de bankensector in London in het licht van de financiële crisis van 2008.
In Hoop zorgt curator Luyendijk enkel voor de inleiding, die ik in vergelijking met ander schrijfwerk van zijn hand nogal chaotisch vind. Luyendijk schuift de vraag “Hoe hou jij hoop?” naar voren, en ‘hoopt’ op treffende antwoorden van een selectie van honderd bekende Nederlanders. Dat ‘bekend’ is uiteraard relatief; nogal wat namen zullen in Vlaanderen niet meteen een belletje doen rinkelen. Maar uiteindelijk – daar wordt nergens over gerept – blijken er ook enkele Vlamingen in de auteursselectie te zitten, zoals Griet Op de Beeck en Jan Leyers.
De 100 bijdragen worden uniek onderverdeeld in 16 categorieën, een hokjesduwen dat nogal kunstmatig aanvoelt. Verscheidene bijdragen passen namelijk in meerdere categorieën, en een categorie ‘wetenschap’ ontbreekt, hoewel veelvuldig als hoopgever aangegeven. “Wetenschap is geen mening!” en “We gaan het wetenschappen” – naar een uitspraak van Matt Damon in ‘The Martian’ – zijn bijvoorbeeld de kernboodschappen van twee betere bijdragen.

De echt sterke contributies zijn eerder zeldzaam. Singer-songwriter Maaike Ouboter (geboren in 1992) levert één van de beste stukjes met “ ‘bewust zijn’ doet hoopvol handelen”. Daarnaast schrijven ook Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft over kunstmatige intelligentie en Hans Bousie met “Falen is een zegen” – “We doen maar wat en als we klaar zijn sluiten we de ogen” – overtuigende bijdragen. Een eervolle vermelding gaat naar het hoopgevend “Ludiek activisme” met als kern: “De kracht van deze boodschappen zit hem in de combinatie van de kwinkslag en het ontbreken van verwijt.”
Thema’s die meermaals positief naar voor komen, zijn (in willekeurige volgorde) de sterkte van de vrouw, kwaliteitsjournalistiek, kunst(werken), jeugd en onderwijs, persoonlijk engagement, vrij internetverkeer, ecologische bewustwording en wederzijds begrip. “Van mening veranderen” komt zowel bij dat laatste als bij de promotie van de wetenschappen cruciaal aan bod. En indien dat niet lukt wordt elders een mooi alternatief aangeboden: Zie elkaar als ‘boring idiots’ – “ik snap jou niet en jij snapt mij niet, maar laten we elkaars verschillen tolereren”.

De hoop op ecologische bewustwording vertaalt zich vaak in erkenning van de natuur (“Leve de bomen”) – en het promoten van duurzaamheid (“Vanavond geen biefstuk? Dat scheelt net zoveel als vier uur douchen.”). Zelfs de kringwinkel en CO2-recyclage komen aan bod. In iets als “Lang leve zoogdiermoeders!” raakt het verband met ‘hoop’ echter nogal zoek. En er zijn nog wel meer betwijfelbare hoopgevers opgenomen in het boek, zoals stukjes omtrent ‘archiefonderzoek’ of ‘het notitieboekje’.
In zijn totaliteit bevat dit werk dus wel enkele sterke bijdragen en soms leuke anekdotes, maar even vaak worden stukjes gevuld met andermans quotes, de promotie van eigen werk, zelf-lof, of eenmalig zelfs nogal esoterisch gewauwel. Het geheel voelt dan ook aan als een nogal flauw afkooksel van de internationale Edge questions die sinds 1998 jaarlijks door John Brockman worden gesteld.
Toegegeven, door te focussen op Nederlands(talig)e bijdragen is het aantal schrijvers waaruit kan worden geput onmiddellijk veel kleiner, maar dat betekent niet dat de editors niet enige moeite hadden mogen doen om te selecteren op kwaliteit. Het ‘toonaangevende’ van de denkers lijkt nu jammer genoeg vooral te slaan op hun subjectieve populariteit; al bij al een teleurstelling bij dit toch wel aantrekkelijke concept.
Joris Luyendijk, Mark Geels, Tim van Opijnen
Arno Keppens
Non-fictie
Arno Keppens is wetenschapper aan de Belgian Space Pole (www.spacepole.be) en wetenschapsschrijver (www.sciencescripts.be).
_Arno Keppens - Recensent
Meer van Arno Keppens

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies