7 februari 2025
Waarom we sterven
Na “waarom leven wij” is “waarom we sterven” de tweede meest indringende existentialistische en fundamentele vraag in het leven. In dit boek geeft Ramakrishnan een overzicht van de inspanningen die deze dagen worden geleverd door de wetenschappers om de datum van overlijden uit te stellen.
Venki (Venkatraman) Ramakrishnan is in India geboren in 1952. Zijn beide ouders waren biochemici. Na zijn universitaire studies in India trok hij naar de Verenigde Staten om aan de Ohio-universiteit natuurkunde te studeren. Ramakrishnan droeg bij aan het verouderingsonderzoek door zijn jarenlange opzoekwerk naar ribosomen, de eiwitproducenten waarvan het functioneren essentieel is voor een goede gezondheid. In 2009 ontving hij daarvoor de Nobelprijs voor Scheikunde.
In 150 jaar tijd is de gemiddelde levensverwachting van de mens verdubbeld. Maar het verouderingsproces is zo complex dat de kans klein is dat het ooit echt kan worden stopgezet. Wetenschappers zijn van mening dat de maximale menselijke leeftijdsgrens op 120 jaar ligt.
De vraag waarom we ouder worden en sterven, is dus nog lang niet beantwoord. De zoektocht om veroudering en de dood te overwinnen is eeuwenoud, maar er is pas de afgelopen vijftig jaar een nauwkeurig inzicht verkregen van de biologie achter de processen die tot veroudering leiden. Die kennis heeft geleid tot een explosie van onderzoek van zowel academische instellingen als commerciële bedrijven. Het zijn deze inspanningen, die gaan van degelijk regulier wetenschappelijk onderzoek tot de wildste fantasieën, die Ramakrishnan behandelt in dit boek.
In de 250 pagina’s van Waarom we sterven krijg je in hoog tempo de volledige stand van zaken van het verouderingsonderzoek. De beschrijving van ontelbaar veel studies vormt de kern van dit boek. Ramakrishnan volgt een logische opbouw van zijn verhaal, maar de wisselwerking tussen alle biologische structuren is veelomvattend. Je wordt van de ene ontdekking naar de andere gevoerd waarbij sommige stukken voor een leek echt moeilijk te volgen zijn. Omdat de auteur als wetenschapper niet voorbij wil gaan aan een correcte en volledige weergave van het lopende onderzoek op biologisch vlak, is zijn verslag verre van gemakkelijk. Gelukkig schrijft hij helder en toegankelijk. Hij slaagt erin de wetenschappelijke ideeën, die soms een hoog Frankenstein-gehalte hebben, te ontluisteren van alle geheimzinnigheid. Het werk geeft een correcte weergave van het gevoerde onderzoek. De teksten zijn in verstaanbare taal geschreven en de auteur gaat kritiek op de huidige stand van zaken niet uit de weg.
Onderwijl krijg je ook zijn beschrijving – uit eerste hand – van het wetenschappelijk onderzoek. Onderzoekers volgen hun interesse, en van het ene komt het andere. Het is een verhaal van doorzettingsvermogen, inzicht, genialiteit en visie, maar ook van toevallige ontmoetingen en puur geluk. Het blijft vooral het resultaat van hard werken, volhouden en voldoende zelfkritisch te blijven.
De weinig originele conclusie van Ramakrishnan is dat we onze sterfelijkheid moeten aanvaarden. Het is het onvermijdelijke eindpunt van ons verblijf hier op aarde. Zelfs als we dit bestaan kunnen verlengen naar 120 jaar, zal dat weinig veranderen aan onze gemoedsgesteldheid. In het laatste hoofdstuk “Moeten we wel eeuwig willen leven?” stapt Ramakrishnan af van het zuivere wetenschappelijke werk en bekijkt hij de gevolgen voor de samenleving. Bij veroudering van de wereldbevolking zullen de langetermijngevolgen niet gering zijn. Ramakrishnan raadt ons aan ver weg te blijven van de miljardenindustrie van bedrijven die het eeuwige leven beloven door invriezing of andere wonderen. Beter dan het najagen van onbestaande elixirs voor een eeuwig leven is het om niet te wachten op je veroudering maar je toe te leggen op voldoende slaap, beweging en gezonde voeding. En hij geeft ons de ultieme raad mee om nu te genieten van het leven dat je zelf mooi kan maken. Op die manier zullen we dit kunnen aanvaarden en er tot op het einde van kunnen genieten.
Paul Van Aelst
Meer van Paul Van Aelst
Paul Van Aelst