Camiel Boomsma
Victor De Raeymaeker
fictie
  • 1733 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

30 december 2021 Brieven aan de meesters
Dit is het zoveelste Covid-boek. Het gaat niet over de pandemie, maar het is wel een boek dat ontstaan en geschreven werd als gevolg daarvan. Het is heel opvallend hoeveel boeken er geschreven zijn en waarschijnlijk zijn er nog een reeks andere dingen ontstaan tijdens de Coronacrisis en vooral dan tijdens de lockdown.
Zegt Camiel Boomsma: “ Dit boek was er niet geweest als in maart 2020 niet alles was stilgevallen door een wereldwijde pandemie. Geen optredens, geen concerten, niets. Ik had sterk het gevoel die stilte te moeten invullen en begon te schrijven over alles wat ik in mijn bestaan als musicus geleerd, ontdekt en gekoesterd heb. Hij maakt een jaar lang een podcast gewijd aan de componisten die hem als musicus gedefinieerd hebben. “Het is een waardevol proces geweest waarbij ik veel geleerd heb over mijn eigen musicus-  en kunstenaarschap.” Dit boekje is een spin-off van die podcasts, met dit verschil dat schrijver brieven schrijft waarin hij zich rechtstreeks richt tot die componisten waarvan hij denkt dat hij ze tot op een dieper peil begrijpt.
Camiel Boomstra is pianist die optreedt met het Radio Filharmonisch Orkest. Hij stond op podia van Amsterdam tot Venetië en Londen, maakte een ongewoon debuutalbum met onbekende pianotranscripties van Wagner en hij krijgt algemeen lovende kritieken, nationaal en internationaal.
“Taal kan natuurlijk niet uitdrukken wat muziek wel kan”, meent Camiel Boomsma (lichtjes vooringenomen). “Maar als ik een dialoog aanga met de muziek, en al luisterend naar en denkend over muziek ruimte geef aan vrije en associatieve gedachten en die dan verwoord, zouden er dan niet toch verwoordingen ontstaan die ik hardop niet zou kunnen vinden? Het betekent in elk geval een hernieuwde kennismaking met de muziek die ik al jaren speel en beluister.”
Camiel Boomstra zet zich aan het werk en schrijft 16 brieven aan 15 componisten (Wagner heeft recht op twee brieven) telkens voorafgegaan door een tekstje, dat het resultaat is van het bezinnend luisteren naar en nadenken over één van hun composities.
Die cursief-lange tekstjes met bijhorende brieven worden gebundeld in een aantrekkelijk boekje met stijve kaft en bladwijzerlintje. Allemaal ingrediënten om er een kleinood van te maken. Jammer genoeg blijkt dat ergens toch wat tegen te vallen. Niet omdat Camiel Boomstra zijn 15 “meesters” niet kent, ze niet knap kan omschrijven, rake dingen kan zeggen over muziek en zijn eigen verhouding tot de muziek en zijn ontmoetingen en ontdekkingen.
Ik geef enkele voorbeelden:

- “Met de transcripties van Liszt maakte ik al vroeg kennis. Ik was meteen gefascineerd door de manier waarop Liszt het gevoel van het  origineel als het ware weet te transponeren naar de piano.”  

- Of nog: “Een transcriptie is geen transponeren naar de piano maar een hernieuwde bezieling van een stuk van en ander.”

- Over Bach: “Alles valt weg en alleen een diep doorvoelde stilte blijft over.”

- Over Satie:  “Hij componeert met vanzelfsprekende willekeur. Zijn muziek treft je om haar diepgravende lichtheid.”

- Over Schubert: Zijn laatste sonate: “ Het openingsdeel vloeit, staat stil, mijmert, overpeinst, jubelt en huilt.”
Als je zou gaan sprokkelen in dit boekje en lijsten zou maken van dergelijke beschrijvingen, omschrijvingen, intens aanvoelen, inzoemen, fingerspitzengefühl, beredeneren en herkennen en die samenvoegen in thematische  groepjes, zou je een knappe bloemlezing kunnen samenstellen. Iedereen zou dan naar goesting en vermogen kunnen pikken en kiezen, herkennen, genieten en met verfriste percepties en aanvoelingsvermogen nog eens naar bepaalde composities gaan luisteren.
Maar, de teksten, zoals ze er nu staan, doen dat niet. Ze zijn te cerebraal, missen mededelingskracht en natuurlijke coherentie. Je wordt als lezer niet meegenomen op de geestdrift van de schrijver, zijn genot, wat hij beleeft, weet en ontdekt heeft. Jammer, want hier is niet alleen een begaafd pianist aan het woord, maar iemand die er in lukt de essentie van “zijn” 15 componisten en composities kort en krachtig te omschrijven, maar de gave (nog?) niet ontdekt heeft van het schrijven.
Toch nog even dit: De “brieven” gericht aan de componisten doen eerder eigenaardig aan. Waarschijnlijk omdat de schrijver ervan twee dingen in één keer wil doen, die niet bij elkaar passen. Hij wil waarschijnlijk de lezer dichter bij de componist brengen. Hij spreekt dus de componist aan “Geachte heer Mozart” en hij wil op deze manier aan zijn lezer dingen vertellen over de componist, over diens intenties, visie, talent, techniek. Dat leidt tot vreemde situaties. Het is toch op zijn minst eigenaardig dat Camiel Boomsma aan de Geachte Heer Wagner gaat uitleggen dat Liszt veel voorwerk voor hem gedaan heeft en dat hij de “Siegfried” opzij legde om “Tristan und Isolde” te componeren. Aan Liszt schrijft hij: “U schreef quasi atonaal werk, vooruitlopend op “Schönberg”. De lezer kan dat wel begrijpen maar voor de geadresseerde is dit een volkomen raadsel.

Wat dit boek wel is, schrijft Camiel Boomstra in de laatste regel van zijn brief aan Gerhard Hamm: “ Een zoektocht naar zuivere schoonheid, troostrijk in zijn eenvoud”.

Victor De Raeymaeker
Camiel Boomsma
Victor De Raeymaeker
fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies