Kwintessens
Geschreven door Robin Van Asbroeck
  • 109 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

15 december 2025 R > G : drie tekens die onze wereld ontleden
Ik moet bekennen dat wiskunde nooit mijn sterkste kant is geweest. Dat is allesbehalve handig als je onze economie goed wilt begrijpen.
Gelukkig introduceerde de Franse econoom Piketty meer dan een decennium geleden een erg elegante formule die zelfs ik begrijp. Niet alleen is ze geniaal in haar eenvoud, ze verklaart onze economische ongelijkheid in één oogopslag. Gezien de goede man dit jaar weer geen Nobelprijs in ontvangst mocht nemen, voel ik me geroepen zijn PR over te nemen en een campagne voor R>G te starten. Het is eens wat anders dan al die vervelende reclame. 
R (vermogensrendement) > G (economische groei): deze eenvoudige empirische observatie is cruciaal om ongelijkheid in onze kapitalistische maatschappij te begrijpen. In mensentaal wil dit zeggen dat opbrengst uit kapitaalgoederen (land, aandelen, etc.) groter is dan hoe snel de economie in haar geheel groeit (alle lonen, productie, etc.). Dat resulteert in het feit dat mensen met kapitaal systematisch rijker worden dan de rest van de bevolking die welvaart opbouwt met arbeid. 
Laat me dat inzichtelijk maken met een voorbeeld. Als je vandaag een huis met een waarde van € 500.000 bezit, kan je dat verhuren voor een maandelijkse bedrag van ongeveer € 1800-2000. Over 20 jaar heb je dan plusminus de waarde van dat huis terugverdiend. Als je dat invult in onze formule kom je binnen onze huidige economische situatie tot: een jaarlijks rendement van 4-5% > groeigraad van 1-2%. Mensen in het bezit van kapitaalgoederen worden dus elk jaar vermogender dan de economie in haar totaliteit. Dit mechanisme heeft veel opmerkelijke resultaten, ik licht er twee uit. Ten eerste komen kapitaalkrachtige mensen in een positie waar hun geld voor hen werkt en ze systematisch rijker worden dan de rest van de bevolking. Het effect is immer cumulatief, de opbrengst stapelt zich op doorheen de jaren. Een tweede, veel problematischer effect, is dat het een herverdeling van rijkdom veroorzaakt binnen de maatschappij. Dit mechanisme is de kern van maatschappelijke ongelijkheid.
Die 4%-5% is overigens nog discutabel, echte vermogenden halen hun inkomen immers niet uit de huur van huizen maar uit kapitaalgoederen. De grote kapitaalfondsen en beursindexen noteren veel grotere opbrengsten, makkelijk 8% op jaarbasis. Het goede nieuws is dat de hele maatschappij er door die groei op vooruit gaat. De algemene levensstandaard verbetert en er zijn relatief steeds minder mensen in absolute armoede. Momenteel bevindt zich nog 9-11% van de wereldbevolking in extreme armoede. Dat is vanzelfsprekend nog steeds onacceptabel veel, maar veel beter dan de 53% die het in 1950 nog was!
Terwijl het overgrote deel van de bevolking stilaan meer middelen begint te hebben, ontstaat er echter een klasse van ultrarijken. Die kloof wordt door de dynamiek van R > G elk jaar extremer, indien die niet bijgestuurd wordt. Dat reflecteert zich dan ook in de vermogensverdeling in België. De rijkste 10% van de bevolking bezit meer dan de helft van de totale rijkdom, terwijl de armste 50% slechts 7,5% van alle rijkdom onder zich kan verdelen. Wetende dat we een van de meest egalitaire vermogensverdelingen ter wereld hebben, begrijp je dat het er op andere plaatsen vele malen extremer aan toe gaat. 
