Kwintessens
Geschreven door Ann De Buck en Lieven Pauwels
  • 135 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

28 mei 2025 Kevin Mitchell over evolutie en het ontstaan van vrije wil (deel 3)
In eerdere blogs hadden we het over 'Free Agents' van de Ierse geneticus en neurowetenschapper Kevin Mitchell en over 'Determined' van de Amerikaanse primatoloog en neurowetenschapper Robert Sapolsky. Beide boeken verschenen in 2023 en behandelen dezelfde fundamentele vraag: 'hebben mensen vrije wil?'. De auteurs analyseren dezelfde wetenschappelijke gegevens – uit genetica, neurobiologie, gedragswetenschappen en evolutietheorie – en besluiten dat de traditionele opvatting van vrije wil niet houdbaar is. Maar daarmee is de kous niet af. Terwijl Sapolsky het idee van vrije wil volledig verwerpt, introduceert Mitchell een alternatief: 'agency', het vermogen van mensen om hun gedrag doelgericht en intentioneel bij te sturen binnen biologische en sociale grenzen.
In deze afsluitende tekst vergelijken we hun visies. Hoewel de titels anders doen vermoeden – Determined tegenover Free Agents – is de vraag of ze werkelijk lijnrecht tegenover elkaar staan. Deze discussie is van praktische waarde: de manier waarop we over vrije wil denken, beïnvloedt hoe we met elkaar omgaan en elkaar beoordelen, bijvoorbeeld in de rechtszaal of in het dagelijkse leven.
_Wat wordt bedoeld met 'vrije wil'?
Allereerst moeten we verduidelijken wat beide auteurs precies bedoelen met 'vrije wil'.
Voor Sapolsky verwijst vrije wil naar het klassieke idee: een mens kan op elk moment, bewust en onafhankelijk, een keuze maken die niet volledig bepaald wordt door voorafgaande oorzaken. In Determined maakt hij duidelijk dat hij deze definitie verwerpt. Volgens hem wordt elk gedrag veroorzaakt door een keten van factoren: van de milliseconde vóór het gedrag tot miljoenen jaren evolutiegeschiedenis. Er is in zijn visie geen moment waarop een individu 'zélf' beslist. Het is, om een bekende metafoor te gebruiken, turtles all the way down: onder elke oorzaak ligt weer een andere oorzaak. In deze eindeloze regressie van oorzakelijkheid is er geen plaats voor een autonoom 'ik' dat buiten die keten om vrije keuzes maakt.
Ook Mitchell stelt dat absolute vrijheid een illusie is. Maar in Free Agents biedt hij een pragmatisch alternatief: agency. Dit is het vermogen van een organisme om actief en doelgericht te handelen in zijn omgeving. Mensen zijn geen marionetten en ook geen passieve ontvangers van invloeden, zegt hij, maar causale agenten: we nemen informatie op, verwerken die en passen ons gedrag aan. Mitchell beschouwt agency als een geëvolueerd vermogen, dat bij mensen bijzonder ver is ontwikkeld. Dankzij ons brein, geheugen, taal en bewustzijn kunnen we reflecteren over ons gedrag, leren van ervaringen, plannen maken en doelen nastreven. Dit betekent niet dat we volledig vrij zijn, maar wel dat we meer zijn dan bijvoorbeeld een bacterie, die zichzelf weliswaar organiseert, maar slechts in een veel eenvoudigere, niet-bewuste vorm van agency. Mensen zijn zelforganiserende systemen in een veel complexere zin, wat ruimte biedt voor leerbaarheid, verandering en – belangrijk – verantwoordelijkheid.
_De rol van emergentie
Op dit punt staan de visies van beide auteurs lijnrecht tegenover elkaar. Sapolsky bekritiseert expliciet het idee dat vrije wil kan voortkomen uit complexiteit of emergentie, een essentieel onderdeel van Mitchells benadering. Sapolsky legt uit dat er een verwarring bestaat tussen twee dingen: onvoorspelbaarheid en onbepaaldheid. Complexe systemen, zoals het brein, kunnen moeilijk te voorspellen zijn, maar dat betekent niet dat ze onbepaald of niet-deterministisch zijn. Volgens Sapolsky kunnen systemen zoals het brein heel gedetailleerd en complex zijn, maar ze blijven wel deterministisch – dat wil zeggen, ze volgen vaste regels, zelfs als we het 'gedrag' van de systemen niet volledig kunnen voorspellen. De complexiteit van het brein verandert niet het feit dat het functioneert volgens de onderliggende regels van de biologie en evolutie. Er is dus volgens hem geen ruimte voor een autonome vrije wil, zoals vaak wordt voorgesteld.
Mitchell daarentegen ziet complexiteit niet als een obstakel voor agency, maar eerder als de voorwaarde ervoor. Hij erkent dat het brein een complex systeem is, maar stelt dat deze complexiteit juist ruimte biedt voor de mogelijkheid om op een reflectieve en doelgerichte manier te handelen binnen de grenzen van onze biologie en omgeving. Agency, voor Mitchell, is een product van die complexiteit – een vermogen dat is geëvolueerd en ons in staat stelt om actief keuzes te maken, onze reacties te sturen en ons gedrag aan te passen, zelfs als we niet volledig los staan van de onderliggende deterministische invloeden.
Dit vormt het grote twistpunt: is agency een betekenisvolle eigenschap van complexe biologische systemen, zoals Mitchell gelooft, of is het slechts een illusie in een strikt gedetermineerd universum, zoals Sapolsky betoogt?
_De rol van reductionisme
Reductionisme is de benadering waarbij complexe verschijnselen worden verklaard door hun eenvoudiger, onderliggende componenten. Er zijn weliswaar verschillende interpretaties van reductionisme, maar hier gaat het om een benadering die menselijke ervaring en gedrag volledig terugvoert naar biologische en sociale oorzaken. Voor beide auteurs is dit een centraal uitgangspunt, maar de manier waarop ze reductionisme toepassen, verschilt. Sapolsky hanteert een sterk reductionistische benadering, vooral in zijn idee dat menselijk gedrag uiteindelijk te verklaren is door biologische processen. In Determined stelt hij dat alles wat we doen, denken of voelen, uiteindelijk kan worden teruggevoerd op de activiteit van neuronen, genen, en de evolutionaire geschiedenis die onze soort heeft gevormd. Hij ziet dit als een deterministisch (weliswaar niet onveranderlijk) proces waarin geen ruimte is voor vrije wil. De complexiteit van het brein is, volgens hem, geen argument voor vrijheid van keuze, maar eerder een gevolg van een uiterst ingewikkeld systeem van oorzaken en gevolgen, waarin het brein nog steeds functioneert binnen de biologische en evolutionaire regels die het bepalen.
Mitchell volgt een minder rigide vorm van reductionisme. Hij erkent dat gedrag en mentale processen diep geworteld zijn in de biologie en evolutie, maar hij ziet de complexiteit van het brein als een mogelijkheid, niet als een beperking. Voor Mitchell betekent de enorme complexiteit van het brein dat er meer ruimte is voor dynamische processen zoals reflectie, leren en aanpassing. Zijn visie op agency is juist een poging om de ruimte voor zelfsturing te vinden binnen het kader van biologisch en evolutionair determinisme. Hij ziet mensen niet als louter het product van hun biologische basis, maar als systemen die in staat zijn om actief te reageren op en te veranderen in hun omgeving.
_Wat betekent dit voor verantwoordelijkheid en schuld?
Het verschil tussen de twee auteurs wordt tastbaar wanneer we kijken naar de praktische implicaties, vooral in juridische of morele context. Het verschil in de toepassing van emergentie en reductionisme beïnvloedt hun opvattingen over verantwoordelijkheid en vrijheid. Sapolsky's strikte reductionisme leidt tot de conclusie dat verantwoordelijkheid, in de traditionele zin, niet kan bestaan omdat gedrag volledig gedetermineerd is. Mitchells meer flexibele benadering biedt daarentegen ruimte voor verantwoordelijkheid, omdat hij de complexiteit van ons brein als een mechanisme ziet waarmee we, ondanks onze biologische en evolutionaire basis, ruimte hebben voor verandering en zelfsturing.
Sapolsky zegt: als vrije wil niet bestaat, dan kun je mensen niet verantwoordelijk houden voor hun gedrag. Straf is dan niet alleen onrechtvaardig, maar ook contraproductief. Zijn alternatief? Geen wraak, wel preventie. Geen moreel oordeel, maar begrip en behandeling. Gedrag moet worden verklaard, niet veroordeeld. Mitchell daarentegen gelooft dat mensen wél verantwoordelijk kunnen worden gehouden – binnen de grenzen van hun biologie en sociale context. Agency betekent dat mensen kunnen leren, veranderen en bijsturen. In een rechtszaal is dat verschil belangrijk: Sapolsky pleit voor een radicale afschaffing van schuld, Mitchell voor herstelgerichte verantwoordelijkheid.
_Staan ze echt lijnrecht tegenover elkaar?
Op het eerste gezicht lijkt het verschil groot. Sapolsky zegt geen vrije wil, geen verantwoordelijkheid. Mitchell zegt geen vrije wil, maar wél agency – en dus een vorm van verantwoordelijkheid. Toch is het verschil misschien kleiner dan het lijkt. Beiden verwerpen de klassieke notie van een autonoom, vrij handelend individu. Beiden erkennen dat gedrag ontstaat uit een complexe wisselwerking tussen genetica, biologie en omgeving. Het verschil ligt vooral in de ruimte die ze laten voor eigen verantwoordelijkheid binnen dat systeem. Sapolsky gelooft niet in keuzevrijheid, maar wel in verandering en vooruitgang. Zijn hoop ligt vooral bij een systeemverandering, preventie en behandeling. Mitchell kiest voor een pragmatische middenweg: hij accepteert biologische beperkingen, maar zoekt ruimte voor verantwoordelijkheid en zelfsturing. Hij gelooft dat de complexiteit van het brein mensen in staat stelt om bewust keuzes te maken, zelfs als die keuzes niet volledig vrij zijn. Hij biedt daarmee een middenweg: verantwoordelijkheid is geen illusie, maar iets dat kan bestaan binnen de grenzen van wat mogelijk is door agency.
_Conclusie: één vraag, twee visies
De vraag stellen is eenvoudig – hebben mensen vrije wil? Zowel Sapolsky als Mitchell zeggen: nee, niet in de klassieke zin. Maar terwijl Sapolsky de ruimte voor persoonlijke keuzevrijheid volledig afwijst, zoekt Mitchell naar een werkbaar alternatief in het idee van agency. We hebben beperkte controle over ons gedrag, en dat biedt ruimte voor verantwoordelijkheid. Deze discussie is belangrijk, omdat het de manier waarop we verantwoordelijkheidsgevoel en gedragsverandering benaderen direct beïnvloedt. Terwijl Sapolsky de focus legt op de noodzaak van systeemverandering, preventie en herstel, benadrukt Mitchell de ruimte voor verantwoordelijkheid en zelfsturing ondanks biologische en sociale beperkingen. Wie van de twee gelijk heeft, blijft een open vraag. Wat wel duidelijk is, is dat de ideeën van zowel Sapolsky als Mitchell ons dwingen verder te kijken dan de klassieke opvatting van vrije wil en ons begrip van menselijke keuzevrijheid te herdefiniëren. Wie de boeken leest, verneemt meer over de menselijke natuur, de evolutie van het leven en de complexiteit van de factoren die ons gedrag vormgeven. Beide auteurs benadrukken ook de waarde van empathie – of het nu gaat om het begrijpen van gedrag zonder te oordelen, of om het bieden van ruimte voor verantwoordelijkheid en gedragsverandering.
_Referenties
  • Dennett, D.C. (2004). Freedom evolves. Penguin Books.
  • Healy, D. (2013). Changing fate? Agency and the desistance process. Theoretical Criminology, 17(4), 557-574.
  • Mitchell, K. J. (2020). Innate: How the wiring of our brains shapes who we are. Princeton University Press.
  • Mitchell, K. J. (2023). Free agents: how evolution gave us free will. Princeton University Press.
  • Paternoster, R., Bachman, R., Bushway, S., Kerrison, E., & O'Connell, D. (2015). Human agency and explanations of criminal desistance: Arguments for a rational choice theory. Journal of Developmental and Life-Course Criminology, 1, 209-235.
  • Piquero, A. R. (2020). A place for agency, a place for positivism, a place for both over the life course. Journal of Developmental and Life-Course Criminology, 6, 245-250.
  • Pyrooz, D. C., Leverso, J., Sanchez, J. A., & Densley, J. A. (2024). History, Linked Lives, Timing, and Agency: New Directions in Developmental and Life-Course Perspective on Gangs. Annual Review of Criminology, 7(1), 105-127.
  • Sampson, R. J., & Laub, J. H. (2017). A general age-graded theory of crime: Lessons learned and the future of life-course criminology. In Robert J. Sampson & John H. Laub (Eds.), Integrated developmental and life-course theories of offending (pp. 165-182). Routledge.
  • Sapolsky, R. M. (2023). Determined: Life without free will. Random House.
  • Ward, T., Vandevelde, S., & Wanzeele, W. (2024). Theoretische innovaties in het Good Lives Model. Panopticon, 45(6), 521-547.
  • Wikström, P.O.H. (2019). Situational Action Theory: A general, dynamic and mechanism-based theory of crime and its causes. In Marvin D. Krohn, Nicole Hendrix, Gina Penly Hall & Alan J. Lizotte (Eds.), Handbook on crime and deviance (2nd edition, pp. 259-281). Springer.
  • Wikstrom, P. O. H., Treiber, K., & Roman, G. (2024). Character, circumstances, and criminal careers: Towards a dynamic developmental and life-course criminology. Oxford University Press.
Lees hier deel 1 en hier deel 2 van dit essay.
Kwintessens
Ann De Buck is doctor-assistente aan de Universiteit Gent. Haar onderzoek focust op de rol van morele emoties in de verklaring van antisociale gedragskeuzes. Lieven Pauwels doceert onder meer biologische antropologie en criminaliteitspreventie aan de Universiteit Gent.
_Ann De Buck en Lieven Pauwels Auteur
Meer van Ann De Buck en Lieven Pauwels

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws