12 september 2023
Het grondrecht. Dagboek van een duizelingwekkende reis.
Striptekenaar Étienne Davodeau tekende het verslag van een 800 kilometer lange wandeling die hij maakte in 2019, “Een reis door tijd en ruimte, over een stukje van onze planeet” en hij wil ons graag meenemen.
Hij vertrekt van een plek waar de mens ooit, lang geleden, een duidelijk spoor achterliet. En hij stapt naar een plek waar die mens nu, in deze tijd, weer een zeer duidelijk spoor wil achterlaten. Die eerste is de grot van Pech Merle die bekend is voor zijn prachtige, oeroude rotstekeningen.
De tweede plek en het doel en eindpunt van de tocht heet “Bure”, een gehucht midden in “Le désert Français” dat tot recent onbekend was omdat daar zo weinig mensen woonden zodat de Franse regering het een geschikte plek vond om er kernafval op te slaan. “Weinig mensen” betekent ook weinig ruchtbaarheid of protest, hebben ze er duidelijk bij gedacht.
In Pech Merle is de cro-magnonmens 18.000 jaar geleden, om een of andere reden dieren beginnen tekenen, in grotten, diep onder de grond en ze hebben op die manier ”een prachtige herinnering nagelaten voor hun nakomelingen.” Mammoeten, herten, bizons, het beroemde gestippelde paard. Tekeningen zo knap en expressief dat ze meteen een soort dialoog openen tussen ons en die levende mensen van toen. Je kan niet nalaten op te merken hoe ze toen met die tekeningen hun stempel drukten op het bestaan, op “hun” wereld, vastbesloten een tocht aan te vatten naar ergens, naar een toekomst.
18.000 jaar later en 800 kilometer verder in het noordoosten, in het gehucht Bure kunnen we in miniatuur zien waar die tocht de mensen van toen naartoe heeft gebracht. Naar een wereld bevolkt door enkele miljarden van hun soort, die niet enkel op de rotsen kunnen tekenen maar in een elektronische ruimte bewegende beelden kunnen versturen naar gelijk wie en waar over de ganse aardbol en zelfs daarbuiten. De in grotten levende mens is een supermens geworden, die ongelooflijke dingen kan verwezenlijken, maar die terzelfdertijd doorheen zijn bestaan en groei ook altijd blind destructief te werk is gegaan, gemoord heeft, vreselijke oorlogen heeft gevoerd en zelfs op het punt gestaan heeft die wereld en zichzelf te vernietigen.
Bure is daarvan een symbool. De mens heeft altijd een toenemende bron van energie nodig gehad voor alles dat hij wilde doen en hebben. Van windmolens tot nucleaire energie die, helaas, naast energie ook afval produceert dat voor een deel nog duizenden jaren gevaarlijk blijft. Een probleem waar nog geen echte oplossing voor gevonden is. Eén van de mogelijke ”oplossingen” zou zijn die afval in een onbewoond gebied diep onder de grond in grotten te steken. 500 meterdiep, zoals in Bure.
Een collega vat het probleem zo samen: het complex wordt gebouwd door Cigéo, het industrieel centrum voor geologische opslag. Vragen die hierbij oppoppen zijn natuurlijk in hoeverre deze opslag gevaar oplevert voor mens en natuur. Maar ook hoe ervoor gezorgd kan worden dat de mensheid ook over duizenden jaren nog weet dat het radioactieve materiaal er ligt. Het zou immers 100.000 jaar kunnen duren voordat het gevaar geweken is. Het opslaan van de noodzakelijke info erover is riskant, want wie kan garanderen dat de info dan nog beschikbaar is, digitaal uitgelezen kan worden én kan worden begrepen? Deze voetsporen zullen in de verre toekomst nog zichtbaar zijn.
Etienne Davodeau wilde laten weten wat er in Bure gebeurde. Om de aandacht erop te vestigen en op die manier inlichtingen te krijgen vanuit alle mogelijke bronnen, ondernam hij een voettocht die hem van de rotstekeningen van Pech Merle dwars door Frankrijk tot bij de opslagplaats van nucleair afval van Bure bracht en in het nieuws in de nationale pers.
Hij tekent al 20 jaar non-fictie strips. Strips die te maken hebben met de werkelijkheid, en waarvan een groot aantal te maken heeft met het nucleaire. De rusteloze, onvermoeibare strijder, denker, schrijver-tekenaar, activist heeft het medium aangegrepen waarin hij een duidelijk meesterschap bereikt heeft: de strip. Om de gevaarlijke weg die de mens ingeslagen is, nog eens in de actualiteit te brengen en, hopelijk, ook in denkende hoofden.
Dus doet hij de wandeling nog een tweede keer, maar dan in een strip. Een strip heeft het voordeel dat die zowel tekening als tekst bevat, waardoor de lezer-kijker op twee niveaus aangesproken wordt. De tekst, op zichzelf, vertelt het ganse verhaal van de tocht, met Jeanne d’Arc door het koren, Colombay les deux églises, de fysische houdbaarheid van een boek, Ariane de la Chapelle, de muur die hij aanraakt, ontmoetingen, de gedachten en gevoelens, de herinneringen. En, door middel van interviews, ook inlichtingen en de probleemstelling. De tekeningen maken dat allemaal nog meer zichtbaar en kunnen in één stripvakje datgene tonen waar soms pagina’s tekst voor nodig zijn.
