Anton van Hooff
Karel D'huyvetters
Non-fictie
  • 225 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

3 juni 2024 Je hebt gewonnen, Galileeër. Denken versus geloven in de oudheid.
De titel van het boek is enigszins raadselachtig, de ondertitel is uitnodigend voor wie zoals ik begaan is met de geschiedenis van het vrijdenken; de auteur is een bekende, om niet te zeggen notoire vrijdenker en atheïst. Allemaal goede redenen om dit boek ter recensie aan te vragen en gretig te beginnen lezen. Is het ook de aankoop waard?
Er zijn wel wat problemen. De auteur is vooral bekend als strijdlustige polemist, en dat blijkt ook uit zowel het opzet van het boek als uit zijn taal en stijl. Hij is wat dat betreft een treffend voorbeeld van wat meer bedaarde Vlamingen weleens als Nederlandse ongegeneerde opgewondenheid of zelfs agressieve querulantie ervaren. Verwacht je dus niet aan een rustig betoog, noch aan een gedegen methodische aanpak, er staan nogal wat uitgezette uitroeptekens en verontwaardigde vraagtekens in de tekst.
Maar er is meer. De vlag van de ondertitel dekt niet echt de lading. Men verwacht zich aan de kritiek van antieke denkers op het opkomend en zegepralend christelijke geloof, maar wat hier aangeboden wordt is veeleer de zeer christelijke apologetische reactie op wat antieke niet-christelijke auteurs te zeggen hadden over het christendom. Dat verkleurt natuurlijk alles grondig. Dat de auteur zich daardoor heeft laten leiden is evenwel niet verwonderlijk. Van al die antichristelijke geschriften is immers niets bewaard. Dat kan heel goed zijn omdat de christenen daarop nauwlettend en met veel succes toegezien hebben. De enige bron die we over die geschriften nog hebben, zijn precies de christelijke apologeten, die men er nauwelijks kan van verdenken dat ze in dezen objectief waren. Ik heb eerder al, in verband met Celsus en Origenes, de mogelijkheid naar voren geschoven dat die christelijke auteurs hun tegenstanders ten minste gedeeltelijk, maar waarschijnlijk zelfs compleet verzonnen hebben. Na lezing van het boek van Anton van Hooff ben ik in die overtuiging danig gesterkt. Naast dat obligate tweetal voert hij twee andere duo’s ten tonele, namelijk enerzijds Julianus de Apostaat (331-363, Romeins keizer vanaf 361) wiens boek Tegen de Galileeërs alleen verschijnt in de geschriften van Cyrillus van Alexandrië (376-444), en anderzijds de anonieme tegenstander van Makarios Magnes of van Magnesia. Deze Makarios was compleet onbekend tot in 1867 een 15e-eeuws manuscript ontdekt werd, van zijn Apokritos pros Hellinas; de anonieme tegenstander zou dan Porphyrius (ca. 234-305) zijn, die een werk Tegen de christenen geschreven heeft waarvan enkel fragmenten gevonden zijn bij christelijke tegenstanders.
Het is dus een bekend patroon: de werken van antieke tegenstanders van het christendom zijn vernietigd door de christenen, maar de christenen hebben fragmenten daarvan bewaard in hun veel latere apologetische werken, die de enige ‘bron’ vormen voor het bestaan en de inhoud van die antichristelijke werken. Zelfs als die vermeende antichristelijke werken ooit bestaan hebben, moet de reconstructie ervan, uitsluitend op grond van wat hun verlate tegenstanders daarvan bewaard en weergegeven hebben, met veel meer dan het spreekwoordelijke korreltje zout genomen worden. We hebben integendeel alle redenen om ze met de grootste argwaan te bekijken, en ze van meet af aan als bevooroordeelde en ronduit onbetrouwbare getuigen te brandmerken, zowel voor de inhoud als het bestaan zelf van de vermeende werken.
De auteur geeft zich daarvan geen rekenschap. Hij doet alsof alles is zoals de christelijke apologeten het voorstellen. Hij heeft evenmin oog voor de op zijn minst twijfelachtige en ongetwijfeld corrupte tekstoverlevering van die apologetische geschriften zelf. Een manuscript uit de 15e eeuw wordt zomaar als authentiek beschouwd van een totaal onbekende auteur, mogelijks een bisschop van rond 400. Deze compleet onkritische en onwetenschappelijke aanpak is verwonderlijk voor een academicus (hoofddocent Radboud (katholieke…) Universiteit tot 2008) en voor een vrijdenker (voorzitter De Vrije Gedachte 2009-2015). Inhoudelijk, en ook in zijn opzet staat het boek daardoor helaas op het uiterst bedenkelijke niveau van zijn christelijke apologetische bronnen, en is het dus voor de ernstige geïnteresseerde in de geschiedenis van het vrijdenken vermetel om het als betrouwbaar of zelfs maar relevant te beschouwen. De talrijke persoonlijke tussenkomsten van de auteur, zowel anekdoten uit zijn leven als interpretaties en parafrasen van geciteerde teksten, bevestigen de betreurenswaardige slordigheid van de ‘methode’ die de auteur hier aanwendt.
Er is een zeer selectieve, dus summiere en onvolledige bibliografie, de eindnoten zijn louter bibliografische verwijzingen; de voetnoten zijn zelden ter zake; het register daarentegen is overvloedig doordat het talloze banale woorden bevat die slechts één keer voorkomen. De zwart-wit illustraties zijn vooral erg grijs en zo klein dat je slechts kan raden naar de afbeelding. De katern met kleurillustraties blinkt dan weer uit door de irrelevantie van de afbeeldingen, zoals een ‘forensische reconstructie’ van het hoofd van Julianus…
Ik betwijfel of het boek veel mensen zal bevallen. Leken in het vak, als die er al toe aangetrokken zouden zijn, zullen er allicht snel de brui aan geven, afgeschrikt door de nodeloos gedetailleerde – maar hopeloos verwarde – weergave van de oude teksten. Specialisten zullen hopelijk ook nog aanstoot nemen aan de pijnlijk onkritische benadering van de auteur. Vrijdenkers die hopen hier materiaal aangereikt te krijgen om hun overtuiging kracht bij te zetten, of waardevolle kritische inzichten in de christelijke leer en de kerkgeschiedenis, zullen veeleer teleurgesteld afhaken lang voor het einde. Een péché de vieillesse?

Karel D’huyvetters
Anton van Hooff
Karel D'huyvetters
Non-fictie
Karel D’huyvetters (°1946) legt zich toe op de geschiedenis van het atheïsme en het antiklerikalisme. Van hem verschenen Nederlandse vertalingen van de belangrijkste werken van Spinoza, met uitvoerige commentaren. Hij onderhoudt een website over Spinoza en een persoonlijke website.
_Karel D'huyvetters -
Meer van Karel D'huyvetters

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies