24 september 2024
Verering van verzetslui gaat over goed en kwaad
De historici Dimitri Roden en Antoon Vrints ergeren zich aan de hedendaagse aandacht voor het verzet tegen de nazi's tijdens WOII.

Ze spreken van 'mythes'. Ze stellen ertegenover dat in Vlaanderen het verzet trager op gang kwam en zwakker was dan in Brussel en Wallonië. Welke indruk willen zij maken op de (zeldzame) overlevende verzetslui, en op de families van de doden? Zoals, bijvoorbeeld, bij de families wier namen staan op de officiële bekendmaking van 10 april 1942: daar wordt dertigmaal een doodvonnis publiek gemaakt (zie kopie uit het Gents Archief).
De twee historici – wetenschappers dus – verwarren feiten (cijfers, procenten) met ethiek. Want de herdenkingen, de struikelstenen, de gedenkplaten, de nieuwe 'verzetsnovelles', en ja, ook wel eens een artikel in een krant: dit zijn eerbewijzen aan goede daders, die het nazikwaad en hun aanhangers bestreden. Ik gebruik de simpele woorden 'goed' en 'kwaad', om duidelijk te maken dat het om moraal gaat: goed of kwaad. Over de keuze voor democratie (verkozen door de bevolking) in plaats van voor dictatuur van een grote Leider. Een keuze voor 'het eigen Volk eerst', of omgekeerd: voor alle mensen van welke afkomst en huidskleur ook, en voor vluchtelingen uit vreemde landen. Deze keuzes werden tijdens WOII gemaakt, maar zijn ook vandaag actueel; en daarom zijn herdenkingen van weerstanders uit WOII van waarde voor de wereld van morgen.
Meer van Frank Roels