8 december 2021
Sapiens. Een beeldverhaal 2. De pijlers van de beschaving
Het eerste deel van deze graphic novel-versie van het intussen wereldwijd succesvolle “Sapiens” (vertaald in 60 talen) kwam er omdat de twee co-auteurs van Harari, David Vandermeulen en Daniel Casanave, op het idee kwamen om er een strip te maken. Enige “creativiteit, genialiteit en energie” waren zeker al nodig om “de menselijke geschiedenis in beeld te brengen” maar hoe breng je ook nog de ideeën en filosofische begrippen in beeld, die de voornaamste ingrediënten van het boek uitmaken? Daar is inderdaad het nieuwe perspectief, de intelligentie en de humor voor nodig die Harari hen toeschrijft en die in dit tweede deel zelfs nog ruimer blijken aanwezig te zijn.
Blijkt ook meteen dat het “strippen” van “ Sapiens” niet zo maar een trucje is om een moeilijk boek te populariseren. Het maakt het zeker toegankelijker want de stripfiguren leven nu of zijn voorstellingen van begrippen. Dat wil zegen dat ze “onze” taal moeten spreken, zich direct tot ons moeten richten. Dus moet de boekengeschiedenis en filosofentaal van de oorspronkelijke “sapiens” grotendeels hedendaagse spreektaal worden. Geen eenvoudige opgave, maar schrijvers en vertalers zijn daar uitstekend in gelukt. Nog een voordeel van het verstrippen zijn de tekstballonnetjes. Die zijn nooit lang. Toch moet wat de stripfiguren zeggen tenminste de inhoud van de oorspronkelijke uitgave bevatten, maar dan omgezet in korte zinnetjes. Ook dat is uitstekend gelukt en zelfs meer: Deze stripversie is eigenlijk geen aangepaste heruitgave maar een vervolg. Alle feiten, ideeën en redeneringen hebben een bredere uitleg gekregen of zijn verdergezet.
Dezelfde kleurrijke figuren van het eerste boek Strip-Harari, Zoe, Professor Saaswati, Cindy en Bill (die gaan boeren zijn) detective Lopez en Dr. Fictie staan weer klaar om ons op hun typische manier mee te nemen.
Professor Saraswati brengt de Strip-Harari en zijn nichtje naar een voorstelling van Faust waarin de sluwe Mephisto het lied zingt de agrarische revolutie “de grootste omwenteling aller tijden” en de “tragische valkuil” waarin de jager-verzamelaar liep omdat die hem afhankelijk maakte van de graanteelt, hem sedentair maakte zodat hij van nu af moest “zweten, ploeteren, eggen en ploegen, zaaien, oogsten, keer op keer”. Meer kinderen en bevolkingsaangroei, toename van ziektes en hongersnood en altijd maar meer willen. De boer die hard werkte op een stuk land begon die akker als zijn “bezit” te beschouwen. Het begrip “eigendom” ontstaat en om die te verdedigen was er een leger nodig en daaruit volgden oorlogen. “Een keer de landbouwrevolutie zich verspreidde op grote schaal, verspreidde grootschalige oorlog zich ook.” Er is geen bewijs van oorlog gedurende het grootste deel van het stenen tijdperk. Dat is er pas van ongeveer 13.000 jaar geleden in de Nijlvallei. Oorlog is dus geen gevolg van een natuurwet, maar van ons gedrag. Zo is zijn manier om over het schrift te denken heel apart. Onze herseen waren miljoenen jaren de enige plek om informatie op te slaan. Maar niet genoeg en lang genoeg voor de complexiteit van de samenleving van de Soemeriërs met inkomen, bezit, betalingen, schulden, boetes, kortingen, vrijstellingen. De revolutionaire oplossing was dus het schrift. “Maar daardoor veranderde de manier waarop de mensen de wereld zagen. Vrij associëren en holistiek denken maakten plaats voor hokjesdenken en bureaucratie.”
Het begrip “eigendom” van land, dieren, slaven, vrouwen, laat toe dat sommige mensen er meer “hebben”. Deze “elite” van koningen, ambtenaren, soldaten, priesters, kunstenaars en denkers, hoeft niet op het land te werken. “Eigendom” en de erbij horende privilegies bestaan dus, want iedereen gelooft er in.
Er is de mythe van het kastensysteem in India. Dat is door Hogere Machten zo bepaald en onveranderlijk. Iedereen behoort tot een kaste en weet precies wat zijn of haar plaats is binnen dat systeem en wat mag en niet mag. Tot in de kleinste details. En iedereen houdt zich aan de regeltjes want gelooft in het werkelijk bestaan van dat systeem. De gekste verhalen zijn die waarop de godsdiensten gebouwd zijn. Toch werden en worden die geloofd en zijn ze de grondslag van gedrag, moraal, wetten en zelfs “wetenschap”.
De naakte waarheid is natuurlijk dikwijls heel onprettig. Zo ontdoet biologe professor Saraswati de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring van alle idealisme en pathos. De waarheid “Mensen zijn geschapen door hun Schepper” klopt niet want er is geen God en de “Waarheid dat we als gelijken geschapen zijn, klopt ook niet want we zijn verschillend met allemaal een iets andere genetische code en geëvolueerd. Ook “Vrijheid” is een ideaal en geen biologische werkelijkheid en geen wetenschappelijk begrip, dus “Onvervreemdbaar” is ook niet vanzelfsprekend want onze organen, vermogens en kenmerken muteren constant.
Wat Harari doet, is dus gevaarlijk. Immers, deze en andere “Mythen” (bijvoorbeeld Staat, gelijkheid, gevangenis, zuiverheid, kleur, bank, merk, enz.) creëren samenwerkingsverbanden die vastgelegd worden in codes (Hammurabi - Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring) en wetten en die zijn er nodig.
“Je kan niet alle fictie elimineren, want dan stort de maatschappij in”, zegt de stripfiguur “Fictie”. Wat je wel kan doen is de huidige fictie aanpassen.
Bijna op iedere bladzijde is er wel een opmerkelijk stukje informatie of een bepaalde kijk die je even doet rechtzitten omdat het het “bekende” ongewoon doet uitzien en verandert hoe we iets zien. Waarom denken we dat we op vakantie moeten gaan in een ander land en dat we “ervaringen” moeten opdoen. Zo ook het opmerkelijk hoofdstuk waarin je uitgelegd wordt hoe dieren werden gedomesticeerd. Hoe het komt dat we nu vijf miljard runderen, schapen, varkens en geiten in de wereld hebben. En 20 miljard kippen. Dat we nu de laatste 10 jaar zeker weten dat er in het verleden verschillende (zes) mensensoorten hebben bestaan.
Sapiens, beeldverhaal 2, is dan wel een strip, de tekeningen zijn luchtig en kleurrijk, de strip-Harari zelfs een ietsje onschuldig en grappig, maar toch is het geen boek om in één trek uit te lezen, zoals dat met een gewone “comic” kan. Het vraagt aandacht en concentratie, je moet het regelmatig even opzijleggen en jezelf de tijd geven om het nieuwe inzicht een plaats te geven in je denken.
Victor De Raeymaeker
Meer van Victor De Raeymaeker
Victor De Raeymaeker