Gaston Durnez
Leo De Ley
Non-fictie
  • 3553 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

4 januari 2019 Een mens is maar een wandelaar
Gaston Durnez (90) behoort tot de weinige overlevende dagbladjournalisten in het Vlaanderen van zijn generatie toen kranten nog massaal werden gekocht en gelezen omdat ze naast de radio de enige bron waren die het publiek kon raadplegen om nieuws te vergaren. Dat gaf de gedrukte media een zekere status die vandaag wat verloren is gegaan. Kranten konden zich een uitgebreide redactie veroorloven met redacteurs die voldoende tijd en ruimte kregen om zich te specialiseren in de materie die hun door de hoofdredactie werd toegewezen.
Het was de periode ook dat je geen ronkende universitaire diploma’s nodig had om journalist te worden. Een vlotte pen gespeend met het vermogen om een deadline te halen en voldoende gezond verstand volstond om het in de stiel te maken.

Betsy Holland, de hoofdredacteur van De Nieuwe Standaard, geloofde in de jonge Durnez en liet hem een paar stukjes schrijven om zijn talent te bewijzen. Ze besloot al snel om hem als redacteur cultuur aan te werven, in mei 1945. Gaston Durnez was toen nog geen zeventien jaar oud en zou zijn loopbaan lang voor de Standaardgroep blijven werken tot hij in 1992 met pensioen ging, al blijft hij nog steeds productief met het schrijven van columns en biografieën.
Zo publiceerde hij onder meer de biografie van Felix Timmermans (2000) en de monografieën: ‘Vroeger waren we veel jonger’ (2008) & ‘De bolhoed van mijn vader’ (2015). Buiten zijn journalistieke bijdragen in ´De Standaard der Letteren´ om dwong Gaston Durnez respect af in Vlaamse elitaire kringen als initiatiefnemer van de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging en voor zijn inzet als redacteur van Ons Erfdeel. Hij is tevens een bekroond dichter en begenadigd prozaschrijver.
Dit boek verschijnt naar aanleiding van zijn 90ste verjaardag. Hij schrijft er persoonlijke herinneringen in neer aan bijzondere ontmoetingen die hij tijdens zijn levensloop had. Negenentwintig personen die zijn wandelpad hebben gekruist en een blijvende indruk op hem hebben gemaakt krijgen in deze publicatie terug wat aandacht. Dat maakt van de uitgave tevens een geschiedenisboek, want de meeste van de toen bekende figuren die Durnez in memorie brengt, zijn omwille van de tand des tijds intussen al geruime tijd uit het collectief publiek geheugen verdwenen.
Het is een fantastisch boek geworden. Geschreven in die typische Durnezstijl met droge humor die de anekdotes relativeert, en bovendien verhaald in de zuiverste Vlaams-Brabantse vocabulaire die er bestaat - mede ondersteund door het heerlijke journalistiek proza dat Durnez zich heeft eigen gemaakt. De lezer krijgt hier een fascinerend beeld voor ogen van een inspirerende generatie uit de 20ste eeuw waarin Gaston Durnez, tussen de lijntjes door, hier en daar zelfs iets over zichzelf prijs geeft.
De individuen die Durnez uit het stof heeft gehaald portretteren perfect de metier die leefde in het prille naoorlogse Belgenland, waar de heiligen van toen de fundering legden voor een stevige brug op weg naar de Vlaamse ontvoogding. Het Vlaanderen van nu werd opgebouwd door intellectuelen met een politieke, economische of culturele achtergrond waarvan de meesten een Franstalige background hadden, maar met genoeg Vlaams bloed en drive in de hersenen om de heimat in de toekomst van het “Belgique à Papa” te verlossen.
Figuranten zoals Maria Rosseels, Felix Timmermans, John Flanders en Ernest Claes vergezeld van Théo Lefèvre, Bert Decorte, Eugeen Coine, Emiel Van Cauwelaert, Louis Paul Boon, de fotograaf Paul Van den Abeele en onder meer krantenmagnaat Albert De Smaele passeren in dit verhalend epos van de oud-journalist de revue, en daarbij is de dankbare ontroering nooit ver weg.
Maar bovenàl zit er een behoorlijke dosis nostalgie in deze publicatie, naar een tijd die vér weg lijkt maar waarvan de getuigen nog lang niet zijn uitgestorven. De uitgever illustreerde dit dubbelgevoel door de cover te sieren met een robuuste schrijfmachine, verwijzend naar het tijdperk toen kranten nog met mechanische hulpmiddelen werden gemaakt. Toen verhalen, interviews, opiniestukken en nieuwsfeiten lawaaierig werden uitgetikt in rokerige redactielokalen voortdurend belast met het indringend gerinkel van bakelieten telefoons.
Durnez heeft de opkomst van de elektrische schrijfverwerkers nog meegemaakt, maar ging net op tijd op rust voor het world wide web furie maakte. Met de intrede daarvan kregen de kranten een serieuze nekslag zodat wereldwijd alle redacties fors werden ingekrimpt omwille van de dalende verkoop en de moordende concurrentie van de visuele media. Het gevolg is dat jonge talenten van nu wellicht geen kansen meer krijgen zoals de 16-jarige Durnez. Het tijdperk van Kuifje in Congo is voorgoed voorbij...
Gaston Durnez
Leo De Ley
Non-fictie
-
_Leo De Ley recensent
Meer van Leo De Ley

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies