Alain de Botton
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 1179 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

20 mei 2022 Hoe overleef ik de moderne wereld
Als je een boek van de Botton in handen krijgt, weet je dat je een overvloed aan feiten, inzichten, anekdotes, ontdekkingen, details, varianten, (auto)biografie, verrassingen, raadgevingen krijgt, allemaal zo kort en fris gedebuteerd met humor en aandacht, vanuit een ondertussen gerijpte kennis door communicatie en discussie over de onderwerpen in zijn boeken, conferences, gesprekken, debatten, cursussen en – last but not least – “The School of life” door hem opgericht in 2008. “Om mensen te helpen een meer vervuld leven te leiden.”
Deze school geeft advies over levensvragen, duidt de richting aan om een meer bedachtzame, attente, nadenkende aard te stimuleren en iedereen te helpen vervulling te vinden in dit leven. “The school of life” is middel en bron van waaruit zelfkennis gestimuleerd wordt, relaties met anderen en de wereld, met werk, socialiseren, rust vinden en van cultuur te genieten door inhoud, gemeenschap en gesprek te onderzoeken. Als auteurs van dit boek staan dus ook “Alain de Botton & The School of Life” aangegeven.
Gezien de onderwerpen: consumentenkapitalisme, reclame, materialisme, media, democratie, familie, liefde, seks, eenzaamheid, werk, individualisme, een rustig leven, bezigheid, lelijkheid, onderwijs, perfectionisme, wetenschap en religie, natuur, lijkt het zelfs ergens het programmaboek te zijn van de “School”, maar natuurlijk geschreven vanuit de zeer persoonlijke ervaring, gedachten en gevoelswereld van de auteur.
De Botton is een intellectueel, hij moet gelijke welke toestand kunnen ontleden, een gedeelte van elke dag alleen doorbrengen, denkend en lezend. Hij wil ideeën, dingen, situaties “anders” bekijken de echte natuur ervan ontdekken. Hij vertelt daarover hoe hij op nog jonge leeftijd plots zijn haar verloor en dat feit hem deed nadenken over de dood. Hij voelde zich niet de 22 die hij was, maar 45. Dat nadenken resulteerde in zijn eerste boek: “Essays in love”. Het was hard werk en hij wist niet goed waar hij werkelijk mee bezig was, maar werd gewoon geleid door zijn instinct. Van temperament was hij echter buitengewoon ondernemend en creatief, hij moest gewoon kunnen heruitvinden, analyseren. Dat was natuurlijk filosofie, zonder dat hij het besefte, want filosofie werd kapotgemaakt als vak aan de universiteit waar het een droog, theoretisch iets geworden was. Nochtans, filosofie beantwoordt de grootste vragen in de wereld, naast godsdienst: Waarom zijn we hier? Wat doen we met het lijden? Hoe kunnen we liefde begrijpen? Wat met seks, schoonheid, geld? Hij wilde de filosofie terug naar het leven brengen, naar de mensen. Hij las Socrates, Nietzsche, Schopenhauer, Sartre.
Hij ontdekte de filosoof die de man is die helpt bij dat eigenaardige ding dat “denken” is. Hij is de intelligente zwerver, de vagebond die helpt ontdekken wat “het goede leven” is, wat verkeerd is en juist, wat goed en slecht betekenen, wat lijden is en plezier. Je bent echt mens wanneer je in staat bent je echte talent te exploiteren, door de wereld erkend te worden, niet voor de dadelijke intuïtieve oplossingen van ons apenbrein maar het long-term denken en ontleden.
Ik geef enkele voorbeelden uit sommige hoofdstukken van dit boek:  

Consumentenkapitalisme
Het belangrijkste aspect van de moderniteit is een ogenschijnlijk onbeduidende bezigheid: winkelen.
Toen de mensen aan het eind van de maand iets overhielden, konden ze iets kopen: een riem, een koperen pan, een slaapmuts. Dat leidde tot een opwaartse spiraal van grotere vraag en meer productie, dus meer werkgelegenheid, een kleine stijging van de lonen. Dat was het begin van een eerste consumentenrevolutie met warenhuizen, “consumentenpaleizen” als gevolg.
Materialisme
Het commerciële belang van een product staat niet meer in verhouding tot het belang dat het voor de mens heeft.
Lelijkheid
In de architectuur van het moderne tijdperk werd schoonheid een taboe. De grote goeroe, Le Corbusier, had immers gedecreteerd: “Vorm volgt functie”, enkel onopgesmukte gebouwen waren “eerlijk”. Dat werd algemeen op gejuich onthaald want de architectuur van de 19e eeuw was uitgemond in lelijk decadent versierde gebouwen. De eerste architecten van deze vroeg modernistische stijl, zoals Le Corbusier en Mies van der Rohe, ontwierpen prachtige, frisse, aantrekkelijke, visueel charmante gebouwen. Maar geef vastgoedmakelaars maar eens de kans om gemakkelijk winst te maken. Versiering was niet meer nodig, verkeerd zelfs, en ze gingen dus inderdaad minimalistisch te werk. Al wat er overbleef waren de “functionele” kippenhokken van flatgebouwen die nu het uitzicht bepalen van wat we dagelijks moeten zien en die onze ganse wereld lelijk maken.
Religie
Het geloof in God is een obstakel. God is dood en dat is goed, maar het zou jammer zijn dat al de rest ook zou verdwijnen: samenkomsten, een hechte gemeenschap vormen, de ondersteuning, het soort geestelijke zorg en alle dingen die religie wel biedt. We hebben vergeving nodig en duidelijke zelfkennis. We lopen rond, blind, onwetend en maken natuurlijk catastrofale fouten. Kunst is het voornaamste werktuig waarmee we onszelf begrijpen en waarmee we kunnen communiceren.
Wetenschap
De wetenschap kan ons, veel beter dan het geloof, de kunst van vergeving bijbrengen en ons bevrijden van de drang om kritiek te leveren. Natuurlijk zijn we behoorlijk gestoord, de speelbal van sterke impulsen, voortdurend angstig en gedreven door lagere lusten. Vanuit wetenschappelijk perspectief doen we het uitstekend en de mensheid haast zich om de idealen bij te benen die het zich gesteld heeft. Het lukt ons zelf nu en dan een paar beschaafde momenten te beleven.
We zijn eerder een handleiding voor een persoon die continu uiteenvalt en met veel moeite weer in elkaar moet worden gezet, want de hele tijd sterven delen van ons af, die meteen weer worden gereproduceerd.
Natuur
Er bestaat niet zoiets als stilte, maar alleen een grens aan wat we kunnen horen. We vangen slechts geluiden op van tussen de 20 en 20.000 hertz, waardoor ons dus alles ontgaat wat daarboven (ultrasoon geluid) en daaronder (infrasoon geluid) ligt.
Eenzaamheid
In een balzaal rondlopen waar iedereen met een gemaakte glimlach deprimerende meningen over alles en iedereen debiteert. Geen mens geeft toe dat het misschien wat vreemd is om je idealen van gemeenschapszin te verwezenlijken door in een zaal te staan vol met mensen met statusangst en sociaal ongemak, die allemaal even bang zijn voor oprechtheid of mislukking, waar je op de vraag hoe het met je gaat alleen maar kan antwoorden: “Kan  niet beter, en met jou?” Het zou goed zijn als we, in een bewust verzet tegen de tijdsgeest, de mensen met wie we kennis maken voortaan niet meer vragen hoe het gaat of wat ze doen maar waar ze de laatste tijd zoal aan denken of over dromen.
Het boek is doorspekt met mooie prenten, schilderijen, tekeningen, foto’s die de tekst aangenaam en soms raak kracht bij zetten. En met enkele ongewone illustraties trouwens. Ik denk nu aan de foto van Virginia Woolf die er ontspannen op staat, met een bijna glimlach, in contrast met wat gewoonlijk opgediend wordt: het beeld van de getormenteerde Virginia, wat haar nakende zelfmoord suggereert. Of de wandelaar in het schilderij van Casper David die de bergen is ingetrokken “om alle poeha en kinnesinne van de mens te relativeren” om in zijn eentje de belangrijkste aspecten van zijn wezen te hervinden, weg van het jachtig karakter van moderne arbeid en zelfs van vrije tijd, die je verplicht bent te organiseren.
Moderne pretparken en vakantieoorden danken hun bestaansgrond aan wat schrijver benoemd als: “Artificiële ontspanning die weinigen nodig hebben of prettig vinden.” Dat prachtige ding, de smartphone, heeft natuurlijk als keerzijde “dat er tegenwoordig nog maar weinig momenten zijn waarop je onbereikbaar kunt zijn en waardoor er ook “een tragisch geleidelijke ondermijning van individuele privacy” aan het ontstaan is.
“Hoe overleef ik de moderne wereld” is een boek dat iedereen kan lezen, want de Botton heeft de gave moeilijke dingen en begrippen, die er overvloedig zijn, in “gewone” taal om te zetten en ook de kleine details weer zichtbaar te maken die zo uit het echte leven komen, zoals “toen we drie jaar oud waren en alles even opzienbarend was: het lichtknopje, de rits van onze jas, de manier waarop een deur dichtging.”

Veel leesplezier.

Victor De Raeymaeker
Vertaler: Jelle Noorman

Dit boek werd eveneens gerecenseerd door Gerda Sterk: https://humanistischverbond.be/kritisch-lezen/671/hoe-overleef-ik-de-moderne-wereld/
Alain de Botton
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies