29 november 2021
De Amerikaan van Karadj
Deze roman is het autobiografisch debuut van de auteur Keyvan Shahbazi. Hij vluchtte in 1983 uit Iran en kwam terecht in Nederland, waar hij een opleiding genoot als cultureel psycholoog en adviseur werd van verschillende ministers. Hij was eveneens verbonden aan de Politieacademie en werkt thans voor de Nationale Politie.
Onder de fictieve naam Piruz SABET geeft hij een relaas van zijn wedervaren in het Iran van Khomeini na de val van de Sjah.
Hij groeide op in een relatief welvarend westers georiënteerd gezin. Na de islamitische machtsovername sluit hij zich als jongeling aan bij een verzetsgroep. Onvermijdelijk komt hij in het vizier van de overheid en haar niets ontziend repressieapparaat, de religieuze gardisten.
Hij groeide op in een relatief welvarend westers georiënteerd gezin. Na de islamitische machtsovername sluit hij zich als jongeling aan bij een verzetsgroep. Onvermijdelijk komt hij in het vizier van de overheid en haar niets ontziend repressieapparaat, de religieuze gardisten.
Hij belandde in tal van gevangenissen, werd zwaar gemarteld en geconfronteerd met gruwelijke executies, dit alles in naam Allah en zijn perfide godsdienst. De behandeling van de dissidenten is werkelijk mensonterend. Ze worden opgesloten in overvolle gevangenissen waar essentiële hygiëne ver te zoeken is. Voedsel en drank wordt hen regelmatig onthouden. Iedere week zijn er schijnprocessen met onvermijdelijk wekelijks executies op de binnenplaats van de gevangenis, zonder dat de gevangenen enig recht op verdediging hadden, laat staan onafhankelijke juridische bijstand.
Uiteindelijk kon hij ontkomen door tussenkomst van zijn ouders die er in slaagden corrupte ambtenaren om te kopen, maar zelf totaal geruïneerd in Iran achter bleven.
In bijlage geeft de auteur een summier inzicht in de recente geschiedenis van Iran.
In bijlage geeft de auteur een summier inzicht in de recente geschiedenis van Iran.
In 1963 voerde de Sjah een aantal hervormingen in, zoals gelijke rechten voor de vrouwen met actief en passief kiesrecht. Dagloners konden tegen billijke voorwaarden eigenaar worden van een deel van het land waarop zij tewerkgesteld waren. Dit laatste was niet naar de zin van de geestelijkheid, die de grootste grootgrondbezitter van het land was – ook daar dus - en prompt deze hervormingen on-islamitisch noemde. Onder de leiding van Ayatollah Khomeini kwam ze in opstand tegen de Sjah. Khomeini werd gearresteerd en het land uitgezet. Hij vestigde zich in Irak en vervolgens een korte periode in Parijs.
Eind jaren zeventig werd de Sjah ernstig ziek. Hij was niet meer in staat het land te besturen en een aantal onbekwame ministers maakten het land stuurloos. Overigens was ook zijn bewind mettertijd erg repressief geworden en vele linkse, liberale en seculiere oppositiebewegingen werden uitgeschakeld en hun leiders geëxecuteerd.
Khomeini zag zijn kans om terug te keren als een wolf in schaapsvacht. In Parijs beweerde hij dat onder zijn bewind mannen en vrouwen gelijke rechten zouden hebben, dat er geen kledingrestricties voor vrouwen zouden zijn, dat de pers en alle politieke bewegingen vrij zouden zijn en dat de geestelijken zich niet met de politiek zouden bemoeien.
Niet gehinderd door enige kennis van de islam of het Midden-Oosten, gingen tal van verdwaalde westerse links-intellectuelen applaudisserend op audiëntie bij Khomeini en schreven ze juichende artikelen in verschillende linkse kranten. Jean-Paul Sartre, de filosoof Paul-Michel Foucault en de dichter Jean Genet steunden Khomeini. Terwijl op de pleinen van Teheran homoseksuelen door de ‘hanging Judge’ Khalkali opgehangen werden en aan de lantaarnpalen bengelden, prezen de homoseksuele Genet en Foucault het regime van Khomeini! De komst van Khomeini was een ‘grote verbetering’ ten opzichte van de ‘verwoestingen van het uiteenvallende kapitalisme’.
Ook in latere interviews blijft de auteur deze houding van ‘links-romantici’, die de islam tot in de treurnis verdedigen, aan de kaak stellen. Zij zijn blind gebleven voor het verzet van de Iraanse vrouwen tegen de opgelegde rechteloosheid, de vervolging van minderheden, het systematisch uitroeien van critici en onderdrukten. De huidige president Ebrahim Raisi werd in 1988 benoemd tot voorzitter van ‘de commissie des doods’. Deze commissie diende een eindoplossing te vinden voor tienduizenden politieke en gewetensgevangenen. Op twee maanden tijd lieten zij tussen de vijfduizend en dertigduizend gevangenen, waarvan velen hun straf reeds uitgezeten hadden, vermoorden door ophanging of standrechtelijke executie. De lichamen werden gedumpt in massagraven. Amnesty International heeft ongeveer 120 massagraven gelokaliseerd.
Het misdadige karakter van dit regime wordt heden nog ontkend door “moslimknuffelaars”. Ze negeren de islamitische barbarij en praten die zelfs goed, gezien de islam de religie van de vrede is… Waar links ooit stond voor secularisme en atheïstisch gedachtengoed is daar vandaag weinig van over, zeker als het gaat om de islam. Ze zouden beter afstand nemen van hun postmodernistische prietpraat, besluit de auteur.
Keyvan Shahbazi heeft recht van spreken. Hij heeft het misdadige Iranese regime van de Ayatollahs aan de lijve ondervonden en is ternauwernood aan de dood ontsnapt. Zijn autobiografie leest als een trein. De lectuur ervan kan ik ten zeerste aanraden. Het zal, nu er opnieuw gesprekken gevoerd worden met betrekking tot de nucleaire plannen, de ogen van de lezer openen voor de ware aard van de leiders van Iran, mocht dit nog nodig zijn.
Ignace Claessens
Meer van Ignace Claessens
Ignace Claessens