Er zit echter nog een adder onder het gras. Hoe minder vermogen je hebt, hoe meer je vermogen bestaat uit zaken die dalen in waarde (voertuig, meubelen, consumptiegoederen). Hoe meer vermogen je hebt, hoe meer dat in opbrengstgoederen zit (aandelen, effectenrekeningen, kunst).
Hieruit kan je besluiten dat het grootste deel van de bevolking niet alleen weinig vermogen heeft, het heeft ook geen uitzicht op de opbouw van kapitaal die het hieruit zou kunnen verheffen. De meeste arbeid heeft immers geen mogelijkheid tot opschaling. Daarmee bedoel ik het volgende: als je werkt als kassabediende, loodgieter, tandarts of taxichauffeur dan heb je maar twee variabelen die je kan aanpassen: je uurloon of de hoeveelheid uren die je werkt. Je kan dus opslag proberen af te dwingen of meer uren (of een tweede job) presteren. De dynamiek van kapitaalgoederen is echter wel opschaalbaar. Kijk bijvoorbeeld naar een taxichauffeur versus een investeerder in een taxi-app zoals Uber of Bolt. Die chauffeur kan alleen meer geld verdienen door zijn ritten duurder te maken of langere/meerdere shifts te rijden. 
De limiet van meeropbrengst is echter zeer beperkt gezien hij maar x aantal uur per dag kan werken. Investeren in de ontwikkeling van software kan daarentegen enorm opgeschaald worden. De initiële kost is hoog, maar zodra de app klaar is, wordt die gepatenteerd en kan die over heel de wereld uitgerold worden. Je kan zo een enorme schaal van groei creëren. Het geld dat daarmee verdiend wordt, kan telkens opnieuw worden geïnvesteerd waardoor je grote kapitalen kan opbouwen. Met arbeid is dat quasi onmogelijk en dus zal de kloof van ongelijkheid zich continu verdiepen. Nu is enige ongelijkheid in se geen probleem, mocht het niet hand in hand gaan met perverse effecten. Zo heeft de rijkste 1% van de wereldbevolking een even grote CO2 voetafdruk als de ‘armste’ 66% van de bevolking. Daarnaast koopt al die rijkdom niet alleen allerhande goederen, maar ook macht. Die wordt op zijn beurt ingezet om beleid te beïnvloeden en dat creëert over de hele wereld een enorme druk op onze democratieën. 
Bijgevolg worden we voor de volgende keuze gezet als maatschappij: of we accepteren dat rijkdom zich steeds meer zal concentreren binnen een kleine groep of we kiezen voor sterk progressieve belastingen, niet alleen op inkomen maar ook op meerwaardes en kapitaalwinsten. Zo bestrijden we deze dynamiek en verhogen we niet alleen het maatschappelijk welzijn maar ook de fundamenten van de democratie. 
Dat alles kan je afleiden uit een formule die bestaat uit drie tekens. Geef toe, dat verdient toch een Nobelprijs? 
_Bronvermelding:
 De formule R > G is afkomstig uit T. Piketty’s boek Kapitaal in de 21ste eeuw (2013). 
Cijfermateriaal betreffende armoede is hier te consulteren (Our world in data).
Cijfermateriaal betreffende de milieu impact per vermogensklasse kan je vinden in deze Oxfam studie
 Cijfermateriaal betreffende vermogensverdeling in België is hier te consulteren (WID).  Daar kan je ook nagaan hoe jouw inkomen of rijkdom zich verhoudt tot de rest van de wereld. 
Het idee van opschaalbaarheid wordt o.a. ook uitstekend uitgelegd in N. Taleb, De zwarte zwaan (2008).
Kwintessens
Robin Van Asbroeck is econoom van opleiding maar heeft ook een bredere interesse in wetenschap en filosofie. De 40 jarige (valse) Antwerpenaar ontdekt graag meer over de wereld & de mens en herkent zich in de humanistische traditie.
_Robin Van Asbroeck -
Meer van Robin Van Asbroeck

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws