Lieven De Cauter begint zijn boek met een openbaring. Het is de beschrijving van het leven van de jonge Hendrik Van der Heyden die al sinds zijn vroegste kindertijd een stem meende te hebben gehoord. Hij wil zich dan ook volledig wijden aan zijn roeping. In het laatste deel, De gewaarwordingen, geeft De Cauter meer duidelijkheid over zijn opzet van Het Boek der Openingen. Het grote middendeel van het boek is een zeer uitgebreide verzameling van notities, documentatie, dromen, beschouwingen, ideeën, aantekeningen en al wat hij ook maar de moeite vond om te noteren en bij te houden. Die stukjes zijn opgedeeld in drie aparte hoofdstukken waarvan hij telkens een synopsis meegeeft:
I. Het parallelle besef, over het ware: alleen de overdrijving is waar
II. De subliminale moraal, over het goede: men kan de wereld niet verbeteren zonder hem af te schaffen. “De wereld verbeteren” betekent zijn afschaffing tegengaan.
III. De gewaarwordingen, over het schone: de hele kunst bestaat erin zichzelf bij de haren uit het moeras van de middelmatigheid te sleuren.

Zo is het boek een fragmentenverzameling geworden. Het heeft geen begin of einde, het wil openingen creëren, ouvertures. Zelf vindt de schrijver het werk zeer persoonlijk en onvoltooibaar. Een boek zoals dit is voor de auteur een narcistisch streven naar onsterfelijkheid. Zijn creativiteit staat niet in het teken van het leven maar is een teken van symbolische onsterfelijkheid.

In het deel De openbaring schetst hij zijn toekomst in de dualiteit tussen theoloog en schaker. In het paradijs vindt hij twee bomen: de boom des levens die het heilige en God belichaamt en de boom van de kennis van goed en kwaad, ook de boom des doods genoemd.

Wat volgt zijn dan de zeer persoonlijke notities van Lieven De Cauter. Ze zijn zeer verscheiden wat betreft inhoud, maar ook de stijl varieert. Het is deze chaos van ideeën die de lezer meevoert in de wereld van het hoofdpersonage. Zonder twijfel is dat ook de habitat van Lieven De Cauter zelf. Het is een werk waaraan meer dan 35 jaar denkwerk aan voorafging en dat hij in een periode van tien jaar neerschrijft. Je moet het dan ook erg zuinig lezen, stukje voor stukje en je zo de wereld van Lieven De Cauter eigen maken.

Paul Van Aelst