Ewout van der Horst
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
  • 430 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

22 mei 2023 Dat jullie weten wat oorlog is
Het dagboek van verzetsweduwe Pietertje te Rietstap
De titel Dat jullie weten wat oorlog is is eerder misleidend. “Oorlog” is nog altijd een onderwerp dat gretig gekocht wordt in boekenwinkels. Die groep van het lezerspubliek krijgt er maar niet genoeg van te lezen over alle aspecten die met het verloop van oorlogen - vooral de “Grote” Oorlog en Wereldoorlog Twee - te maken hebben.
Wat me daarbij opvalt is het feit dat die lectuur te maken heeft met de “feitelijke” aspecten van de oorlog: personen (Hitler, Goebbels, Pétain, Churchill, Eichmann, Musssolini, Stalin, Speer, Mengele…) spionage, oorlogstactieken, campagnes, Maginot, Barbarossa, ontwikkeling van “betere” massavernietigingswapens “atoombom”, “Battle of Britain”, Normandië, de grote slachtingen (Stalingrad, Hiroshima), “Endlösung”… De lijst is eindeloos. Het gaat om het “verhaal” en zelden of nooit over het “waarom”, over hoe het zover kan komen dat “beschaafde” West-Europese landen elkaar tot tweemaal toe in een zeer korte tijdspanne op de brutaalste en meeste gesofistikeerde manier te lijf gaan en dat jaren koppig volhouden tot er een bepaalde groep het onderspit delft, de oorlog “verliest”, zich “overgeeft”. Die boeken hebben het op zijn “best” over de Jodenvervolging, het hallucinante, efficiënte systeem van concentratiekampen en gaskamers, maar de meeste boeken hebben het zelden over de totale, onbegrijpelijke waanzin die oorlog eigenlijk is.
Vandaar dat de ondertitel van dit boek Het dagboek van verzetsweduwe Pietertje te Rietstap bij mij de hoop wekte dat de schrijfster in haar dagboek dit nu eens duidelijk, onverbiddelijk, scherp, zou doen. Een schreeuw, een kreet ontstaan uit eigen ervaring. Dat is het helaas niet geworden.
In het voorwoord leggen twee van de kinderen van de dagboekschrijfster Pietertje te Rietstap uit wat de twee redenen waren voor de publicatie, namelijk “zodat de eigen familieleden het dagboek zouden kunnen lezen”, en “ter gelegenheid van 75 jaar vrijheid werd besloten het dagboek ook beschikbaar te stellen voor publicatie voor een breder publiek, als emotionele getuigenis van wat haat en oorlog met mensen doet.”
In een inleiding van een 16-tal bladzijden schrijft geschiedkundige Ewout van der Horst een degelijk overzicht van de tweede wereldoorlog in het afgelegen Kloosterhaar in de provincie Overijssel, dicht bij de grens met Duitsland. “Vanuit het dakraam konden we Duitsland zien liggen.” Derk te Rietstap en zijn vrouw Pietertje waren daar in 1938 een grote boerderij van 60 hectaren begonnen. Op 1 september 1939 barstte de bom met de Duitse inval in Polen en volgde het jaar daarop de bezetting van Nederland. Ze waren beiden zeer gelovig en hun christelijke principes dwongen hen zich niet neer te leggen bij de Duitse bezetting. In tegenstelling tot de meeste mensen in gereformeerde kringen die op basis van de bijbel van mening waren dat je niet tegen gelijk welke overheid – dus ook de Duitse bezetter - in opstand mocht komen. Hun boerderij werd een schuilplaats voor het Verzet en verborg onderduikers, waaronder ook enkele Joden. Van daaruit werd ook Vrij Nederland verspreid, de befaamde ondergrondse oorlogskrant. In het begin dachten de Duitsers dat ze op grootschalige medewerking zouden kunnen rekenen van de bevolking en ze waren dus zeer verdraagzaam. Stilaan verhardde zich die houding en het wederzijds geweld nam toe. In de boerderij werden wapens opgeslagen.
Een lokale NSB-er pleegde verraad en “even na het middaguur stapten de Ommer kampbeulen de boerderij binnen” en Te Rietstap werd naar kamp Erika gebracht, waar zich een Nederlands arrestatieteam had gevestigd dat de omgeving afstroopte op zoek naar onderduikers en illegalen.
Drie dagen na de arrestatie van haar man begon Pietertje met haar dagboeknotities. Ze schrijft in gedachten naar haar man “nu ik je niet meer spreken kan.” Ze zal dat blijven doen, maar wel in bedekte termen en met weglating van zekere details ingeval het boekje in handen van de Duitsers zou vallen. Op die manier wilde ze haar man op de hoogte te houden van het dagelijks gebeuren, alle kleine details, vreugdes en pijn, dat hij dan later zou kunnen lezen.
Dat “later” zal er nooit komen want vlak voor de bevrijding worden 50 verzetsleden weggebracht en doodgeschoten, vermoord als represaille voor het neerschieten van 4 Duitse soldaten. Te Rietstap was één van de gefusilleerden. Na de executie van haar man veranderde Pietertje van koers met haar dagboek. Ze besloot zich nu tot hun kinderen te richten om “de gedachtenis aan vader levendig te houden.” Wat ze in beide delen eigenlijk doet is haar eigen groot verdriet en pijn neerschrijven. Ze is geen bijzonder begaafde schrijfster en niettegenstaande zoon Gerrit vlak voor zijn dood het dagboek nog wat uitwerkt is het duidelijk dat het inderdaad “integraal is weergegeven” en “zonder enige inhoudelijke wijziging.”
Het boek wordt beschreven als zou het “rauwe emoties” bevatten en “pure wanhoop”, “hartkreten die uitgeschreeuwd” worden. Pietertje heeft dat allemaal zeker gevoeld en gedaan, maar – alhoewel ze een merkwaardige vrouw en moeder is, is haar schrijven beperkt tot een eerder eenvoudig dagelijks taalgebruik.
Het hartverscheurende, de pijn, de leegte na de dood van de man van wie ze duidelijk heel veel hield, worden daarenboven nog gesmoord door een allesoverheersend geloof in de godsdienst, de woorden van de Bijbel, een verbazingwekkend gebruik van godsdienstige gemeenplaatsen en retoriek, waar ze – gelukkig maar - op geen enkel ogenblik het gebrek aan logica, werkelijkheidszin en de tegenstrijdigheden van inziet.
Het is natuurlijk wel een boek geworden dat beschrijft hoe de oorlog beleefd wordt, min of meer binnenkamers, voor een deel vanuit een slaapkamer zelfs, als Pietertje ziek wordt, en dan vooral door geruchten, verder vertellen, de straat tamtam. Begrijpelijk dat er zo een druk van mond tot oor verkeer was, want er was geen internet met sociale media, geen televisie, geen “vrije” kranten, behalve dan de ondergrondse. Toch volgde men min of meer accuraat het verloop van de oorlog, de landing in Normandië, de vooruitgang van de Engelsen. Men besefte heel goed dat de werkkampen in de omgeving geen werkkampen waren maar een verzamelplaats waar mensen naartoe gebracht werden als tussenstop in afwachting van vervoer naar “Vernichtungslager” zoals Buchenwald, waar blijkbaar ook het echte doel goed van begrepen werd.
Dat is wat dit boekje werkelijk is: een klein, intiem dagboekje, met tussenpauzes bijgehouden gedurende de oorlog, dat een binnenskamerse blik geeft op die oorlog en op de gevoelens van een vrouw van wie de man door de bezetter geëxecuteerd werd.
Opvallend bepalend in het leven van die vrouw en de gemeenschap waarin ze leefde, was de godsdienst die een zeer beslissende stempel drukte op voelen en denken, een steun en een troost moest zijn. “’s Heren Kracht”, “Twee (kindjes) heeft hij ons geschonken, twee afgenomen.” “Toen God ons een dochtertje schonk maar ook weer heel spoedig tot zich nam.” “’t Is mij goed want mijn God beschikt” “O Here, waar blijft mijn geloof?” De bijbel wordt drie keer per dag gelezen. “De dominee preekte over I Corinthiërs 11 vers 28, lezen vanaf 20 tot het einde.” Zo zal de familie zwarte rouwkleren moeten vinden, zelfs in het midden van een oorlog.
En toch wordt er tijdens volle kerkdienst een ruzie opgevoerd door twee fracties van die protestantse richting, waarbij twee dominees met de rug naar elkaar de aanwezigen toespreken en bewijzen hoe verkeerd de andere fractie wel is. Waaruit dat verschil bestaat, kan een gewone lezer niet begrijpen.

Niet bepaald christelijk is het leedvermaak met de afdruipende Duitsers die komen bedelen om wat eten en hoe het Herrenvolk “hun grote monden als mof nu wel houden”.

Tijdsdocumentje.

Victor De Raeymaeker
Ewout van der Horst
Victor De Raeymaeker
Non-fictie
-
_Victor De Raeymaeker - Recensent
Meer van Victor De Raeymaeker

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies