Abe Geldhof
Jacinta De Roeck
Non-fictie
  • 2299 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

6 oktober 2021 Dood op verzoek. Bestaat de psychiatrie nog als ze euthanasie bij psychisch lijden toelaat?
Het boek is opgebouwd rond een aantal hoofdstukken: vier problematische clichés, vier vragen ter oriëntatie en vier verontrustende vaststellingen, om tenslotte te besluiten hoe het ‘euthanasiediscours opdook in een vacuüm van de hulpverlening’. Met andere woorden, sinds de euthanasiewet werd het werk van de psychotherapeut er niet gemakkelijker op. Of ook de wet patiëntenrechten daar een rol in speelt, wordt in dit boek niet aangehaald. Ik kan me namelijk inbeelden dat nu de machtsverhoudingen tussen de zorgverlener (arts, therapeut, psychiater, psycholoog,…) en de patiënt sinds 2002 - en het vastleggen van de rechten van de patiënt - grondig gewijzigd zijn, dat dit in het debat ook een essentiële rol speelt.
In de ‘vier problematische clichés’ wordt elk cliché opgeworpen door de ‘euthanasielobby’ uitgebeend en weerlegd. Want, zo stelt de auteur, waarom is euthanasie nodig als er al een vorm van zelfbeschikking bestaat? Namelijk suïcide. Vermits er geen uitvoerder bij betrokken wordt is dit de échte zelfbeschikking. Of deze keuze van ‘zelfbeschikking’ ook waardig is voor de patiënt zelf, voor zijn naasten en voor de samenleving – ik denk dan aan de treinbestuurder – daar wordt niet op ingegaan.
Dat een euthanasievraag al eens dwingend kan zijn klopt, net zoals er een dwingende eis naar medicatie kan zijn.  Het is echter niet correct te stellen dat elke euthanasie een ‘ik vraag – lees eis –‘ en ‘jij moet uitvoeren’ verhaal is. Het is wel degelijk een traject dat de arts samen met zijn patiënt doorloopt en dat niet altijd eindigt met een uitgevoerde euthanasie. Het blijft blijkbaar moeilijk toe te geven dat men als zorgverlener al eens op grenzen botst. En dat is niet anders voor een psychotherapeut. Euthanasie kan dan wel een waardige optie zijn omdat psychisch lijden even uitzichtloos kan zijn als fysiek lijden. Het is niet aan ons om een waardeoordeel op dit lijden te kleven.
Misschien moet er eindelijk eens wat meer energie gestoken worden in een grondig en nuttig onderzoek over suïcide, meer bepaald over ‘balanssuïcide’. Over het waarom een persoon weloverwogen na jarenlang wikken en wegen ervoor kiest te stoppen met leven en zoekt naar een middel om dit zo doeltreffend mogelijk te doen. Hopelijk ook waardig voor zichzelf en de anderen. De mogelijkheid voor een euthanasie, en minstens de mogelijkheid om erover te kunnen en mogen spreken, kan wel degelijk de deur op het leven terug openzetten. En dit doet geen afbreuk aan de therapie die verder gezet zal worden gedurende de uitklaring van de euthanasievraag. De psychotherapeut zal niet werkloos moeten toezien…
Verbaasde dit boek me? Neen, heel veel argumenten las ik al eens in opiniestukken, hoorde ik al eens tijdens lezingen van o.a. Arianne Bazan of Willem Lemmens. De tegenstellingen zullen blijven, tussen de hulpverleners (ook inzake psychisch lijden) die de grenzen van hun kunnen ervaren of blijven doorzetten in de hoop om het tij nog te keren. Ontkennen dat er ook zo iets bestaat als ‘therapeutische hardnekkigheid’ bij psychisch lijden, overtuigt niet. Uitsluiten van een patiënt met een psychiatrische aandoening is gevaarlijk omdat niet allen de mogelijkheid op euthanasie ontzegd zal worden, maar ook de toegang tot bepaalde ‘patiëntenrechten’ zal deze patiënten ontnomen worden.
Heel deze discussie, zoals ze gevoerd wordt door voor- én tegenstanders, zorgt ervoor dat de psychiatrie teruggedrongen wordt in die hoek waarin ze jaren geleden al zat, de hoek van het taboe en de betutteling.
Het spijtige aan dit boek is de zwart-wit setting, die ervoor zorgt dat het water tussen pro en contra nog dieper wordt. Wel moet ik de auteur gelijk geven als hij beweert dat het de dag van vandaag niet simpel is om hulpverlener te zijn, en dat geldt zeker ook voor de psychotherapeut. Maar of dat de schuld is van de euthanasiewet die ook euthanasie bij psychisch lijden mogelijk maakt en die er ook is voor patiënten met een psychiatrische aandoening, betwijfel ik. Onze samenleving en de communicatie die we hanteren veranderde sinds de vorige eeuw. Alle zorgverleners ondervinden dit, ze zijn – en dat kunnen we alleen maar toejuichen – niet meer degenen die alles zo maar op kunnen leggen aan de patiënt. Dat ‘probleem’ stelt zich ook bij andere beroepen, ik denk dan aan leerkrachten die de vorige eeuw nog meemaakten.
Onze samenleving veranderen is moeilijk, omgaan met de veranderde gedragspatronen is niet altijd eenvoudig, maar wel de moeite waard om ermee te leren omgaan.

Toch is dit boek het lezen waard. De auteur legt namelijk haarfijn uit wat psychotherapie inhoudt. Hoe de psychotherapeut te werk gaat, hoe er 'omgegaan' wordt met de patiënt. Psychotherapie blijkt een onvermoeibaar traject dat door de therapeut afgelegd wordt samen met zijn patiënt (cliënt?). Of omgekeerd, door de patiënt (cliënt?) samen met zijn therapeut. Zo een doorleefd traject stoot blijkbaar zelden of nooit tegen grenzen.

Jacinta De Roeck
Abe Geldhof
Jacinta De Roeck
Non-fictie
Adviseur ethische thema's Open Vld
_Jacinta De Roeck -
Meer van Jacinta De Roeck

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies