Patrick De Rynck
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 668 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

10 februari 2023 KMSKA. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. De Schoonste Honderd.
In 1873 breekt er op de stadswaag in Antwerpen een brand uit. Een ramp en een zegen. Want daardoor komt er ruimte vrij en begint de geschiedenis van een gebouw dat vele jaren lang een pronkstuk en centrum van cultuur zal zijn in Antwerpen: het Antwerps Museum voor Schone Kunsten. Maar de fameuze “Tand” doet zijn werk en het werd uiteindelijk duidelijk dat het hoognodig onder handen moest genomen worden, zoals het daar stond in jammerlijke toestand, uitgeleefd, met een gevaarlijke gevel in een slagveld dat nog net “tuin” kon genoemd worden.
Er bleek uiteindelijk een elf jaar durende renovatie nodig vooraleer het KMSKA kon heropend worden, in september 2022 om na ruwweg 150 jaar een nieuwe levensfase beginnen.
Gelukkig werd een bijzonder origineel masterplan opgesteld, want er was dringend meer plaats nodig voor een collectie van 9000 stuks en alles wat een modern museum uitmaakt. Aan het oude gebouw mocht niet geraakt worden, uitbreiden met extra vleugels of hoogbouw zou bijzonder onelegant zijn en dat masterplan had daar een oplossing voor: geen “uitbreiding” maar “inbreiding”. Daarbij werd een tweede museum in het oude geschoven, “vier poten en boven het dak een tafelblad”, wat resulteert in 40% meer plaats voor de kunstwerken, een nieuw depot met 150 schilderijrekken, een klaar, wit, modern gebouw in plaats van een daglichtmuseum dat in de winter, op donkere dagen om 15 uur moest sluiten bij gebrek aan daglicht.
Alles over die hergeboorte van het KMSKA als gebouw kan je lezen in KMSKA Architectuur het mooie, spannende zusterboek van dit boek De Schoonste 100 samengesteld door het team Collectieonderzoek van het KMSKA, met 100 schilderijen en voorwerpen gepikt uit 1800 kandidaat-kunstwerken, allemaal een plaatsje waardig.
Patrick De Rynck redigeerde daar evenveel teksten bij, wat resulteerde in dit 284 pagina rijke boek, waarvan 246 pagina’s illustratie, afgewisseld met een pagina verklarende tekst, een technische fiche, een “hoe verworven” en verdere literatuur.
De illustraties zijn een feest, eerst en vooral als (her)ontmoeting met 100 topwerken uit de verzameling schilderijen en kunstvoorwerpen, de zeven eeuwen kunst die het museum rijk is, en ook omdat het zulke prachtige illustraties zijn, gedrukt op aangenaam, stevig papier, in kleuren die dank zij de moderne technieken zoveel beter zijn dan die van vroegere catalogi en omdat de samensteller(s) er aan gedacht hebben ook in te zoomen op delen van sommige schilderijen. Daardoor zie je details, het voelt alsof je binnenstapt in het werk, op de vingers van de schilder kan kijken die de laatste penseelstroken aanbrengt en je dingen ziet die je met het arme, blote oog niet te zien krijgt, zelfs niet als je in het echt naar de kunstwerken kijkt.
De teksten in een aangenaam leesbare letterkeuze, zijn geen teksten maar onthullingen, beschrijvingen, vertellingen. Tegen het lezen van verklarende teksten in een catalogus of in kunstboeken zie je meestal tegenop. Die zijn meestal ook zo academisch, droog, betweterig. Niets van dat alles in dit boek. Patrick De Rynck, geholpen door wat het team collectie onderzoek van het KMSKA hem wist te vertellen, loopt gewoon over van plezier om dat uiteindelijk nu eens allemaal te kunnen vertellen, uitleggen, aanwijzen, plaatsen, duiden, vergelijken, achtergrond informatie geven, te kunnen verwijzen naar inspiratiebronnen, naar werken van andere schilders waaruit men stukken overnam. Waarom zijn schilders “anders” gaan schilderen, hoe was Rubens in staat zo’n enorme massa schilderijen te schilderen, waarom is Picasso zo’n grote, belangrijke schilder? Zoveel van zijn werken zijn toch eigenlijk heel gewoon.
Het commentaar bij iedere reproductie is het lezen waard, zelfs voor diegenen die zich kunstkenner wanen, want Patrick weet zo veel, heeft zo aandachtig gekeken, is zo vol van het feit dat hij dat nu eens allemaal kwijt kan, terwijl hij het talent heeft alles zo gewoon en begrijpelijk te vertellen dat het lezen een plezier wordt. Telkens is er weer een verrassing, een ontdekking, toch weer wat nieuws, anders dan wat men voorheen wist, interessante feiten, onverwachte historische achtergrond, uitleg voor wat een raadsel lijkt. “Wie zijn die mensen, die er als het ware bij zitten op het toneel, soms heel belangrijk lijken maar geen deel uitmaken van wat er gebeurt, en andere keren kleiner zijn dan wie de hoofdrol spelen?”
Als je, liefst langzaam en met mondjesmaat, de honderd tekstjes hebt gelezen en de honderd en meer platen hebt bekeken, weet je dat je zoveel rijker bent geworden en stevige stappen hebt gezet op het pad van kunstkennis en kunst genieten. En je bent dan helemaal klaar om naar het KMSKA te trekken en het allemaal met kennis van zaken en in levende lijve te gaan bekijken.
Ik ben ook opgelucht over het feit dat men begrepen heeft dat aan uitleg over kunstwerken en bij kunstopvoeding in het algemeen, dringend een nieuw deel moet toegevoegd worden. Wat voor ouderen, voor de jaren van de moderne ontkerstening veelal normaal en begrijpelijk was, is dat voor jongeren niet meer. Religieuze begrippen en symbolen maken geen deel meer uit van het dagelijks leven. Twee superman-achtige kerels, zwevend in de wolken, een magische lichtkrans rond hun hoofden en altijd vergezeld van een totemdier in de vorm van een duif… Wie zijn dat? Of die jonge kerel die fier rechtop staat vastgebonden aan de martelpaal, alhoewel zijn lijf volgeschoten is met pijlen en die zijn vijanden verachtelijk aankijkt. En dan die man, altijd in een lang, wit kleed, die zonder surfplank op het water loopt? De verhalen van de bijbel kent men niet meer, de christelijke symbolen zijn geheimtekens geworden. Waarom lopen er zoveel personages rond met voorwerpen die niet bij hen schijnen te passen. Een vrouw met een wiel, iemand met een smidshamer, een brandende kaars, een man in lange kleren met een grote, sierlijke wandelstok, met een rijkelijk versierde puntige hoed, een onthoofde met zijn hoofd onder zijn arm, met een molensteen, een haan, een varkentje… Het heeft wel een voordeel: ze zijn de bron van een schat van verhalen die kunnen verteld worden.
Werken met zoveel variatie in stijlen, scholen, persoonlijke uitdrukking, visuele effecten, onderwerpen, zoveel verhalen, van de Orsinipolyptiek (1320) tot Günther Uecker (1979), met topwerken zoals de Madonna van Jean Fouquet, enkele schilderijen uit de grote verzameling van Rubens, Wouters, Ensor en een paar zelden in print verschenen doeken, zoals Dame bij de golfbreker van Ensor en een melodie van namen zoals Modigliani, Massijs, van Eyck, Titiaan, Hals, Stevens, Rodin, van Gogh, van Dijck, van Rysselberghe, Permeke, Magritte…

Een boek om traag van te genieten.

Victor De Raeymaeker
Patrick De Rynck
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies