24 november 2024
De vloek van de nootmuskaat – Boodschap aan een planeet in crisis
Welk verband is er tussen de strijd om het handelsmonopolie in de muskaatnoot en de huidige wereldwijde klimaatverandering? Amitav Ghosh zoekt het uit in ‘De vloek van de nootmuskaat’. Maar is zijn aanklacht tegen westerse waarden en economische ideologieën gerechtvaardigd?
Want met beschuldigingen aan het adres van economische groeimodellen, winstprincipes, roekeloos en ongebreideld vooruitgangsdenken, kapitalisme, materialisme, koloniale roofzucht en rationele wetenschap. En bieden alternatieven zoals vitalisme, holisme, animisme of genoeg-is-genoeg dan wel een oplossing ten goede?
Hebzucht
De planetaire crisis is de erfenis en het gevolg van een rist verweven en terugkoppelende oorzaken en onvoorspelbare wisselwerkingen. In De vloek van de nootmuskaat - vertaling van The Nutmeg’s Curse (2021) - laat de Indiase schrijver Amitav Ghosh dat ingewikkelde causale verhaal beginnen met de (westerse) ontdekking van de Nieuwe Wereld en de zeeroutes naar de Indische Oceaan. Nauwgezet voert hij aan dat de huidige mondiale problemen het resultaat zijn van een mechanistische en technologische benadering en uitbuiting van de natuur. Een ingesteldheid die haar louter beschouwt als een leverancier van grondstoffen voor eigen gewin en doeleinden. Of hoe William Cronon de kolonisatie van Noord-Amerika samenvatte: “De Europese perceptie van wat een juist gebruik van de omgeving inhield […] werd zo een Europese veroveringsideologie.” (Noot 175)
De planetaire crisis is de erfenis en het gevolg van een rist verweven en terugkoppelende oorzaken en onvoorspelbare wisselwerkingen. In De vloek van de nootmuskaat - vertaling van The Nutmeg’s Curse (2021) - laat de Indiase schrijver Amitav Ghosh dat ingewikkelde causale verhaal beginnen met de (westerse) ontdekking van de Nieuwe Wereld en de zeeroutes naar de Indische Oceaan. Nauwgezet voert hij aan dat de huidige mondiale problemen het resultaat zijn van een mechanistische en technologische benadering en uitbuiting van de natuur. Een ingesteldheid die haar louter beschouwt als een leverancier van grondstoffen voor eigen gewin en doeleinden. Of hoe William Cronon de kolonisatie van Noord-Amerika samenvatte: “De Europese perceptie van wat een juist gebruik van de omgeving inhield […] werd zo een Europese veroveringsideologie.” (Noot 175)
Genocide en terraforming
De vloek van de nootmuskaat begint met de reconstructie van de genocide op de inheemse bewoners van de Banda-eilanden (Indonesië) onder leiding van gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen. Mede daardoor bemachtigde Coen het handelsmonopolie op de nootmuskaat voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). (p.24) Nootmuskaat was niet enkel voor de Nederlandse VOC een gegeerde en, - vooral - winstgevende specerij. Er waren toen meerdere kolonialistische kapers op de kust. Maar met negentien schepen en een duizendtal soldaten maakte Jan Coen voor eens en altijd komaf met de zowat 15.000 Bandanezen. Want ‘onbetrouwbaar’ als handelspartner en ‘sta-in-de- weg’ met het oog op een exclusief monopolie. In 1621 werden ze, op enkele honderden na, afgeslacht en vervangen door Indiërs en zwarte slaven uit Madagaskar. Waarna nog enkel werk diende gemaakt van de nodige terraforming: “Om het aanbod van specerijen op de wereldmarkt te beperken, bepaalde de VOC dat nootmuskaatbomen alleen op de Banda-eilanden en kruidnagelbomen alleen op het eiland Ambon mochten groeien.” (p.89) Waarna de monopoliehandel door de VOC een stuk vlotter liep… Het begin van een ‘grondstoffenvloek’ die wereldwijd toepassing zou krijgen door de brutale inbezitneming van gronden, de onderwerping van eerdere bewoners, de aanleg van bodemvreemde monoculturen, de aanplanting van GMO’s, enz.
De vloek van de nootmuskaat begint met de reconstructie van de genocide op de inheemse bewoners van de Banda-eilanden (Indonesië) onder leiding van gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen. Mede daardoor bemachtigde Coen het handelsmonopolie op de nootmuskaat voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). (p.24) Nootmuskaat was niet enkel voor de Nederlandse VOC een gegeerde en, - vooral - winstgevende specerij. Er waren toen meerdere kolonialistische kapers op de kust. Maar met negentien schepen en een duizendtal soldaten maakte Jan Coen voor eens en altijd komaf met de zowat 15.000 Bandanezen. Want ‘onbetrouwbaar’ als handelspartner en ‘sta-in-de- weg’ met het oog op een exclusief monopolie. In 1621 werden ze, op enkele honderden na, afgeslacht en vervangen door Indiërs en zwarte slaven uit Madagaskar. Waarna nog enkel werk diende gemaakt van de nodige terraforming: “Om het aanbod van specerijen op de wereldmarkt te beperken, bepaalde de VOC dat nootmuskaatbomen alleen op de Banda-eilanden en kruidnagelbomen alleen op het eiland Ambon mochten groeien.” (p.89) Waarna de monopoliehandel door de VOC een stuk vlotter liep… Het begin van een ‘grondstoffenvloek’ die wereldwijd toepassing zou krijgen door de brutale inbezitneming van gronden, de onderwerping van eerdere bewoners, de aanleg van bodemvreemde monoculturen, de aanplanting van GMO’s, enz.
Imperiumbouwer
In 2016 bezocht Amitav Ghosh de Banda-eilanden en onderzocht er de sporen van die ietwat vergeten genocide. Hij begreep de genocide als het courante mechanisme van een brutaal imperialistisch roofmodel dat wereldwijd en op andere momenten in de geschiedenis meedogenloos werd toegepast: verovering, onderwerping, uitroeiing, uitbuiting. Kolonialisme. Of met het toegepaste dictum van VOC-held Jan Pieterszoon Coen: “Geen oorlog zonder handel, geen handel zonder oorlog.” (p.134). Hij zou er door de VOC royaal voor gehonoreerd worden, want: “Later verrezen er standbeelden van Coen in steden in heel Holland.” (p.53) Ghosh noemt Coen echter liever een ‘imperiumbouwer’…
Voor de Bandanezen waren de muskaatbomen een deel van hun cultuur. Voor de VOC betekenden ze grondstof, koopwaar en – vooral - winst en verrijking. Maar om dat te bereiken stonden de Bandanezen gewoon in de weg. Dus konden ze met het oog op een renderende exploitatie maar best uitgeschakeld worden en vervangen door slaven. Slavenarbeid? Nog een productiemiddel dat wereldwijd gevonden en aangevoerd kon worden. Herkenbaar tot op vandaag? Toch wel.
In 2016 bezocht Amitav Ghosh de Banda-eilanden en onderzocht er de sporen van die ietwat vergeten genocide. Hij begreep de genocide als het courante mechanisme van een brutaal imperialistisch roofmodel dat wereldwijd en op andere momenten in de geschiedenis meedogenloos werd toegepast: verovering, onderwerping, uitroeiing, uitbuiting. Kolonialisme. Of met het toegepaste dictum van VOC-held Jan Pieterszoon Coen: “Geen oorlog zonder handel, geen handel zonder oorlog.” (p.134). Hij zou er door de VOC royaal voor gehonoreerd worden, want: “Later verrezen er standbeelden van Coen in steden in heel Holland.” (p.53) Ghosh noemt Coen echter liever een ‘imperiumbouwer’…
Voor de Bandanezen waren de muskaatbomen een deel van hun cultuur. Voor de VOC betekenden ze grondstof, koopwaar en – vooral - winst en verrijking. Maar om dat te bereiken stonden de Bandanezen gewoon in de weg. Dus konden ze met het oog op een renderende exploitatie maar best uitgeschakeld worden en vervangen door slaven. Slavenarbeid? Nog een productiemiddel dat wereldwijd gevonden en aangevoerd kon worden. Herkenbaar tot op vandaag? Toch wel.
Goddelijk Recht
1621. Een genocide op de Banda-eilanden. Iets eerder had Francis Bacon, Lord Chancellor of England, in An Advertisement Touching an Holy War reeds met redenen omkleed uiteengezet waarom christelijke Europeanen volgens hem het Goddelijk Recht hadden om een eind te maken aan het bestaan van bepaalde groepen “die afgedwaald zijn van de wetten van de natuur”. En waarom het zowel wettig als door God gewild was dat “elke natie die beschaafd is en bestuurd wordt […] ze van de aardbodem wegvaagt”. (p.38) Zodat meteen ook de westerse mechanistische filosofie (Descartes, Boyle, enz.) voor het eerst concreet kon toegepast worden. Zeg maar de mechanisering van de wereld door: “Een metafysica die destijds in Europa opkwam, waarin materie werd gezien als ‘bruut’ en ‘dom’ en dus veroverd moest worden ‘met de meest destructieve technologieën, met geen ander doel dan winst en materiële rijkdom […]’’. (p.50) Waarna ‘gedegenereerde mensen’ als instrument konden worden aangevoerd om gebruikt te worden bij roofbouw, uitbuiting, plundering en de afbraak van culturele eigenheid. Ook al bestond slavernij reeds lang en in diverse culturen, met een verwijzing naar Cedric J. Robinson stelt Ghosh dat: “[…] het punt blijft: historisch gezien was de slavernij een cruciaal fundament voor het kapitalisme”. (p.137)
1621. Een genocide op de Banda-eilanden. Iets eerder had Francis Bacon, Lord Chancellor of England, in An Advertisement Touching an Holy War reeds met redenen omkleed uiteengezet waarom christelijke Europeanen volgens hem het Goddelijk Recht hadden om een eind te maken aan het bestaan van bepaalde groepen “die afgedwaald zijn van de wetten van de natuur”. En waarom het zowel wettig als door God gewild was dat “elke natie die beschaafd is en bestuurd wordt […] ze van de aardbodem wegvaagt”. (p.38) Zodat meteen ook de westerse mechanistische filosofie (Descartes, Boyle, enz.) voor het eerst concreet kon toegepast worden. Zeg maar de mechanisering van de wereld door: “Een metafysica die destijds in Europa opkwam, waarin materie werd gezien als ‘bruut’ en ‘dom’ en dus veroverd moest worden ‘met de meest destructieve technologieën, met geen ander doel dan winst en materiële rijkdom […]’’. (p.50) Waarna ‘gedegenereerde mensen’ als instrument konden worden aangevoerd om gebruikt te worden bij roofbouw, uitbuiting, plundering en de afbraak van culturele eigenheid. Ook al bestond slavernij reeds lang en in diverse culturen, met een verwijzing naar Cedric J. Robinson stelt Ghosh dat: “[…] het punt blijft: historisch gezien was de slavernij een cruciaal fundament voor het kapitalisme”. (p.137)
Aanklacht
Ghosh vertelt het verhaal van de nootmuskaat als illustratief voor de motoriek van het hitsige jaagpad richting de planetaire crisis die we vandaag beleven. Hij beschouwt het handelen van de VOC, de kolonialistische ingesteldheid en het misprijzen voor de culturele eigenheid van inheemse bevolkingen als het startpunt en de medeoorzaak van de huidige klimaatcrisis. Een patroon. Niet enkel klaagt hij de causale betrokkenheid van het kapitalisme en gulzige economische groeimodellen aan, maar wijst hij ook beschuldigend naar het (westerse?) materialisme en aanhorige filosofieën. De wereldwijde klimaatcrisis waarmee we vandaag te maken krijgen is volgens hem daarvan het rechtstreekse gevolg. Geen milde aanklacht, maar toch wel herkenbaar. Want met een fundamentele kritiek op de nefaste ideologie die het Westen autoritair en vaak agressief heeft uitgedragen en wereldwijd opgelegd. Vandaag is ze volgens Ghosh nog steeds dominant en blijft ze in de weg staan van duurzame oplossingen voor de planetaire crisis.
Ghosh vertelt het verhaal van de nootmuskaat als illustratief voor de motoriek van het hitsige jaagpad richting de planetaire crisis die we vandaag beleven. Hij beschouwt het handelen van de VOC, de kolonialistische ingesteldheid en het misprijzen voor de culturele eigenheid van inheemse bevolkingen als het startpunt en de medeoorzaak van de huidige klimaatcrisis. Een patroon. Niet enkel klaagt hij de causale betrokkenheid van het kapitalisme en gulzige economische groeimodellen aan, maar wijst hij ook beschuldigend naar het (westerse?) materialisme en aanhorige filosofieën. De wereldwijde klimaatcrisis waarmee we vandaag te maken krijgen is volgens hem daarvan het rechtstreekse gevolg. Geen milde aanklacht, maar toch wel herkenbaar. Want met een fundamentele kritiek op de nefaste ideologie die het Westen autoritair en vaak agressief heeft uitgedragen en wereldwijd opgelegd. Vandaag is ze volgens Ghosh nog steeds dominant en blijft ze in de weg staan van duurzame oplossingen voor de planetaire crisis.
Oorlog
De westerse materialistische invulling van welbevinden, geluk, welvaart of welzijn was al wel altijd afhankelijk van de beschikbaarheid, bereikbaarheid en het verbruik van grondstoffen, energiebronnen, productiemiddelen en technologie. In koloniale tijden ging het daarbij aanvankelijk nog om specerijen, thee, suikerriet, enz. Maar op andere momenten betrof het ook genotmiddelen, koffie, slaven, exotische vruchten, groenten en planten. Daarna om houtsoorten, fossiele brandstoffen, olie, enz. Aanleveringen en plunderingen die vrijwel steeds gepaard gingen met geweld en een onherstelbare verstoring van ecologische evenwichten. Vandaag spreekt men misschien liever over handelsoorlogen, maar oorlog en conflict waren er steeds wel bij. Zodat Ghosh naar aanleiding van o.m. de migratie- en vluchtelingenproblematiek - het verhaal van Khokos – ook wil wijzen op een rist extra betekenissen van wat ‘oorlog’ is. Daaronder deze: “Er wordt vaak gezegd dat de klimaatverandering moet worden aangepakt alsof het een oorlog is. Wat vluchtelingen zoals Khokos weten is dat de klimaatverandering al een oorlog ís.” (p.186) Nog andere vormen van ‘oorlog’ dienen zich volgens hem aan. Waaronder terraforming en de gerichte verstoring van ecologische evenwichten…
De westerse materialistische invulling van welbevinden, geluk, welvaart of welzijn was al wel altijd afhankelijk van de beschikbaarheid, bereikbaarheid en het verbruik van grondstoffen, energiebronnen, productiemiddelen en technologie. In koloniale tijden ging het daarbij aanvankelijk nog om specerijen, thee, suikerriet, enz. Maar op andere momenten betrof het ook genotmiddelen, koffie, slaven, exotische vruchten, groenten en planten. Daarna om houtsoorten, fossiele brandstoffen, olie, enz. Aanleveringen en plunderingen die vrijwel steeds gepaard gingen met geweld en een onherstelbare verstoring van ecologische evenwichten. Vandaag spreekt men misschien liever over handelsoorlogen, maar oorlog en conflict waren er steeds wel bij. Zodat Ghosh naar aanleiding van o.m. de migratie- en vluchtelingenproblematiek - het verhaal van Khokos – ook wil wijzen op een rist extra betekenissen van wat ‘oorlog’ is. Daaronder deze: “Er wordt vaak gezegd dat de klimaatverandering moet worden aangepakt alsof het een oorlog is. Wat vluchtelingen zoals Khokos weten is dat de klimaatverandering al een oorlog ís.” (p.186) Nog andere vormen van ‘oorlog’ dienen zich volgens hem aan. Waaronder terraforming en de gerichte verstoring van ecologische evenwichten…
Welvaart. Welzijn.
In de wachtrij voor herziening passen ook begrippen als armoede en geluk. Er is immers nood aan “een radicaal andere opvatting van het Goede Leven”. (p.182) In De vloek van de nootmuskaat confronteert Ghosh regelmatig de nog steeds dominante westerse ideologie van geluk, welvaart en duurzaamheid met oriëntaals geïnspireerde opvattingen over welzijn en mentaal welbevinden. Met regelmatig de vraag of ze nog wel iets voor elkaar kunnen betekenen met het oog op een hoopvolle en evenwichtige transitie. Waarbij hij toch eerder gemakkelijk teruggrijpt naar de eigen Indische roots en vervalt in clichés en wit-zwart stereotypen van culturele eigenheden. Waardesystemen zitten wel complexer en differenter in elkaar dan Ghosh laat zien.
Veel kan volgens Ghosh immers teruggevoerd worden naar “een tijd waarin de elites van de Engels- en Franstalige wereld vrijwel unaniem het imperialisme steunden.” (p.56) Dat geldt ongetwijfeld voor de koloniale roofzucht van de VOC en Holland tijdens haar Gouden Eeuw. Iets wat inmiddels met het nodige schuldbesef beaamd werd door meerdere Nederlandse historici en schrijvers: het eerbetoon aan Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Coen zou intussen uit de straten en pleinen van Nederland verdwenen zijn. De Belgische koning Leopold II achterna… Maar is hun dictum dan ook uit de geesten?
In de wachtrij voor herziening passen ook begrippen als armoede en geluk. Er is immers nood aan “een radicaal andere opvatting van het Goede Leven”. (p.182) In De vloek van de nootmuskaat confronteert Ghosh regelmatig de nog steeds dominante westerse ideologie van geluk, welvaart en duurzaamheid met oriëntaals geïnspireerde opvattingen over welzijn en mentaal welbevinden. Met regelmatig de vraag of ze nog wel iets voor elkaar kunnen betekenen met het oog op een hoopvolle en evenwichtige transitie. Waarbij hij toch eerder gemakkelijk teruggrijpt naar de eigen Indische roots en vervalt in clichés en wit-zwart stereotypen van culturele eigenheden. Waardesystemen zitten wel complexer en differenter in elkaar dan Ghosh laat zien.
Veel kan volgens Ghosh immers teruggevoerd worden naar “een tijd waarin de elites van de Engels- en Franstalige wereld vrijwel unaniem het imperialisme steunden.” (p.56) Dat geldt ongetwijfeld voor de koloniale roofzucht van de VOC en Holland tijdens haar Gouden Eeuw. Iets wat inmiddels met het nodige schuldbesef beaamd werd door meerdere Nederlandse historici en schrijvers: het eerbetoon aan Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Coen zou intussen uit de straten en pleinen van Nederland verdwenen zijn. De Belgische koning Leopold II achterna… Maar is hun dictum dan ook uit de geesten?
Moderniteit
Meermaals wijst Ghosh ook op de nefaste invloed van de verlichting en haar idealen van maakbaarheid van mens en wereld, rationalisme, wetenschappelijkheid en vooruitgangsdenken. Die zijn dan wel om meer redenen aan bijsturing toe, maar of dat dient te gebeuren door terug te schroeven naar minder cijfermatige wetenschap - volgens Ghosh gekleurd en selectief - of een paradigmaverschuiving en herbronning richting meer Gaia-ideologie (James Lovelock) of andere holistische, vitalistische, zelfs animistische filosofieën klinkt minder overtuigend. Want teruggrijpen naar aloude magische kennis en verbondenheid, en aan Natuur intenties, een wil (p.99) en – zelfs – rancune en wraakzuchtige gevoelens toeschrijven om Haar een persoonlijk rechtsstatuut te kunnen geven is voor velen zondermeer naïef, té confronterend en radicaal. Dus voert Ghosh zijn betoog aan met argumenten en visies van westerse ecologie-denkers zoals Naomi Klein, Claude Levi-Strauss, Elinor Ostrom, Bron Taylor, … Zij kunnen het besef van hoe destructief het is om de natuur louter als object te beschouwen verder aanmoedigen en stimuleren. Daar heeft paus Franciscus reeds een groot aandeel in volgens Ghosh. Met een naam ontleend aan “de meest sjamanistische van alle christelijke heiligen” heeft hij “misschien al meer gedaan om de wereld wakker te schudden voor de planetaire crisis dan enig ander persoon op Aarde”. (p.272) Tja, maar wat moeten gelovigen dan met de christelijke leer van de Mens als Rentmeester van Gods Schepping (Genesis 1,26)? Blijkbaar is de christelijke religie een welgekomen bondgenoot in de afkeuring door Ghosh van moderniteit en verlichting… En vergeet hij hoe datzelfde christendom vooropliep bij de hardhandige bekeringswoede van heidenen, de rechtvaardiging van slavernij, enz.
Meermaals wijst Ghosh ook op de nefaste invloed van de verlichting en haar idealen van maakbaarheid van mens en wereld, rationalisme, wetenschappelijkheid en vooruitgangsdenken. Die zijn dan wel om meer redenen aan bijsturing toe, maar of dat dient te gebeuren door terug te schroeven naar minder cijfermatige wetenschap - volgens Ghosh gekleurd en selectief - of een paradigmaverschuiving en herbronning richting meer Gaia-ideologie (James Lovelock) of andere holistische, vitalistische, zelfs animistische filosofieën klinkt minder overtuigend. Want teruggrijpen naar aloude magische kennis en verbondenheid, en aan Natuur intenties, een wil (p.99) en – zelfs – rancune en wraakzuchtige gevoelens toeschrijven om Haar een persoonlijk rechtsstatuut te kunnen geven is voor velen zondermeer naïef, té confronterend en radicaal. Dus voert Ghosh zijn betoog aan met argumenten en visies van westerse ecologie-denkers zoals Naomi Klein, Claude Levi-Strauss, Elinor Ostrom, Bron Taylor, … Zij kunnen het besef van hoe destructief het is om de natuur louter als object te beschouwen verder aanmoedigen en stimuleren. Daar heeft paus Franciscus reeds een groot aandeel in volgens Ghosh. Met een naam ontleend aan “de meest sjamanistische van alle christelijke heiligen” heeft hij “misschien al meer gedaan om de wereld wakker te schudden voor de planetaire crisis dan enig ander persoon op Aarde”. (p.272) Tja, maar wat moeten gelovigen dan met de christelijke leer van de Mens als Rentmeester van Gods Schepping (Genesis 1,26)? Blijkbaar is de christelijke religie een welgekomen bondgenoot in de afkeuring door Ghosh van moderniteit en verlichting… En vergeet hij hoe datzelfde christendom vooropliep bij de hardhandige bekeringswoede van heidenen, de rechtvaardiging van slavernij, enz.
Er is een transitie aan de gang. Zeker. Amitav Ghosh geeft een mogelijk transitieparcours aan dat werk kan maken van een breed begrepen, hoopvolle, maar ook moeilijke mentaliteitswijziging “om zowel de schreeuw van de aarde als de schreeuw van de armen te horen”. (p.262) Maar tegen welke verworvenheden dan wel nefaste uitwassen van de moderniteit dient men zich daarbij te keren? Dat dient verder uitgezocht te worden. Liefst zo snel én wereldwijd mogelijk. De vloek van de nootmuskaat geeft alvast genoeg te denken…
Karel Van Dinter
Meer van Karel Van Dinter
Karel Van Dinter