6 april 2021
Terug naar Japan. Verslag van een ontdekkingsreis
Anne Sey, japanologe met Oost-Duitse roots, studeerde in Berlijn en aan de Tõkai-Universiteit in Japan vindt ze dat ze hopeloos te laat is. De eerste ontdekkingen van dit raadselachtig land meer dan vier eeuwen geleden door onder andere Nederlandse zeevaarders wil ze alsnog overdoen op haar bijna duizend kilometer lange fietstocht.
Ze laat zich doorheen dit boek dan ook voortdurend vergezellen door de teksten van die illustere voorgangers. Geneesheer Siebold (1796-1866), scribus Overmeer Fisscher (1800-1848), geneesheer Kaempfer (1651-1716), opperhoofd Diodatti (1658-1723), opperhoofd Meijlan (1785-1831), kapitein van Assendelft de Coningh (1831-1890) en zelfs enkele Hollandse boeven geven voortdurend uit het verleden commentaar op dit land en zijn bewoners. Het lieflijke oud-Hollands in hun teksten brengt je verbazend dicht bij deze pioniers en avonturiers, maar tegelijk ook verrassend heel dicht bij het Japan van nu.
‘Dejima! Wat zou Nagasaki zijn zonder Dejima, de Nederlandse handelspost? Wat zeg ik, wie zou ik zijn? Zodra ik het bordje ‘Dejima’ zie, hou ik het bijna niet meer droog. Zonder Dejima was ik waarschijnlijk nooit in Japan terechtgekomen. Nichi nichi kore kõjitsu.’
(Terug naar Japan, Anne Sey, p. 138)
(Terug naar Japan, Anne Sey, p. 138)
Ik was in 2017 in het gezelschap van echtgenote, dochter en een vrouwelijke collega weinig avontuurlijk op reis in het land van de rijzende zon en titelde mijn reisverslag: ‘Japan, 2 steden of 1 man met 3 vrouwen.’ Inderdaad, ik bezocht enkel de steden Tokyo en Kyoto en dat voelt na het lezen van dit boek aan als een groot gemis. Na Terug naar Japan weet ik nu: daar is vooral op het platteland veel meer te weten en te beleven. Ooit zelf nog eens teruggaan naar Japan?
_Een reisverhaal: ‘wabi sabi’ (verzoening met imperfectie)
Het boek leest als een zeer goed gedocumenteerd ‘on the road’ reisverhaal. Niet alleen wat er in haar overvolle fietstassen steekt, maar vooral haar voorkennis van dit land is voor Sey uitstekende bagage om Japan ‘of the road’ te beschrijven. De schrijfster heeft voortdurend oog voor de omgeving, de natuur, maar vooral ook voor de toevallige ontmoetingen.
Ze getuigt van een grote liefde en zelfs passie voor dit land, maar gaat ook de scherpe kantjes niet uit de weg. Een norse wandelaar, voyeur met hond, een boos gezicht ,een vieze stinkende dakloze, …: het hoort er allemaal bij op deze trip. Dikwijls wordt ze ook wandelen of ‘fietsen’ gestuurd door een misnoegde logement-uitbater. Er is geen plaats! Anne Sey laat zich niet ontmoedigen. Ze beschrijft evenzeer de groepjes lieve oudjes op uitstap, of de vriendelijke tempelsuppoost en de hospita die haar tot barstens toe lekkere hapjes voorschotelt. Weigeren is geen optie in deze cultuur van respect en wellevendheid.
Ze getuigt van een grote liefde en zelfs passie voor dit land, maar gaat ook de scherpe kantjes niet uit de weg. Een norse wandelaar, voyeur met hond, een boos gezicht ,een vieze stinkende dakloze, …: het hoort er allemaal bij op deze trip. Dikwijls wordt ze ook wandelen of ‘fietsen’ gestuurd door een misnoegde logement-uitbater. Er is geen plaats! Anne Sey laat zich niet ontmoedigen. Ze beschrijft evenzeer de groepjes lieve oudjes op uitstap, of de vriendelijke tempelsuppoost en de hospita die haar tot barstens toe lekkere hapjes voorschotelt. Weigeren is geen optie in deze cultuur van respect en wellevendheid.
Nogmaals, de in het oud-Hollands aangehaalde teksten van eeuwen geleden sluiten perfect aan bij de huidige ervaringen van de schrijfster, die rondtoert ergens verloren in het landschap op weg naar het volgende dorp in dit fascinerende land.
Spijt dat ik dit werk niet eerder onder ogen kreeg, vooraleer ik er zélf naartoe ging.
‘Schreif my dog of er geen mogelykeid si verlof te kunnen verwerven, om op myn eige kosten in Japan te koomen, om alle plaatsen te gaan besigtigen, waar iets weetenswaardigs is , en volstrekt vrij en onopgesloote te leeven, ik heb zo veel agting voor dat Land, en ik herinner my dikwijls met zo veel aandoening, de geodheeden van veelen aldaar genooten dat ik met veragting van de zee gevaaren nog eenmal wenschte te rug te keeren.’
(opperhoofd Titsingh, 1745-1812, Nederlands chirurg, geleerde, koopvaardij-handelaar en ambassadeur.)
Meer van Michel Ackaert
Spijt dat ik dit werk niet eerder onder ogen kreeg, vooraleer ik er zélf naartoe ging.
‘Schreif my dog of er geen mogelykeid si verlof te kunnen verwerven, om op myn eige kosten in Japan te koomen, om alle plaatsen te gaan besigtigen, waar iets weetenswaardigs is , en volstrekt vrij en onopgesloote te leeven, ik heb zo veel agting voor dat Land, en ik herinner my dikwijls met zo veel aandoening, de geodheeden van veelen aldaar genooten dat ik met veragting van de zee gevaaren nog eenmal wenschte te rug te keeren.’
(opperhoofd Titsingh, 1745-1812, Nederlands chirurg, geleerde, koopvaardij-handelaar en ambassadeur.)