Étienne Davodeau heeft daarenboven het talent en ook de vakkunde ontwikkeld om “schoonheid” te kunnen tekenen. Hij moet maanden aan zijn tekentafel gezeten hebben, want van deze knappe tekeningen die schoonheid uitdrukken, bewondering, stilte, het ruisen van blaadjes, het stromen van water en het contact met de grond, de liefde voor onze aarde, heeft hij er bewonderenswaardig veel getekend. Hij heeft het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt omdat ze gedeeltelijk naar de werkelijkheid getekend zijn. Hij wil de schoonheid van het landschap en de panorama’s tonen die hij tegenkomt. Hij wil “de huid van aarde” laten voelen, de grond onder de voeten. Het is moeilijk zijn tekenkunde een juiste plaats te geven. Zijn tekeningen zijn veelal zo knap en tegelijkertijd zo subtiel, dat ze om meer plaats schreeuwen, een groter formaat. De manier waarop hij bergen, vergezichten, kleine stukjes natuur naast een pad of naast stappende schoenen tekende komen niet tot hun recht in dit formaat. Je moet als kijkende lezer zeer traag en aandachtig meestappen en kijken als je dit boek ten volle wil genieten.
Als je daarmee bezig bent, loop je plots tegen een onprettig obstakel. Want dit boek kan niet enkel een bucolische wandeling zijn, die botst onvermijdelijk op de werkelijkheid, en die is hard en bedreigend. Om de wandeling niet te onderbreken, tekent hij er gewoon een aantal mensen bij, met wie hij op voorhand al gesprekken voerde en laat ze al pratend meelopen. Deze teksten en uitleg door mensen die specialisten zijn in hun vak of op bepaalde gebieden, zoals alles over de grottekeningen, hoe ze gemaakt werden, wat ze misschien kunnen betekenen, de klimaatverandering, kernafval, duurzaamheid, de geschiedenis van papier En dan dat laatste gesprek over Bure zelf, de weerstand tegen het project, de machiavellistische instelling van de openbare instanties en politie. Ze zijn scherp, instructief en als teksten best apart leesbaar. Deze teksten, die de huidige tweespalt beschrijven waarin de menselijke soort zich bevindt, zijn compact, robuust, dwingend door het format waarbinnen ze in een strip moeten geplaatst worden gedwongen, de spraakballonnetjes, tekstvierkantjes, stripframes.
Étienne Davodeau behoort tot de groep mensen die bewustzijn scheppen, gevoel voor wat gaande is, voor wat redelijk of waanzinnig is. Een besef dat wij - de huidig levende mensen - zo nodig hebben omdat wij de groep zijn die nu al gedurende 150 jaar opgefokt en meegesleurd werd door een blind kapitalisme. Voor hem is het “nucleariseren” van onze behoeftes aan energie dwaas en de manier waarop men aan de gevaren voorbij wil gaan en blindelings voortdoen, inderdaad “waanzinnig”. De risico’s die een tijdspanne van 10.000-en jaren meebrengen zijn in het meest genuclealiseerde land ter wereld gewoon onverantwoord.
Hij komt uit een familie en een milieu van “werkende mensen” met sterke persoonlijkheden, waar iedereen ageerde, actie voerde, een sterk collectief uitmaakten en hij is dat zijn hele leven blijven doen. Al is het niet veel, hij heeft de “macht” een inzicht mee te geven aan enkele duizenden lezers van zijn strips.
In deze strip voert hij zichzelf ten tonele, tekent zichzelf, toont dus ook de dingen die hij niet kan, die hij niet weet, waarin hij niet lukt. Enkele personen lopen inderdaad een paar dagen mee, zoals zijn vrouw, op een ogenblik dat Etienne het erg moeilijk had. Door zich ook zwak te tonen, wint hij aan geloofwaardigheid. Hij wil ook niet neutraal zijn, niet objectief. Hij zoekt de mensen op die hulp nodig hebben en de mensen die kennis hebben, ervaring, die blijven weerstand bieden tegen een repressief systeem.
Er wordt 40 miljoen euro per jaar uitgegeven om de lokale bestuurders en parlementsleden in te palmen. Overal in Bure zie je bordjes die verkondigen dat “deze voorziening de steun genoten had van het GIOP (de publieke belangengroep van de Haute Garonne). Je wandelt door de natuur. En dan duiken plots politieagenten op… Ook met de wagen wordt je om de haverklap gecontroleerd… We wilden toch duurzaam zijn? Welnu, wat is er duurzamer dan kernafval?
Daartegenover is hij erin gelukt je mee te doen genieten van de tocht. Hij stapt over wegen en paden – liefst niet op asfalt, cement of steen. Gewoon met rugzak en tent. Kampeert, slaapt in de natuur. Neemt zijn tijd en vooral voelt de grond onder zijn voeten, de grond waarop wij, kleine, fragiele dieren rondlopen. Hoe storend, deze kaarsrechte weg door een bos. Het Centraal Masssief is het mooist bij slecht weer. Over bergkammen trekken. Er is niets. Enkel een gevoel van ruimte. Een roes van gras en stilte.
Dit is geen “comic-strip” dus, maar een non-fictie strip, een “probleem”-strip, een denk-strip drijvend op eerbied, schoonheid, menselijkheid en strijdvaardigheid.
Victor De Raeymaeker
Meer van Victor De Raeymaeker
Victor De Raeymaeker